Koninklijke Ahold
SitemapContact / RouteDisclaimerEnglish ____________________
Ga
Investor Relations Corporate Governance Media Informatie Over Ahold
Ahold in de samenleving Werkmaatschappijen Carrière
Introductie Nieuws Webcasts & Presentaties Fotodatabase Agenda
Veelgestelde Vragen
Ahold Q2 2004: nettowinst EUR 32 miljoen
26/08/04
Hoofdpunten Q2 2004
· Nettowinst EUR 32 miljoen (Q2 2003: nettowinst EUR 3 miljoen)
positief beïnvloed door lagere netto financiële lasten
· Bedrijfsresultaat EUR 169 miljoen (Q2 2003: bedrijfsresultaat EUR
222 miljoen)
· Netto-omzet EUR 12,3 miljard, een daling van 4,9% vergeleken met Q2
2003. Exclusief wisselkoerseffecten en de invloed van desinvesteringen
steeg de netto-omzet met 3,0%
· De negatieve nettokasstroom vóór financieringsactiviteiten bedroeg
EUR 5 miljoen (Q2 2003: positieve nettokasstroom vóór
financieringsactiviteiten van EUR 399 miljoen).
View pdf file:
- Ahold Q2 2004
Zaandam, 26 augustus 2004 Ahold heeft vandaag de resultaten over het
tweede kwartaal van 2004 gepubliceerd.
Veel van onze belangrijkste werkmaatschappijen hebben beter
gepresteerd in vergelijking met hetzelfde kwartaal vorig jaar, aldus
Anders Moberg, President en CEO. Het herstel van U.S. Foodservice ligt
goed op koers en wij zijn verheugd dat we over dit kwartaal een
positief bedrijfsresultaat kunnen rapporteren. In Europa versterkte
Albert Heijn haar positie als marktleider dankzij de voortgaande
herpositionering, terwijl kostenreducties tot een hoger
bedrijfsresultaat hebben geleid.
De resultaten van onze Amerikaanse retailbedrijven worden nog steeds
beïnvloed door hevige concurrentie. Daarnaast hebben we druk op de
bedrijfskosten ondervonden en waren er bepaalde lasten voor impairment
(bijzondere waardevermindering) van vaste activa en kosten die
samenhingen met de integratie van Giant-Landover en Stop & Shop in één
arena, vervolgde de heer Moberg. Dit integratieproces, dat onderdeel
is van ons Road to Recovery-programma, verloopt volgens plan. Naarmate
deze enorme klus en andere lopende projecten hun voltooiing naderen,
zullen we het volledige effect ervan gaan zien op onze
concurrentiepositie.
Samenvatting Q2 2004
Netto-omzet exclusief wisselkoerseffecten en invloed van
desinvesteringen gestegen
In het tweede kwartaal van 2004 bedroeg de netto-omzet EUR 12,3
miljard, een daling van 4,9% vergeleken met dezelfde periode van 2003.
Exclusief wisselkoerseffecten en de invloed van desinvesteringen
bedroeg de groei van de netto-omzet 3,0%.
Bedrijfsresultaat lager dan vorig jaar
Het bedrijfsresultaat bedroeg in het tweede kwartaal van 2004 EUR 169
miljoen (Q2 2003: EUR 222 miljoen). De Europese retailactiviteiten en
U.S. Foodservice behaalden een hoger bedrijfsresultaat, terwijl het
bedrijfsresultaat van de Amerikaanse retailactiviteiten aanzienlijk
lager uitkwam. De resultaten van de Amerikaanse retailactiviteiten en
die in Zuid-Amerika werden beide negatief beïnvloed door
impairmentlasten van vaste activa. De kosten van de schikking met AIG
Europe (Netherlands) N.V., zoals bekendgemaakt op 16 juli 2004, zijn
ook in het resultaat opgenomen.
Nettowinst positief beïnvloed door lagere netto rentelasten
De verbetering van de nettowinst tot EUR 32 miljoen in het tweede
kwartaal van 2004 (Q2 2003: nettowinst van EUR 3 miljoen) was vooral
te danken aan lagere netto rentelasten als gevolg van de vervroegde
aflossing van schulden in het tweede kwartaal en in de loop van 2003.
Nettoschuld nagenoeg onveranderd
De nettoschuld veranderde slechts marginaal in het tweede kwartaal van
2004. De brutoschuld werd echter verder teruggebracht van EUR 10,6
miljard aan het eind van het eerste kwartaal van 2004 tot EUR 9,6
miljard aan het eind van het tweede kwartaal van 2004. Dit was het
gevolg van de aanhoudende inspanningen van Ahold om de balanspositie
te versterken.
