Federale regering Belgie
Toespraak van Minister De Gucht op de diplomatieke contactdagen
(2004-08-31)
Persdienst Buitenlandse Zaken
Minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht opende de "Diplomatieke
contactdagen 2004". Voor ongeveer 150 ambassadeurs, Consul-Generaals
en Militaire Attachés die, zoals elk jaar samenkomen in het
Egmontpaleis, heeft de Minister de grote lijnen van het Belgische
buitenlandse beleid voor het komende jaar uiteengezet.
Brussel, 30.08.2004
Minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht opende vanochtend de
"Diplomatieke contactdagen 2004". Voor ongeveer 150 ambassadeurs,
Consul-Generaals en Militaire Attachés die, zoals elk jaar samenkomen
in het Egmontpaleis, heeft de Minister de grote lijnen van het
Belgische buitenlandse beleid voor het komende jaar uiteengezet. De
Minister heeft in zijn toespraak
(http://www.diplomatie.be/nl/press/speechdetails.asp?TEXTID=23311)
zijn visie ontwikkeld op de rol van de Belgische diplomatie in het
kader van de Verenigde Naties, de EU, de OVSE (waarvan ons land het
Voorzitterschap zal waarnemen in 2006) alsook over onze relaties met
andere regio's in de wereld zoals de transatlantische relaties,
Afrika, het Midden-Oosten en Azië. Hij heeft ook onder andere de
problematieken van het terrorisme, van de "gefaalde staten" en van het
antisemitisme aangehaald.
Voor zijn administratie verklaarde M. De Gucht : "De strijd tegen de
internationale criminaliteit, drugstrafiek, illegale immigratie,
milieubedreiging en wereldwijde gezondheidsproblemen zoals aids moeten
voortaan vast deel uitmaken van onze kernactiviteiten. De "moderne
diplomatie" vereist dit, want ook bij de brede bevolking moeten wij
blijven aantonen dat wij een substantiële en krachtige bijdrage kunnen
leveren tot het realiseren van de welvaart en het welzijn in ons
land".
Hij heeft zich tevens uitgesproken voor : "een versterking van het
bilateralisme in ons Europees beleid. Vertrouwensvolle en geregelde
contacten met Europese partners die onze visie delen en kunnen
bijdragen tot het bereiken van onze doelstellingen. Binnen de EU-Raad
hebt je bondgenoten nodig waar je kan op rekenen".
Betreffende de budgetaire middelen in het kader van de "preventieve
diplomatie" die door Buitenlandse Zaken beheerd worden verklaarde M.
De Gucht : "het gebruik van deze middelen moet coherent zijn, wat wil
zeggen dat het perfect moet passen in het kader van onze
doelstellingen voor het buitenlandse beleid waarvan dit instrument een
hulpmiddel moet zijn. De interventies moeten doelgericht zijn en
moeten concreet en duidelijk identificeerbaar zijn".
Tot slot onderstreepte de Minister dat hij van de "economische
diplomatie" één van zijn prioriteiten wil maken. Voor de Minister:
"dient deze meer aandacht en een betere invulling te krijgen. Onze
welvaart, tewerkstelling en welzijn zijn in sterke mate afhankelijk
van het buitenland. (...) Let wel, het gaat hem bij economische
diplomatie niet om de promotie van de buitenlandse handel sensu
stricto, daar zijn in ons land andere instanties voor bevoegd. Het
gaat hem over het wegwerken van allerlei obstakels, barrières en
moeilijkheden die onze exporteurs en investeerders ondervinden bij hun
pogingen om vreemde markten te veroveren of nog over het faciliteren
van procedures en contacten".