CORDAID
Den Haag, 30 augustus 2004
Suriname juist te arm voor stopzetten hulprelatie
Vandaag ontvangt minister van Ardenne van Ontwikkelingssamenwerking
haar Surinaamse collega Raghoebarsing. Onderwerp van gesprek is onder
meer het Haagse voornemen om de ontwikkelingsrelatie met Suriname
geheel te beëindigen. Dit is mogelijk want, aldus de minister van
Ontwikkelingssamenwerking, Suriname heeft inmiddels zo'n hoog BNP
gerealiseerd dat het haar benodigde hulp nu zelf kan financieren. Van
Ardenne wil dan ook binnen vijf jaar de hulprelatie afbouwen.
Cordaid zet grote vraagtekens bij deze handelswijze. Nederland kan
niet eenzijdig de bilaterale hulprelatie met Suriname opzeggen. De
voortzetting van die hulp ligt immers vast in het verdrag dat bij de
onafhankelijkheid van 1975 door beide landen werd ondertekend. Verder
profiteert de bevolking maar weinig van de potentiële rijkdom van
Suriname waar de minister over spreekt. Meer dan de helft van de
Surinaamse bevolking leeft onder de armoedegrens. Voorzieningen als
onderwijs en gezondheidszorg zijn afhankelijk van externe hulp. En de
totale armoedeval van vele families wordt voorkomen dankzij steun van
familie uit Nederland.
Cordaid acht het van een verregaand optimisme dat in vijf jaar tijd de
structurele armoede, de zwakke structuur van economie en democratie in
Suriname dusdanig verbeterd zullen zijn dat een ontwikkelingsrelatie
tussen de overheden van beide landen niet meer nodig is.
Cordaid is er groot voorstander van dat Suriname ooit onafhankelijk
wordt van Nederlandse steun en werkt daarom al jaren aan structurele
capaciteitsopbouw vanuit het land zelf. Het is alleen zeer
onwaarschijnlijk dat die opbouw van de Surinaamse samenleving in vijf
jaar te realiseren is. Cordaid kan zich dus niet vinden in het
voorgenomen beleid van Minister van Ardenne, maar pleit ervoor de
hulprelatie zo in te zetten dat Suriname zelf haar problemen kan gaan
oplossen.
Voor meer informatie kunt u bellen met Eric Bloemkolk, Cordaid
Communicatie, 06-21580316
30 aug 04 16:38