Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Directie Voorlichting en Communicatie

Toespraak van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H. Hoogervorst, bij het Congres "kwaliteit kun je meten" van de Nederlandse Federatie van Universitaire medische centra. Uitgesproken door de directeur-generaal drs M.J. van Rijn.

Dames en heren,

De VAZ heet dus voortaan de NFU. Het is even wennen, maar u hebt in de loop van de afgelopen jaren allemaal besloten voortaan als universitair medisch centrum door het leven te gaan en dus moest ook de vereniging van naam veranderen. Uit de nota die ik zojuist officieel van u heb gekregen blijkt, dat u goede redenen had om te kiezen voor het samengaan van faculteit en ziekenhuis. Vooral een argument als beperking van de bureaucratie ­ dat is iets waar u mij 's nachts voor wakker kunt maken.

En toch had ik, als u dan toch iets anders wilde dan "academisch ziekenhuis", liever gezien dat u bij de naamgeving nog wat creatiever ­ om niet te zeggen: ambitieuzer was geweest.

Ik zal straks uitleggen wat ik daarmee bedoel - ik laat u nog even in spanning.

Eerst wil ik u complimenteren met de nota die u vandaag presenteert, met de heldere en overzichtelijke manier waarop u daarin de positie van de academisch medische centra beschrijft. De nota geeft een duidelijk beeld van de rol en functie van de centra en van het nut van de omvorming van academisch ziekenhuis naar geïntegreerd medisch centrum.

Het is goed dat de verschillende aspecten van uw positie weer eens op een rijtje staan, want de rol van de universitaire medische centra is in veel opzichten uniek.

Laat ik daar eerst even bij stilstaan.
Wat is er in de ogen van de minister van volksgezondheid zo bijzonder aan de umc's?

1. Ze zorgen voor de opleiding van de zorgverleners van morgen. Niet alleen van artsen en medisch specialisten, maar ook van hoog gekwalificeerde verpleegkundigen en nieuwe beroepsbeoefenaren als fysician assistents. U doet dat natuurlijk samen met anderen, maar door de integratie van ziekenhuis en faculteit bent u wel de basis van de opleiding.

2. Ze bieden topreferente zorg, ofwel zorg voor mensen met aandoeningen die zo complex zijn dat ze er in de meeste andere ziekenhuizen niet mee terecht kunnen. Dat is een unieke en onmisbare taak, die bovendien uiteindelijk bij kan dragen aan inzicht in ziekteprocessen die wat minder complex zijn.

3. Ze doen medisch-wetenschappelijk onderzoek. Ik hoor wel eens de klacht dat VWS onvoldoende aandacht heeft voor de onderzoekstaak, maar dat is zeker niet het geval. Het is niet voor niets dat VWS voor onderzoek en innovatie bijna 600 miljoen euro beschikbaar stelt in de vorm van de zogenoemde academische component. Wel is er een duidelijk verschil tussen het fundamenteel onderzoek dat bij mijn collega van OCW thuishoort en het toepassingsgerichte onderzoek, waarin mijn ministerie vooral is geïnteresseerd.

U ziet, ik ben mij van uw bijzondere positie goed bewust. Maar ik ben mij er ook van bewust dat de gezondheidszorg heftig in ontwikkeling is en ik daar als minister een antwoord op moet hebben. En dus denk ik net als u heeft gedaan na Toespraak Parnassusplein 5 Doorkiesnummer Hebt u 's avonds of in het weekend dringend Postbus 20350 (070) 340 60 00 een voorlichter nodig, belt u dan met het 2500 EJ DEN HAAG Fax (070) 340.62.92 ministerie, telefoon (070) 340 79 11. Daar Telefoon (070) 340 79 11 regelt men dat u wordt teruggebeld.

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2 -

over een soort positioneringsnota, een manier om de universitaire medische centra een plaats te geven binnen de hervorming van zorgstelsel zoals die mij voor ogen staat.

Ik kan daar alvast iets over zeggen.
Veel mensen denken dat marktwerking en concurrentie de kern van mijn beleid is. Dat is niet zo.
Kern van mijn beleid is het streven om de prestatiegerichtheid van de gezondheidszorg te vergroten. Maar marktwerking is wel één van de belangrijke middelen om dat te bewerkstelligen.

Als het om marktwerking gaat, is de positie van de universitaire medische centra niet meteen helder. Het valt me op dat u daar in uw positioneringsnota niet op ingaat, terwijl u daar toch vast een mening over heeft. U bent "Van vele markten thuis", maar juist dit onderdeel, daar lees ik dan niets over.

