Persbericht, 30-8-2004
Intentieverklaring versterking eerstelijnszorg breed gedragen
Dit is een gezamenlijk persbericht van AVVV, KNGF, KNMP, KNOV, LVE,
LVG, LVT, MO-groep, VWS, NPCF, VvOCM en ZN
De minister van VWS en vertegenwoordigers van verschillende
brancheorganisaties hebben vandaag een intentieverklaring ondertekend,
waarin gezamenlijke standpunten ten aanzien van de versterking van de
eerstelijns gezondheidszorg geformuleerd staan.
Doel intentieverklaring
Het versterken van de eerstelijnszorg is noodzakelijk om de
toekomstige uitdagingen aan te kunnen. Door samenwerking tussen
zorgaanbieders kan voorkomen worden dat patiënten in een doolhof van
zorg terecht komen.
De eerstelijnsgezondheidszorg heeft altijd een sterke en waardevolle
positie gehad in het Nederlandse zorgstelsel. Deze positie staat nu,
door verschillende maatschappelijke ontwikkelingen, onder druk. De
eerstelijnsgezondheidszorg kenmerkt zich van oudsher door
laagdrempelige toegang tot de zorg, dicht in de buurt. Hierbij bestaat
de zorg vaak uit generalistische zorg en vormt de eerste lijn over het
algemeen de eerste toegang tot de zorg.
De maatschappelijke ontwikkelingen zijn onder meer een ouder wordende
bevolking, steeds complexer wordende zorgvragen en een toename van het
aantal chronisch zieken. Ook vragen patiënten steeds meer om zorg op
maat.
Deze ontwikkelingen vragen om verbeterde onderlinge afstemming tussen
de verschillende aanbieders, waarbij verantwoorde taakherschikking
tussen beroepen zowel de kwaliteit van zorg helpt continueren, als
capaciteitsproblemen helpt ondervangen.
De vandaag ondertekende intentieverklaring bevat dan ook een aantal
gezamenlijke standpunten en intenties, die beogen om samen te komen
tot een sterke, toekomstgerichte eerstelijnszorg. Het belang van een
betere service voor patiënten, het waarborgen van een kwalitatief
hoogwaardig zorgaanbod en het creëren van een goede werkomgeving voor
zorgaanbieders staan hierin voorop.
De intentieverklaring vormt het startpunt voor een Landelijk Overleg
Versterking Eerstelijnszorg (LOVE). Uit dit overleg zal een
programmatische aanpak van de versterking van de eerstelijnszorg
komen, waarin concrete stappen en de verantwoordelijkheidsverdeling
tussen partijen zullen worden opgenomen.
Een betere organisatie
In de Tweede Kamerbrief De toekomstbestendige eerstelijnszorg gaf
minister Hoogervorst al aan dat door de organisatie van de
eerstelijnszorg te veranderen er meer patiënten in
eerstelijnsvoorzieningen kunnen worden opgevangen en behandeld.
Daarbij wordt uitgegaan van een verantwoord niveau van
toegankelijkheid en kwaliteit van. Het veranderen van de organisatie
betekent een omslag van een mono-disciplinaire lappendeken naar
multidisciplinaire samenwerkingsvormen van eerstelijnszorg. Een
geïntegreerde eerste lijn richt zich niet uitsluitend op curatieve,
somatische (lichamelijke) zorg, maar ook op de samenhang en
samenwerking met de wijkverpleging, de eerstelijns geestelijke
gezondheidszorg en de farmaceutische zorg. Tevens is meer afstemming
nodig met aanpalende sectoren zoals maatschappelijke ondersteuning,
wonen en welzijn.
Geen landelijke blauwdruk, wel richtlijnen
Het is niet de bedoeling dat landelijke (branche-)organisaties of de
overheid een blauwdruk geven voor de organisatie van de
eerstelijnszorg. Eerstelijnszorg wordt, op regionaal niveau,
vormgegeven in de onderhandelingen tussen verzekeraars,
zorgaanbieders, organisaties van patiënten/consumenten en gemeenten.
Zij houden daarbij rekening met de geografische en demografische
omstandigheden en lokale wensen. Hierbij moet echter voorkomen worden
dat de ontwikkeling naar meer samenwerking in regio's te vrijblijvend
wordt opgepakt en te veel berust op toeval of inzet van enkele
personen. Het gaat er dus primair om een katalysatie-proces op gang te
brengen.
Stimuleren van lokaal ondernemerschap
Landelijke (branche-)organisaties en de overheid gaan partijen meer
aansporen om hun verantwoordelijkheid te nemen en hen aanspreken als
zij dat niet of onvoldoende doen.
Een - voor het eind van dit jaar op te stellen - actieprogramma
(Programma Versterking Eerstelijnsgezondheidszorg) vormt daarvoor de
basis.
Gezamenlijk startpunt
In de intentieverklaring worden gezamenlijke standpunten verwoord.
Hoewel er op punten verschil van mening is, vinden de voornoemde
partijen het van groot belang voor de toekomst van de eerstelijnszorg
dat voor het eerst een gemeenschappelijke lijn getrokken wordt. Zowel
patiënten, zorgverzekeraars, als zorgverleners hebben veel te winnen
bij een sterke eerstelijnszorg.
Hoewel de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) en het Nederlands
Huisartsen Genootschap (NHG) wel betrokken zijn geweest bij het
proces, zullen zij de intentieverklaring niet ondertekenen. Om voor
hen moverende redenen hebben LHV en NHG besloten zich niet te
verbinden aan een sterke eerstelijnszorg zoals die in de
intentieverklaring geschetst wordt. Uiteraard zijn deze partijen vrij
om op een later tijdstip de intentieverklaring alsnog te ondertekenen.
De volgende organisaties hebben de intentieverklaring 'Versterking
Eerstelijnszorg' ondertekend:
* Algemene Vereniging Verpleegkundigen en Verzorgenden (AVVV)
* Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF)
* Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering van de
Pharmacie (KNMP)
* Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV)
* Landelijke Vereniging van Eerstelijnspsychologen (LVE)
* Landelijke Vereniging voor de Georganiseerde eerste lijn (LVG)
* Landelijke Vereniging voor Thuiszorg (LVT)
* Maatschappelijk Ondernemers groep (MO-groep)
* Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
* Nederlands Patiënten Consumenten Federatie (NPCF)
* Vereniging van Oefentherapeuten Cesar en Mensendieck (VvOCM)
* Zorgverzekeraars Nederland (ZN)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport