Provincie Gelderland

|                                            |Nr.  |2004-370       |
|                                            |Arnhe|31 augustus    |
|                                            |m,   |2004           |
GS-BESLUITEN 31 AUGUSTUS 2004

In de vergadering van het dagelijks bestuur van de provincie Gelderland (Gedeputeerde Staten) zijn op 31 augustus besluiten genomen, waarvan onderstaand de meest relevante. Een totaaloverzicht van de genomen besluiten is te vinden op de provinciale website: www.gelderland.nl.

Cultuurhistorische beleidskaart voor Gelderland (C9) De Gelderse bestuurders willen de cultuurhistorie een volwaardige plek geven in de ruimtelijke inrichting van Gelderland. De Gelderse cultuurhistorie is vastgelegd op de Cultuurhistorische waardenkaart (CHW) die de cultuurhistorische waarden op dit moment weergeeft. Op basis van de CHW is nu de Cultuurhistorische Beleidskaart (CHB) vervaardigd, waarop is aangegeven wat voor een aantal gebieden in Gelderland de cultuurhistorische identiteit is. In Gelderland zijn 11 gebieden met een gebiedseigen identiteit te onderscheiden. Doel van de provincie is deze gebieden te behouden, te versterken en/of te ontwikkelen, zodat de geschiedenis van Gelderland leesbaar wordt en de herkenbaarheid, betrokkenheid en verantwoordelijkheid van de burger voor zijn woon-, werk- en leefomgeving wordt versterkt. Bij allerlei ruimtelijke ontwikkelingen kan met de Cultuurhistorische Beleidskaart rekening worden gehouden met belangrijke zaken die spelen in die identiteitsgebieden. De CHB biedt belangrijke sturingsmogelijkheden, is de basis voor de Belvoirperiode 2005-2008 (cultuurhistorisch beleid) en bouwsteen voor het streekplan. In de eerste beleidsperiode van het provinciaal cultuurhistorisch beleid (Nota Belvoir 2001-2004) heeft de provincie een omslag gerealiseerd van de traditionele monumentenzorg naar een actief cultuurhistorisch beleid. Een bijzonder belangrijk element in het provinciaal cultuurhistorisch beleid is dat Gedeputeerde Staten nu een instrument, de CHB, hebben gecreëerd waarmee de provincie keuzes kan maken en sturing kan geven aan ruimtelijke ontwikkelingen.

Regionaal Plan Bommelerwaard vastgesteld (C14) In het streekplan Gelderland 1996 is bepaald dat voor de complexvorming van glastuinbouw en champignonteelt, de aanpak van leefbaarheidsproblemen en de ontwikkeling van stedelijke en recreatieve functies in de Bommelerwaard een regionaal plan wordt opgesteld dat via een streekplanuitwerking wordt vastgelegd in het ruimtelijk beleid. Dit plan is in nauw overleg met de streek opgesteld. Eén van de belangrijkste onderdelen van het plan is de glastuinbouw/champignonteelt te bundelen in enkele duurzaam in te richten concentratiegebieden. Daarbij zal ook ruime aandacht zijn voor milieu- en wateraspecten. GS hebben nu het Regionaal Plan Bommelerwaard vastgesteld als uitwerking van het streekplan Gelderland 1996 en voor de glastuinbouw/champignonteelt Bommelerwaard een ontwerp-partiële herziening van het Streekplan Gelderland 1996 vastgesteld. In het plan is in totaal 250 ha ruimte gereserveerd tot 2015 in een drietal gebieden. Deze drie concentratiegebieden voor glastuinbouw en champignonteelt zijn gelegen op de noordeiljke oeverwal (bij Zuilichem en Nieuwaal) en oostelijk van de A2 (bij Velddriel). Bij deze laatste wordt gestreefd naar een combinatie van glastuinbouw- en champignonbedrijven, zodat een efficiënt ruimtegebruik en milieuhygiënische en bedrijfseconomische voordelen behaald kunnen worden. De realisatie/invulling van de glastuinbouwlocaties zal gefaseerd gebeuren: 100 ha tot 1 juli 2007 en 150 ha daarna. Bij de invulling van de concentratiegebieden worden clusters van bedrijven gerealiseerd met een minimumomvang van 25 ha per cluster, aansluitend aan bestaande kassen. De ontwerp-partiële herziening wordt vanaf 9 september 4 weken ter visie gelegd voor inspraak. Het is de bedoeling dat deze herziening in januari 2005 door Provinciale Staten wordt vastgesteld.