Natuurlijk, aan de ene kant zorgen de speciale eigenschappen van de umc's zoals ik die net noemde ervoor, dat marktwerking niet voor de hand ligt. De zorg die umc's leveren is vaak complex, de investeringen zijn groot, de infrastructuur is ingewikkeld en de vraag is relatief klein.

Maar aan de andere kant levert u voor uw regio ook niet-acute, minder complexe zorg. En ik denk dat u daarin net als de overige ziekenhuizen zult moeten concurreren op kwaliteit en prijs.
Bovendien: ook bij complexe organisaties moet het uiteindelijk mogelijk zijn helder te maken wat de prijs van het produkt is.
Ik weet bijvoorbeeld zeker dat in de prijs van een Senseo-koffieapparaat ook de meest uiteenlopende kosten verdisconteerd zijn ­ van de ontwikkelkosten van de ingenieur tot het salaris van meneer Kleisterlee. Waarom zou zoiets dan niet bij de academische zorg kunnen? Daar komt bij dat de hele ontwikkeling van concurrentie en marktprikkels nog wel meer consequenties voor u zal hebben.

Het is dus van belang dat we een visie ontwikkelen op de toekomst van de umc's waarin we oog hebben voor het behoud van uw specifieke taken in een veranderende omgeving.

En dan komen we aan het woord dat ik, als ik u een nieuwe naam had kunnen geven, daar wel in terug had willen zien, namelijk innovatie.

Zoals ik al zei stelt het ministerie van VWS een groot bedrag beschikbaar voor de verschillende taken van de umc's.
Daar staat tegenover, en dat was ook onderdeel van de afspraken die daarover zijn gemaakt, dat de umc's opener zijn over de vraag wat er met dat geld wordt gedaan. En daar wringt wat mij betreft de schoen.
Ik denk niet dat u te weinig mooie dingen doet met het geld dat u vanuit VWS krijgt. Ik vind wel dat ik er te weinig over hoor. En daarom is zo'n congres als dat van vandaag bijzonder nuttig om te kijken of we de communicatie tussen VWS en de umc 's niet eens wat kunnen verbeteren. Toespraak

Ik denk namelijk dat de umc's op een zeer breed terrein van de gezondheidszorg voorop zouden kunnen lopen.


---

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 3 -

Laat ik als eerste voorbeeld eens het motto van dit congres noemen: kwaliteit kun je meten. Ik zei al dat het vergroten van de prestatiegerichtheid de kern is van mijn beleid en het bepalen en vervolgens onderling vergelijken van de kwaliteit is daarvoor een voorwaarde. UMC's zouden voorop moeten lopen in het betonen van openheid over de kwaliteit van hun werk, maar ook in het ontwikkelen van modellen waarmee je die kwaliteit kunt meten. Ik ben blij dat u daar op dit congres nu drie voorbeelden van presenteert - een vergelijking van de kwaliteit van de wetenschappelijke publicaties, een vergelijking van de kwaliteit van het onderwijs en een patiënt-tevredenheidsonderzoek.

Maar ik heb nog veel meer verwachtingen van de umc's. Want het is mooi als de publicaties van de umc-medewerkers internationaal hoog scoren, maar ik ben ook geïnteresseerd in de vraag wat u daar vervolgens in de patiëntenzorg mee doet.
Het is goed om te weten wat de patiënten van de umc's vinden, maar ik wil ook graag weten wat u met die bevindingen doet en wat andere ziekenhuizen daar aan kunnen hebben.
En verder denk ik dat u ook voorop zou moeten lopen op het gebied van de logistiek, van arbeidsomstandigheden, van de ontwikkeling van nieuwe beroepen in de gezondheidszorg en de modernisering van bestaande beroepen.
En wat ik vooral van belang vindt, is dat u alles wat u zelf bedenkt, ontwikkelt en uitvindt zo snel en uitgebreid mogelijk deelt met de rest van de sector. Want de ontwikkelingen binnen de gezondheidszorg en de medische wetenschap gaan snel, maar de verspreiding ervan gaat uitzonderlijk langzaam. Gemiddeld bedraagt de tijd die verstrijkt tussen een medische vinding en de algemene verspreiding ervan 15 jaar. Dat is te veel. Het is een belangrijke taak voor de umc's om aan de versnelling daarvan hun bijdrage aan te leveren.

Ik wil in elk geval graag met u praten over uw toekomstplannen op het gebied van onderzoek en ontwikkeling. Ik wil de umc's aanspreken op hun taken hierin en op de beleidsterreinen die ik belangrijk vind.

Ik zou kortom willen dat u duidelijker dan nu laat zien dat de titel van uw nota, Van vele markten thuis, ook klopt en dat u werkelijk een centrum van innovatie bent.

En hoe u zich dan noemt, dat doet er uiteindelijk niet zo toe.

Toespraak
---


---- --