Nieuwsberichten
02-09-2004
Nazorgovereenkomst
Kan de gemeente dit wel opbrengen?
Bovenstaande vraag wordt mij de laatste dagen nogal eens gesteld. Het
antwoord op die vraag is: ja.
Hoewel de deelnemende partijen doordrongen zijn van het feit dat het
belang van een totaalovereenkomst veel verder gaat dan de financiële
aspecten, kan ik me wel voorstellen dat de financiële kant toelichting
vergt. Die toelichting wil ik graag geven.
In de wetenschap dat de ramp hoe dan ook een forse financiële
inspanning zou gaan vergen heeft de gemeenteraad vanaf het moment van
de rampzalige nieuwjaarsbrand jaarlijks een fors bedrag gereserveerd
en in een speciale voorziening gestort. Dit zijn typische ambtelijke
termen, maar het komt er in feite op neer dat jaarlijks een bedrag op
een spaarrekening is gezet. Daarnaast heeft de gemeente een
verzekeringsuitkering ontvangen. Deze bedragen zijn dus nu beschikbaar
en worden samen met de rentebijschrijvingen aangewend voor de
aankoopkosten van de panden en een eenmalige storting in het
waarborgfonds. In dit fonds, met als werknaam "Stichting Nazorg
Volendam", worden ook nog bedragen gestort vanuit de schikking met
dhr. J. Veerman (Dekker) en/of de SSNV. Dit nazorgfonds is, gezien de
jeugdige leeftijd van de getroffenen en de aard van de verwondingen,
van zeer groot belang als vangnet voor de nazorg gedurende een lange
tijd. Daarom stort de gemeente (naast de eenmalige storting) jaarlijks
een bedrag van 40.000 in dit fonds om de uitkering waardevast te
houden en een buffer te vormen. Gezien het reeds opgespaarde geld,
behoeft alleen dit jaarlijkse bedrag nog verwerkt te worden in de
begroting van de gemeente. Hoewel er door bezuinigingen geen directe
relatie komt te liggen met de OZB en deze overeenkomst, is het
misschien illustratief om te melden dat dit jaarlijkse bedrag neerkomt
op de waarde van 1% OZB.
Dit alles neemt niet weg dat het in totaliteit om aanzienlijke
bedragen gaat, maar door het reeds gespaarde bedrag, de
verzekeringsgelden en de spreiding in de tijd is het geld beschikbaar,
zonder dat hiervoor de belastingen verhoogd moeten worden. Te meer
daar de panden in volledige eigendom bij de gemeente blijven (voor het
beheer wordt een ideële stichting opgericht) en dus balanswaarde
vertegenwoordigen. In de wetenschap dat door de inwoners en het
gemeentebestuur grote waarde wordt gehecht aan het zorgvuldig omgaan
met de belangen van de getroffenen en dat de gemeente met deze
afspraken binnen de grenzen van haar financiële polsstok blijft,
vertrouw ik er ten volle op dat er grote maatschappelijke steun zal
zijn voor de overeenkomst.
Daarnaast dient niet uit het oog te worden verloren dat zonder deze
overeenkomst:
-geldverslindende en ongewisse civiele procedures ten laste van de
gemeentekas voor onbepaalde tijd doorlopen;
-nog vele jaren onzekerheid blijft bestaan over de positie van de
getroffenen en de positie van de gemeente;
-de verzekeringsgelden niet beschikbaar komen omdat deze dan moeten
worden gebruikt om de juridische procedures te voeren en advocaten te
betalen;
-het risico blijft dat het horecabedrijf op deze locatie op termijn
weer de deuren opent;
-de gemeenschap op deze wijze geen zeggenschap krijgt over de
bestemming van de panden;
-de gemeenschap versus de gemeenschap blijft procederen (toenemende
spanningen);
-een vermogen nutteloos wegvloeit (door beslagleggingen, juridische
kosten, accountants-
kosten, rentekosten etc.) waardoor alleen een lege huls overblijft.
In het besef dat ik in dit stukje niet alle aspecten heb kunnen
belichten en in de overtuiging dat de toekomstwaarde van een
overeenkomst tussen alle partijen niet enkel in geld is uit te
drukken, vertrouw ik er op bovengenoemde vraag te hebben beantwoord.
Willem van Beek
burgemeester
PS:
Tot slot nog enkele opmerkingen over de algemene financiële positie
van de gemeente. Dit om te vermijden dat er een onterecht verband
wordt gelegd tussen onze begrotingspositie en de nazorgovereenkomst.
Door recente negatieve ontwikkeling van de Rijksbegroting daalt de
jaarlijkse uitkering die de gemeente van het Rijk ontvangt. Dit is
voor Edam-Volendam voor het eerst in lange tijd. Naar verwachting
blijft dit gedurende enkele jaren het geval. Pas na het daadwerkelijk
aantrekken van de landelijke economie zal het tij weer in positieve
zin keren. Daarom is het de eerstkomende jaren nodig om de
gemeentelijke broekriem aan te halen. Door tijdelijke ombuigingen en
gerichte bezuinigingen kan -zonder de belastingen op te jagen tot een
bovengemiddeld (landelijk) niveau- vermeden worden de bestaande
voorzieningen in onze gemeente fundamenteel aan te tasten. Door het
aanwezige groeiperspectief van Edam-Volendam (woningen, inwoners)
wordt gelukkig het toekomstige draagvlak verder versterkt, maar daarom
blijft het wel nodig ook in die toekomst te investeren.
Gemeente Edam-Volendam