Advies GS aan Provinciale Staten over splitsing energiemarkt (C11) In het advies van GS voor de statendiscussie over splitsing van de energiemarkt heeft het college aangegeven dat splitsing niet gezien moet worden als doel op zich maar dat het onder voorwaarden één van de wegen kan zijn om de publieke belangen van Gelderland te behartigen. Een kritische opstelling ten opzichte van het wetgevingsproces kan naar alle waarschijnlijkheid een betere uitgangpositie voor de provincie Gelderland geven. Op 15 september a.s. discussiëren de staten over het provinciaal aandeelhouderschap bij Nuon in de toekomst.

Positieve ervaringen provinciaal grote stedenbeleid vragen om vervolg (C17) De eerste drie jaar van het provinciale grote stedenbeleid (GSO) zijn succesvol. Dit blijkt uit de voortgangsrapportage over 2001-2003 waarin de balans voor de acht grootste steden van Gelderland is opgemaakt. Zo is met GSO een forse impuls gegeven aan de aanpak van sociale problemen in de steden. In Harderwijk zijn om de veiligheid te bevorderen bijvoorbeeld camera's geïnstalleerd in het centrum. In Zutphen worden hiervoor stadswachten ingezet. Ook zijn met GSO-middelen een betere opvang en begeleiding van dak- en thuislozen in de steden gerealiseerd. In Arnhem geeft men hierbij aan dat de overlast al merkbaar is afgenomen.

De provincie heeft tot nu toe in totaal E 91,7 miljoen geïnvesteerd in het GSO. De acht steden hebben daarbij bovendien zelf in totaal een bijdrage van E 180,7 miljoen geleverd. Gedeputeerde Wijsman is enthousiast over de samenwerking tussen de steden, de provincie en andere instellingen en organisaties binnen het GSO. "GSO is een kwestie van gewoon doen, in de afgelopen periode is hiervoor een stevige basis gelegd. Ik hoop dat we ook in 2005 samen voortvarend verder kunnen werken aan de vitaliteit van onze steden."

Gebiedsomvang Knoppunt Arnhem-Nijmegen (C4) De status van het Knooppunt Arnhem-Nijmegen zal op termijn (2005) veranderen van kaderwetgebied naar een Wgr-plus regio (Wet gemeenschappelijke regelingen). Dit betekent voor het KAN verplichte samenwerking op lokaal niveau met een permanente status. Bij het dagelijks bestuur van de provincie leeft de vraag of grootstedelijke vraagstukken, waar de WGR-plus regio's zich mee bezig houden, zich wel in even sterke mate bij alle 21 aangesloten gemeenten voordoen. Afhankelijk van het antwoord op die vraag moet gekeken worden naar de gebiedsomvang van de nieuwe Wgr-plus regio. De quick-scan is uitgevoerd door prof.dr. T. Camps. Uit zijn advies blijkt dat er een aantal gemeenten in het KAN participeert waarvan de betrokkenheid bij en de bijdrage aan de grootstedelijke problematiek niet is aangetoond. Het college heeft nu besloten om met het bestuur van het KAN en deze gemeenten te gaan praten. In ieder geval rekenen GS de gemeenten Zevenaar, Duiven, Westervoort, Arnhem, Overbetuwe, Lingewaard, Nijmegen, Beuningen en Wijchen tot het kerngebied.

650 militairen extra naar Ermelo (C8)
Gedeputeerde Staten stemmen in met de komst van ongeveer 650 militairen uit Seedorf naar Ermelo. Op vragen van het college aan de staatssecretaris van Defensie is het antwoord gekomen dat de komst slechts een geringe intensivering van het oefenen in de directe omgeving van Ermelo tot gevolg heeft. Daarom kan het college instemmen met de verplaatsing van de militairen omdat het niet zal leiden tot een toename van vliegen met helikopters. Ook de te verwachten toename van de werkgelegenheid voor de gemeente Ermelo en het maatschappelijk belang van een goed op haar taken voorbereid defensie-apparaat, heeft bij het college de doorslag gegeven.

