Den Haag, 1 september 2004
Vragen van het lid Koenders (PvdA) en het lid Ferrier (CDA) aan de minister van Buitenlandse Zaken en de minister voor Ontwikkelings-samenwerking
over Guatemala
1. Heeft het Guatemalteekse Constitutionele Hof recentelijk een opinie verstrekt aan de Guatemalteekse regering betreffende de oprichting van CICIACS - de commissie die clandestiene parallelle structuren zou gaan onderzoeken en verantwoordelijken zou aanklagen - waarin staat dat de door Guatemala ondertekende overeenkomst met de VN terzake ongrondwettelijk zou zijn in zijn huidige vorm?
2. Heeft de EU op deze ontwikkeling gereageerd en, zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?
3. Verwacht u het risico dat de essentie van het voorstel, namelijk dat de internationale commissie als een toegevoegde aanklager kan fungeren, zal worden geschrapt? Zo nee, welke stappen resten de president om CICIACS te redden?
4. Bent u van mening dat, wanneer uit een herzien voorstel het toegevoegde aanklagerschap wordt geschrapt, CICIACS er toch moet komen? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
5. Hoe evalueert u de mensenrechtensituatie in Guatemala in de afgelopen maanden en ziet u een relatie tussen die ontwikkelingen en de discussie rond CICIACS?
6. Zult u in september de Guatemalteekse vice-president Stein ontvangen tijdens zijn bezoek aan Nederland? Zo ja, wat bent u van plan met hem te bespreken betreffende CICIACS?
7. Welke rol kan Nederland als EU-voorzitter spelen om CICIACS te redden, dan wel om de Guatemalteekse regering erop aan te spreken dat zij een geloofwaardig alternatief dient te ontwikkelen?
8. Heeft het Guatemalteekse parlement toegestemd in het toekennen van een toelage aan de zogenaamde ex-PAC, de milities die in de jaren 80 en 90 verantwoordelijk waren voor grootschalige mensenrechtenschendingen in Guatemala?
9. Waarom blijft naar uw mening een effectieve genoegdoening ( resarcimiento ) voor slachtoffers van genocide en andere schendingen van de mensenrechten vooralsnog uit, zoals overeengekomen in de vredesakkoorden?
10. Is er naar uw mening aanleiding om samen met andere donorlanden in de Grupo Consultivo een scherp afkeurend signaal af te geven met betrekking tot deze betalingen aan de ex-PAC, mede omdat effectieve genoegdoening ( resarcimiento ) voor de slachtoffers van de genocide, nog altijd op zich laat wachten?
11. Wat is de reden dat de Grupo Consultivo voor Guatemala steeds wordt uitgesteld? Wat is de Nederlandse positie in deze?
12. Vindt u dat het mogelijk niet-doorgaan van CICIACS en de betalingen aan de ex-PAC aanleiding kunnen zijn om in multilateraal verband (bijvoorbeeld via de Grupo Consultivo), het gezamenlijke ontwikkelingsprogramma met Guatemala sterker te conditioneren?