Nettokasstroom
In het tweede kwartaal was er sprake van een geringe negatieve
kasstroom vóór financieringsactiviteiten van EUR 5 miljoen (Q2 2003:
EUR 399 miljoen positief). Deze daling was vooral het gevolg van
lagere opbrengsten uit de verkoop van onroerend goed, hogere bedragen
aan betaalde vennootschapsbelasting en per saldo een negatieve
kasstroom vanwege werkkapitaalmutaties.
Ahold handhaaft haar vooruitzichten voor 2004: een overgangsjaar
In 2004 zijn de inspanningen gericht op versterking van de
onderneming, herstructurering en integratie van activiteiten teneinde
een stevig platform te creëren voor toekomstige groei en
winstgevendheid. Het management zal zich concentreren op het bereiken
van de eerder aangekondigde doelstellingen voor 2005 en daarna, zoals
neergelegd in de Road to Recovery.
Ahold gaat door met het verbeteren van de interne controle en
corporate governance, evenals met het aanscherpen van het toezicht op
de naleving van de regels in 2004. Al deze aanpassingen zijn
belangrijke onderdelen van het Road to Recovery-programma. Ze zullen
zowel in de werkmaatschappijen als bij de ondersteunende diensten in
2004 grote middelen en inspanningen vergen.
De retailactiviteiten worden nog steeds geconfronteerd met toenemende
concurrentie en prijsdruk. Met name de concurrentiedruk bij de
Amerikaanse retailactiviteiten blijft een grote uitdaging. Anderzijds
verwacht Ahold een gezonde omzetontwikkeling in de foodservice-sector.
Naar verwachting zal het bedrijfsresultaat vóór impairment en
afschrijving goodwill en bijzondere posten van U.S. Foodservice in
2004 positief zijn en niet later dan 2006 het resultaat van 2002
overtreffen.
De bedrijfskosten worden in belangrijke mate beïnvloed door kosten die
samenhangen met juridische procedures en onderzoeken, evenals
maatregelen die in uitvoering zijn om te gaan rapporteren volgens de
International Financial Reporting Standards en de voortgaande
werkzaamheden om te voldoen aan de eisen van de Amerikaanse
Sarbanes-Oxley wet.
Zoals eerder bekendgemaakt, zullen de cumulatieve koersverschillen met
betrekking tot bepaalde desinvesteringen, waarvan een substantieel
deel werd geboekt in het eerste kwartaal, een aanzienlijk effect
hebben op het nettoresultaat van 2004. Deze zullen echter per saldo
geen invloed hebben op het eigen vermogen of de kaspositie.
Ahold verwacht een last in de winst- en verliesrekening conform Dutch
GAAP op te nemen als uitvloeisel van de transactie met ICA Förbundet
(zoals aangekondigd op 19 juli 2004) nadat Canica de betreffende
put-optie heeft uitgeoefend. Het tijdstip van de overdracht is
afhankelijk van het arbitrage- en waarderingsproces van de
onderliggende aandelenprijs met betrekking tot deze put-optie.
De nettokasstroom uit operationele activiteiten zal naar verwachting
een verbetering vertonen als gevolg van initiatieven om het
werkkapitaal te reduceren. De investeringen zullen ongeveer op
hetzelfde niveau liggen als de afschrijvingen.
Het desinvesteringsprogramma van Ahold ligt op schema. Op basis van de
huidige stand van de lopende verkoopprocessen is er een gerede
verwachting dat de onderneming de verkoop van de activiteiten in
Spanje en van BI-LO en Bruno´s later dit jaar af zal ronden.
De algemene economische vooruitzichten in de Verenigde Staten voor de
rest van het jaar zijn moeilijker te voorspellen geworden in verband
met de onzekerheid met betrekking tot macro-economische ontwikkelingen
(waaronder de olieprijzen).
De gedetailleerde geconsolideerde financiële overzichten zijn
opgenomen in Bijlage A.
Ahold maakt de jaarrekening op overeenkomstig in Nederland algemeen
aanvaarde waarderingsgrondslagen (Dutch GAAP). Dutch GAAP verschilt in
sommige opzichten materieel van in de Verenigde Staten algemeen
aanvaarde waarderingsgrondslagen (US GAAP). Alle financiële informatie
in dit persbericht is gebaseerd op Dutch GAAP, tenzij anders
aangegeven.
De in dit persbericht gerapporteerde kwartaalcijfers zijn niet door de
externe accountant gecontroleerd.