Bestuursrapportage eerste half jaar 2004 (C12) GS hebben de bestuursrapportage over het eerste half jaar 2004 vastgesteld, waarin ze voor het eerst volgens de dualisering verslag doen over de voortgang van beleid, planning, financiën en uitvoering op programmaniveau. Het college richt zich vooral op afwijkingen ten opzichte van eerdere voornemens (begroting 2004 en Collegewerkplan), waarbij ze in het bijzonder aandacht schenken aan de consequenties en de bestuurlijk van belang zijnde aspecten. Het college constateert dat er geen zaken zijn die naar aanleiding van de tussenstand om besluitvorming vragen. Wel zijn in enkele gevallen tussentijds omstandigheden gewijzigd en wil het college zich inspannen deze te helpen ombuigen. Met de bestuursrapportage laten GS ook zien welke resultaten inmiddels zijn gerealiseerd danwel binnenkort worden verwacht. De meeste strategische omgevingsplannen zijn gereed. De samenwerking met partners in de regio's wordt geïntensiveerd. Met extra middelen zijn de wachtlijsten in de jeugdzorg weggewerkt. Voor de Gelderse werkgelegenheid zijn tientallen hectares bedrijventerrein toegevoegd of gerevitaliseerd. Op het gebied van Openbaar Vervoer en infrastructuur is belangrijke voortgang geboekt. Over het algemeen loopt de voorgang op schema, op enkele uitzonderingen na zoals streekplan, planbegeleiding gemeenten, aanpak woningbouwtempo, leefbaarheidsoffensief, projecten biologische landbouw, agrarische startersregeling, verdrogingsbestrijding, bedrijfsverplaatsing, projecten hoogwaardig openbaar vervoer, rondwegen en benutting EU-programmamiddelen.

Convenant doortrekking N18 (C18)
Het convenant over de doortrekking van de N18, Varsseveld - Enschede, waarin de samenwerking tussen Rijk, provincie Overijssel, Regio Twente en Gelderland wordt geregeld, is door het college voorlopig vastgesteld en wordt ter instemming aan het Gelders Parlement voorgelegd. In het convenant wordt de uitvoering en de financiering van de planstudie geregeld. Het is dus een formele inspanningsverplichting. Het rijk neemt 50% van de kosten voor haar rekening, de overige partijen de resterende 50%. Hiervan betaalt Gelderland, op basis van de lengte van de wegvakken, tweederde deel en Overijssel en Twente samen eenderde. De planning is dat de Trajectnota MER in het najaar van 2006 in concept wordt vastgesteld. De totale planning moet in 2010 zijn afgerond. Daarna wordt begonnen met de uitvoering. Voor de planstudie wordt de bijdrage van de provincie geraamd op 2,34 miljoen euro. Provinciale Staten hebben in maart 2004 een eerste voorbereidingskrediet van 1 miljoen vrijgemaakt. PS wordt gevraagd dit krediet te verhogen tot 2,34 miljoen. Dit extra bedrag wordt gedekt uit de verhoging van de opcenten.

Rondweg N314 Hummelo (C1)
De Startnotitie voor de Milieu-effectrapportage Rondweg N314 Hummelo is door het dagelijks bestuur van de provincie vastgesteld. In nauwe samenwerking tussen provincie en gemeente zijn de twee tracé-alternatieven aan de westzijde van Hummelo in beeld gebracht. De rondweg moet het grote probleem van het doorgaande verkeer door de dorpskern structureel oplossen. De startnotitie ligt vanaf 23 september ter inzage. Een informatie-avond is gepland op 29 september. Zie apart persbericht.

Omleiding N348 Zutphen Noord - Eefde West (C5) De omleiding van de N348 voor Zutphen Noord en Eefde West is weer een stapje dichterbij. GS heeft de richtlijnen voor het milieueffectrapport voorlopig vastgesteld. Nu kan begonnen worden met het opstellen van het MER. Bijzondere aandacht zal worden besteed aan de manier waarop de kansrijke tracé's 1 en 2 passen binnen de mogelijke toekomstige oplossingen voor de verbetering van het doorgaande regionale verkeer. Op deze manier kan de duurzaamheid en de toekomstwaarde van de tracé's verder worden onderbouwd. Ook wordt in het MER aandacht besteed aan de Strategische Milieu Beoordeling (SMB). De richtlijn SMB is bedoeld om de milieueffecten voor plannen en programma's tijdens de voorbereiding daarvan in beeld te brengen. De statencommissie voor Verkeer en Water bespreekt de richtlijnen, waarna GS ze definitief zal vaststellen.