Raad voor de Transportveiligheid


PERSBERICHT

2 september 2004

Raad voor de Transportveiligheid onderzocht ongevallen door (in)stabiliteit binnenschepen

Overheid moet regels tegen overbelading beter handhaven

De overheid dient een consequent en eenduidig beleid te voeren om te voorkomen dat binnenschepen worden beladen tot boven het ijkmerk. Die aanbeveling richt de Raad voor de Transportveiligheid, onder voorzitterschap van mr. Pieter van Vollenhoven, tot de ministers van Verkeer en Waterstaat en Justitie in een rapport over 'De stabiliteitsrisico's van binnenschepen en drijvende werktuigen'. De Raad heeft vastgesteld dat de handhavende instanties overschrijding van de ijkmerken in de praktijk bewust gedogen hoewel, zoals blijkt uit het onderzoek naar een aantal ongevallen met beunschepen, overbelading een rol kan spelen bij het kapseizen en zinken van dergelijke met zand (en water) geladen schepen.

Bij het breed opgezette onderzoek van de Raad kwam naar voren dat stabiliteitsproblemen zich niet alleen voordoen bij beunschepen, maar ook duw/sleepboten (sleepboten die, in verband met gewijzigde marktomstandigheden, zijn omgebouwd tot duwboten) en pontons. Wat de duw/sleepboten betreft stelt de Raad vast dat na verbouwing deze vaartuigen veelal een hoger zwaartepunt hebben gekregen, wat nadelig is voor de stabiliteit. Daarbij komt dat de schippers van deze schepen tegenwoordig niet veel ervaring opdoen als slepers. In de enkele gevallen dat ze wel optreden als sleper worden er grote zijwaartse krachten op de schepen uitgeoefend; als ze daar niet goed mee omgaan is het risico van kapseizen groot.

Wat de pontons betreft stelt de Raad vast dat daar in het algemeen geen sprake zal zijn van een stabiliteitsprobleem, gezien de grote breedte in verhouding tot de diepgang. Deze aanvangsstabiliteit kan echter negatief worden beïnvloed door de constructie die erop wordt gemonteerd (bijvoorbeeld een kraan) en door het gebruik daarvan. Instabiel wordt een ponton ook wanneer (betrekkelijk) grote aantallen mensen erop worden vervoerd, die in een poging de voeten droog te houden alle aan één kant gaan staan. Dat laatste deed zich voor bij een door Staatsbosbeheer als veerpont ingezet ponton, waardoor een twintigtal personen te water raakte - overigens zonder ernstige gevolgen.

De Raad voor de Transportveiligheid richt ook een aanbeveling tot de betrokken brancheorganisaties (Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart, Koninklijke Schuttevaer, Kantoor Binnenvaart, Vereniging van Waterbouwers in Bagger-, Kust- en Oeverwerken en Vereniging van sleep- en duwbooteigenaren 'Rijn en IJssel'). Deze organisaties wordt aanbevolen de leden te stimuleren om na verbouwingen aan hun schip de stabiliteit te laten controleren. Bemanningsleden moeten de stabiliteitslimieten voor de schepen kennen en ermee werken. Ook zouden de organisaties hun leden moeten stimuleren om na verbouwingen hun schepen te laten controleren op stabiliteit.
De Minister van Verkeer en Waterstaat wordt aanbevolen internationaal initiatieven te ontplooien voor algemene regels voor stabiliteitseisen in de binnenvaart. De kennis van de beroepsgroep op het gebied van stabiliteit van schepen zou moeten worden bevorderd, onder meer via de vakopleiding.