Inspectie Werk en Inkomen
Directie Toezicht zelfstandige
bestuursorganen
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus 11563
De heer mr. A.J. de Geus 2502 AN Den Haag
Postbus 90801 Prinses Beatrixlaan 82
2509 LV DEN HAAG 2595 AL Den Haag
Telefoon (070) 304 44 44
Fax (070) 304 44 45
www.iwiweb.nl
Contactpersoon drs. A.A. van den Berg Datum 13 augustus 2004
Doorkiesnummer (070) 304 46 86 Uw kenmerk
E-mail avberg@iwiweb.nl Ons kenmerk 2004/2972
Onderwerp Oordeel inspectie over jaarrekening 2003 Sociaal-Economische Raad
Geachte heer De Geus,
In het jaarverslag IWI 2003 heb ik gemeld dat de inspectie zich nog geen oordeel heeft kunnen
vormen over de kwaliteit, juistheid en getrouwheid van de financiële verantwoordingsinforma-
tie over het jaar 2003 van de Sociaal-Economische Raad (SER). De ontvangst van de rekening
Baten en lasten 2003 van deze instelling eind mei 2004 verhinderde de opname van mijn oor-
deel in het jaarverslag.
Het oordeel van de inspectie over de jaarrekening SER treft u hierna aan.
De inspectie heeft de jaarrekening SER 2003 beoordeeld aan de hand van de eisen vastgelegd
in wet- en regelgeving, het Beoordelingskader toezichtinformatie SER en de Verordening Fi-
nanciën bedrijfslichamen 1999. De SER hanteert de formeel niet op hem van toepassing zijnde
verordening financiën bedrijfslichamen 1999 als uitgangspunt voor het eigen financiële beheer.
Oordeel IWI
De inspectie is van mening dat de rekening van baten en lasten een juist en getrouw beeld geeft
over de uitgaven van de SER in het kader van de uitoefening van haar taken. De op basis van
de bij de toetsing naar voren gekomen vraagpunten zijn door de SER in voldoende mate toege-
licht. De rekening van baten en lasten gaat gepaard met een goedkeurende accountantsverkla-
ring.
Oordeel minister van Financiën
Met betrekking tot het onderdeel "Dienst uitvoering Wet assurantiebemiddelingsbedrijf
(WABB)" is de rekening van baten en lasten aan de minister van Financiën voorgelegd. De
rekening van baten en lasten geeft voor de Minister van Financiën geen aanleiding tot het ma-
ken van opmerkingen.
De Inspectie Werk en Inkomen houdt toezicht op de uitvoering van de sociale zekerheid en is
een organisatie van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Ons kenmerk 2004/2972
De inspectie vindt dat de indeling van de financiële verantwoording voor verbetering vatbaar
is. De structuur van de begroting en daarbij behorende jaarrekening geeft geen inzicht in de
verdeling van kostenposten tussen enerzijds de adviestaken van de SER en anderzijds de be-
stuurlijke en toezichthoudende taken met betrekking tot de bedrijfslichamen. In zijn reactie
geeft de SER aan dat gewerkt wordt aan een nieuwe indeling van de financiële verantwoording.
De nieuwe indeling zou het door de inspectie gewenste inzicht in de kostenverdeling tussen de
diverse hoofdactiviteiten van de SER wel mogelijk maken.
Een punt van aandacht blijft de vermogenspositie van het Gemeenschappelijk Begeleidingsin-
stituut Ondernemingsraden (GBIO). In haar oordelen over de rekening Baten en lasten 2001 én
2002 heeft de inspectie hier al op gewezen. In het kader van de Wet op de ondernemingsraden
(WOR) bekostigt het GBIO de scholingsinfrastructuur ten behoeve van ondernemingsraden en
subsidieert zij instanties die bijdragen in de kosten van OR-cursussen. De SER houdt toezicht
op het GBIO. In verband met de liquiditeitsbehoefte van GBIO wordt een vermogenopbouw
van ongeveer 45% van de jaarlijkse lasten aangehouden.
Het huidige vermogen van het GBIO bedraagt ruim 30,8 miljoen euro. Dit is meer dan 100%
van de jaarlijkse lasten. Door het GBIO-bestuur en de SER zijn de afgelopen jaren maatregelen
genomen om het vermogensoverschot te reduceren. Deze maatregelen leiden volgens de prog-
noses tot een geleidelijke afbouw van de reserve tot de streefwaarde van 45% van de lasten,
een niveau dat naar verwachting ultimo 2007 bereikt zal worden. Uit de jaarrekening blijkt dat
de genomen maatregelen wel effect sorteren, echter niet in die mate die op basis van de begro-
ting 2003 verwacht mocht worden. De SER geeft in haar jaarrekening aan geen aanvullende
maatregelen te zullen treffen.
In zijn reactie geeft de SER aan dat deze handelswijze een gevolg is van de invoering van de
Wet Financiering Sociale Verzekeringen. Door overdracht van de inning van de OR-heffing
van UWV naar de Belastingdienst zal de SER/het GBIO in 2006 geen baten hebben. Het bo-
venmatig vermogen van het GBIO zal gebruikt worden ter overbrugging van het gebrek aan
middelen in dat jaar.
2/3
Ons kenmerk 2004/2972
Ik verzoek u deze brief aan te bieden aan de Eerste en Tweede Kamer. Rekening houdend met
de vier weken termijn verzoek ik u mij op de hoogte te stellen op welk moment u de brief naar
de Staten-Generaal zendt.
Hoogachtend,
Inspecteur-generaal
(mr. L.H.J. Kokhuis)
Bijl.
c.c. Dhr. drs. M.A. Ruys, secretaris-generaal
Dhr. mr. drs. T.W. Langejan, DGASV
Mw. drs. M. van Griethuysen, Afdeling coördinatie departementale stukken
Dhr. J.D. Kalk, Bureau advies secretaris-generaal
Dhr. S.C. Koole, directeur Communicatie
3/3
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid