Persberichten
31 augustus 2004
Stuiting verjaring moordzaak Ghurahoo onbeslist
Het openbaar ministerie te Utrecht heeft gisteren kennis genomen van
de beschikking van de raadkamer van de Utrechtse rechtbank in de zaak
Ghurahoo inzake het verzoek opening gerechtelijk vooronderzoek. De
rechtbank heeft bekend gemaakt dat de raadkamer deze vordering heeft
afgewezen en merkt hierbij op dat er hiermee geen sprake kan zijn van
stuiting van de verjaring en dat een eventuele verdachte niet vervolgd
zal kunnen worden.
Het openbaar ministerie betreurt deze beslissing en stelt zich op het
standpunt dat de beslissing of het OM nu wel of niet ontvankelijk is
en de verjaring hiermee wel of niet gestuit is - een beslissing is van
de zittingsrechter. De raadkamer was gevraagd een gerechtelijk
vooronderzoek in te stellen; de vraag of de verjaring van de moordzaak
al dan niet gestuit is, is hen niet ter beantwoording voorgelegd.
Daarom loopt het onderzoek in deze zaak onverkort door. Mocht er een
verdachte worden aangehouden met een DNA-profiel dat overeenkomt met
het profiel van de man die verantwoordelijk gehouden wordt voor de
moord op de destijds elfjarige Arthur Ghurahoo, dan zal het openbaar
ministerie deze persoon vervolgen en voor de rechter brengen. Het is
aan deze rechter om te beslissen dat het openbaar ministerie al dan
niet ontvankelijk is.
In de voortgang van deze zaak - en ook naar aanleiding van deze
beschikking - is de familie steeds geïnformeerd. Met nadruk kan
gesteld worden dat het openbaar ministerie er niet op uit is valse
hoop te wekken bij de nabestaanden maar alles doet wat maar mogelijk
is om de dader te kunnen vervolgen. Dat er bij het vorderen van de
opening GVO veel publicitaire aandacht is geweest, is er uitsluitend
op gericht geweest om de dader duidelijk te maken dat de opsporing nog
steeds doorloopt. Dat is ook nu nog steeds het geval.
Of het openbaar ministerie in cassatie zal gaan tegen de beschikking
van de raadkamer bij de Hoge Raad, wordt nog bestudeerd.
Openbaar Ministerie