Nederlands medisch wetenschappelijk onderzoek gooit internationaal
hoge ogen
Ook patiënten oordelen positief over de UMCs
Nederlands medisch wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd in de
Universitair Medische Centra (UMCs) scoort hoog in vergelijking tot
andere landen. Dit blijkt uit een onderzoek dat in opdracht van de
acht UMCs in Nederland is uitgevoerd. Tevens toont een onderzoek onder
veertigduizend patiënten van de Universitair Medische Centra aan dat
patiënten tevreden zijn over de geleverde zorg. Beide onderzoeken
worden vandaag gepresenteerd op het symposium Kwaliteit laat zich
meten, van de Nederlandse Federatie van UMCs (NFU).
Tweeëndertigduizend wetenschappelijke publicaties van de acht
Universitair Medische Centra zijn in de studie beoordeeld op hun
toegevoegde waarde voor de internationale medische wetenschap.
Medische doorbraken worden doorgaans beschreven in de beste
(bio)medische wetenschappelijke tijdschriften, zoals o.a. Nature, the
Lancet, New England Journal of Medicine. De Universitair Medische
Centra in Nederland blijken bovengemiddeld veel in deze
toptijdschriften te publiceren.
Niet alleen het aantal publicaties in toptijdschriften is een maatstaf
voor kwaliteit. Ook de frequentie waarmee wetenschappers naar een
eerdere wetenschappelijke publicatie verwijzen is een graadmeter.
Nederlandse publicaties worden 33 procent vaker door wetenschappers
geciteerd dan gemiddeld het geval is. In de algemene geneeskunde waar
de toptijdschriften the Lancet, New England Journal of Medicine en
JAMA toe behoren, worden publicaties van Nederlandse komaf zelfs drie
keer zo vaak geciteerd.
Uit onderzoek van Essential Science Indicators (ESI) blijkt dat het
Nederlandse medisch onderzoek na de Verenigde Staten inmiddels een
tweede plaats inneemt op de wereldranglijst als het gaat om de
frequentie dat naar deze publicaties verwezen wordt.
Ook de productie in de Universitair Medische Centra ligt hoog. Ruim
éénderde van alle wetenschappelijke publicaties in Nederland is
afkomstig van de Universitair Medische Centra.
Rapportcijfer voor de zorg: ruim voldoende tot goed
Uit het onderzoek dat onder veertigduizend patiënten is gehouden
blijkt dat patiënten van de Universitair Medische Centra tevreden zijn
over de zorg. Patiënten beoordeelden de medische centra op zes
aspecten: ontvangst, bejegening en verzorging door verpleegkundigen,
bejegening en behandeling door artsen, informatie, de mate waarin de
patiënt invloed heeft op de behandeling (zelfstandigheid), en de
nazorg.
Zowel in de kliniek als in de polikliniek zijn patiënten zeer tevreden
over de ontvangst, de bejegening en verzorging door verpleegkundigen
en de bejegening en behandeling door artsen. De patiënten zijn
redelijk tot duidelijk tevreden over de andere drie aspecten:
informatie, de mate waarin de patiënt invloed heeft op de behandeling
en nazorg.
Uit het onderzoek blijkt dat de Universitair Medische Centra in geen
van de zes aspecten significant van elkaar verschillen. Er zijn wel
enkele verschillen in medisch specialisme zichtbaar. Patiënten van
Oogheelkunde die in de kliniek zijn opgenomen zijn meer tevreden dan
die van andere specialismen. Onderlinge vergelijking van medisch
specialismen tussen de UMCs levert verschillen op in de tevredenheid
van patiënten. Uit het onderzoek komen 23 best practice afdelingen
naar voren waar patiënten meer tevreden over zijn dan de vergelijkbare
afdelingen in de andere UMCs. De best practice afdelingen zijn een
voorbeeld voor de anderen om de zorg aan de patiënt verder te
optimaliseren.
NFU
De naam van de VAZ (Vereniging Academische Ziekenhuizen), de
koepelorganisatie van de UMCs, is gewijzigd in Nederlandse Federatie
van Universitair Medische Centra (NFU).
De NFU bestaat uit het Academisch Medisch Centrum (AMC), Academisch
Ziekenhuis Groningen (AZG), academisch ziekenhuis Maastricht (azM),
Erasmus MC, Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC), Universitair
Medisch Centrum St. Radboud (UMC St Radboud), Universitair Medisch
Centrum Utrecht (UMC Utrecht) en het VU medisch centrum.
VU ziekenhuis