De Unie
Financiering kinderopvang bij wet geregeld
31 augustus 2004 - Op 1 januari 2005 wordt de nieuwe Wet Kinderopvang
van kracht. De Wet geldt alleen voor geregistreerde opvang van
kinderen tot en met de basisschool en zal voor veel ouders financiële
gevolgen hebben.
Betreft het geen opvang door een geregistreerd kindercentrum of via
een geregistreerd gastouderbureau, dan draagt de overheid niet bij.
Ook de werkgever kan in dit geval geen belastingvrije vergoeding voor
kinderopvang geven.
De nieuwe Wet in het kort
De nieuwe wet heeft een belangrijk uitgangspunt: de financiering van
de kinderopvang is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van ouders,
werkgevers en overheid.
* Ouders moeten voortaan zelf een overeenkomst met het kindercentrum
of gastouderbureau af te sluiten en krijgen zelf de factuur.
* Bedrijfsplaatsen en subsidieplaatsen vervallen.
* De overheid gaat de ouders een tegemoetkoming in de kosten geven.
Dat bedrag wordt maandelijks door de Belastingdienst betaald en
komt in plaats van de huidige mogelijkheid om de kosten voor
kinderopvang af te trekken van de inkomstenbelasting.
* De hoogte van de tegemoetkoming is afhankelijk van het
huishoudinkomen, het aantal uren opvang, het uurtarief van de
opvang, het aantal kinderen en de soort opvang.
* Werkgevers mogen maximaal een derde (een zesde per werkgever) van
de kosten van kinderopvang fiscaal vrij vergoeden, maar de wet
verplicht werkgevers nergens toe.
* Het restant van de kosten is voor rekening van de ouders.
Bijzondere situaties
Indien de totale werkgeversbijdrage minder is dan een derde van de
opvangkosten, compenseert de overheid een deel van de ontbrekende
bijdrage door middel van een extra tegemoetkoming. Deze extra bijdrage
is echter afhankelijk van het inkomen en wordt bovendien de komende
jaren sterk versoberd. Vanaf 2009 geldt deze regeling alleen nog voor
gezinnen met een inkomen tot circa 45.000,-.
Bij eenoudergezinnen kan maar één werkgever bijdragen in kosten voor
kinderopvang, daarom ontvangen eenoudergezinnen een aanvullende
tegemoetkoming van het Rijk. Deze bedraagt maximaal een zesde van de
totale kinderopvangkosten en is niet afhankelijk van het inkomen.
In bijzondere situaties neemt de gemeente of het UWV de
werkgeversbijdrage voor zijn rekening. Dit is het geval indien ouders
bijvoorbeeld een verplichte inburgeringscursus of reïntegratietraject
volgen. Ook studenten en gezinnen met een sociaal-medische indicatie
kunnen hiervoor in aanmerking komen.
Ouders die in december 2004 nog gebruik maken van een subsidieplaats,
komen in aanmerking voor een bijzondere regeling en ontvangen een
aanvulling op de tegemoetkoming van het Rijk.
Wat moeten ouders doen?
Om goed in te spelen op de veranderingen per 1 januari 2005 dienen
ouders nu al het een en ander te regelen en aan te vragen.
* Indien u gebruik maakt van een bedrijfsplaats of subsidieplaats,
stem af met werkgever of gemeente wanneer deze contracten opgezegd
worden. Voorkomen moet worden dat overeenkomsten opgezegd worden,
terwijl u nog geen nieuwe overeenkomst heeft afgesloten.
* Sluit zelf een contract af met een geregistreerd kindercentrum of
gastouderbureau.
* Informeer naar de regeling van uw werkgever en vraag naar de
hoogte van de bijdrage in 2005.
* Ga na hoe uw werkgever de regeling gaat uitvoeren.
* Vraag bij de Belastingdienst de tegemoetkoming van het Rijk aan.
Bereid de aanvraag goed voor. Informeer bij de werkgever(s) naar
de hoogte van de werkgeversbijdrage in 2005 en vraag het
kindercentrum of gastouderbureau om een offerte voor de kosten.
* Indien u de tegemoetkoming per januari 2005 wilt ontvangen, zorg
er dan voor dat uw aanvraag uiterlijk 30 november 2004 binnen is
bij de Belastingdienst.
CAO-regeling
De Unie is van mening dat in alle CAOs een regeling voor vergoeding
van de kosten van kinderopvang opgenomen moet zijn en zal dit aan de
diverse CAO-tafels meenemen. Het gaat daarbij om de volgende
afspraken:
* De regeling geldt voor alle werknemers (zowel vrouwelijke als
mannelijke werknemers).
* De vergoeding voor de kosten geldt voor kinderen van 0 jaar tot en
met de basisschool; dus ook de buitenschoolse opvang valt eronder.
* Onder kinderopvang wordt niet alleen verstaan geregistreerde
kinderopvangcentra, maar ook opvang via geregistreerde
gastouderbureaus en andere geregistreerde instellingen voor
kinderopvang.
* De door de werkgever verstrekte vergoeding bedraagt bij voorkeur
een zesde deel van de door de werknemer betaalde kosten voor
kinderopvang.
* De werkgever verstrekt een vergoeding voor de opvangkosten voor
maximaal evenveel dagdelen als de medewerker werkzaam is. Indien
de partner van de werknemer minder dagdelen werkzaam is, wordt
maximaal over het aantal dagdelen van de partner de vergoeding
verstrekt.
* Indien gebruik wordt gemaakt van intermediairs hebben ouders de
keuze om daar geen gebruik van te maken. Indien de werkgever
gebruik maakt van intermediairs, zijn de daaraan verbonden kosten
voor rekening van de werkgever.
Meer weten?
Programmabureau Implementatie Wet Kinderopvang: www.wetkinderopvang.nl
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid: www.szw.nl
Belastingdienst: www.belastingdienst.nl (vanaf 15 september 2004)
dinsdag, 31 augustus 2004