Aholds rapportage is gebaseerd op 13 perioden van 4 weken. De
dochtermaatschappijen van Ahold in Centraal-Europa, Spanje en
Zuid-Amerika, maken gebruik van een kalenderjaareinde. De kwartalen
die deze maatschappijen gebruiken voor tussentijdse financiële
rapportages eindigen op 31 maart, 30 juni en 30 september.
De volgende 3 non-GAAP financiële maatstaven komen voor in dit
persbericht: (1) bedrijfsresultaat vóór impairment en afschrijving van
goodwill en bijzondere posten, (2) netto-omzet exclusief
wisselkoerseffecten en de invloed van desinvesteringen en (3) het
effectieve percentage van de belastingdruk, exclusief de invloed van
niet fiscaal aftrekbare impairments en afschrijvingen van goodwill en
buitengewone posten. Voor meer informatie over deze non-GAAP
financiële begrippen, zie Non-GAAP financiële begrippen hierna.
De in dit persbericht opgenomen resultaten over het tweede kwartaal
van 2003 en de eerste helft van 2003 zijn aangepast zodat ze
vergelijkbaar zijn met de resultaten van het tweede kwartaal van 2004
en de eerste helft van 2004. Voor een toelichting op deze
aanpassingen, zie Aanpassingen hierna.
Resultaten Ahold Q2 2004
Netto-omzet steeg exclusief wisselkoerseffecten en invloed van
desinvesteringen
In het tweede kwartaal van 2004 bedroeg de netto-omzet EUR 12,3
miljard, een daling van 4,9% vergeleken met dezelfde periode van 2003.
De groei van de netto-omzet exclusief wisselkoerseffecten en de
invloed van desinvesteringen bedroeg in het tweede kwartaal 3,0%.
Aholds retailactiviteiten in de Verenigde Staten realiseerden een
groei van de netto-omzet van 2,0% exclusief het effect van de
desinvestering van Golden Gallon in 2003. De netto-omzet werd positief
beïnvloed door het Paas-effect (de zwakke verkoopperiode na Pasen viel
in 2004 in het eerste kwartaal in plaats van in het tweede kwartaal)
en de onveranderde prijsinflatie van levensmiddelen in vergelijking
met het eerste kwartaal, terwijl er een negatieve invloed was van
toegenomen promotionele acties. In de Europese retailactiviteiten
bedroeg de groei van de netto-omzet exclusief wisselkoerseffecten en
de invloed van desinvesteringen 0,5% ten opzichte van hetzelfde
kwartaal van 2003.
De netto-omzet van U.S. Foodservice steeg in Amerikaanse dollars met
7,5% tot USD 4,4 miljard, vooral dankzij hogere prijzen en een
toegenomen volume. De netto-omzet in het eerste halfjaar van 2004
bedroeg EUR 27,7 miljard (eerste halfjaar 2003: EUR 30,3 miljard), een
daling van 8,6%. De netto-omzet exclusief wisselkoerseffecten en de
invloed van desinvesteringen groeide met 2,0% in het eerste halfjaar
van 2004.
Bedrijfsresultaat in Q2 2004 lager dan vorig jaar
Bedrijfsresultaat vóór impairment en afschrijving goodwill en
bijzondere posten
Het bedrijfsresultaat vóór impairment en afschrijving goodwill en
bijzondere posten daalde in het tweede kwartaal met 20,1% tot EUR 207
miljoen in vergelijking met dezelfde periode van vorig jaar.
Het bedrijfsresultaat vóór impairment en afschrijving goodwill en
bijzondere posten vertoonde in het tweede kwartaal van 2004 een
verbetering bij alle belangrijke Europese werkmaatschappijen
vergeleken met dezelfde periode van vorig jaar. U.S. Foodservice
behaalde een positief bedrijfsresultaat vóór impairment en
afschrijving goodwill en bijzondere posten, terwijl dit in het tweede
kwartaal van 2003 nog negatief was. Deze verbetering was vooral te
danken aan een daling van de bedrijfskosten uitgedrukt in procenten
van de netto-omzet. De bedrijfskosten werden gunstig beïnvloed door
een verbeterde efficiency in de verkoop en distributie. De
verbeteringen bij de Europese retailactiviteiten en U.S. Foodservice
waren onvoldoende om de aanzienlijk lagere resultaten bij de
Amerikaanse retailactiviteiten goed te maken; deze daling was een
gevolg van druk op de bedrijfskosten, alsmede lasten voor impairment
van vaste activa, integratiekosten, lagere verkoopvolumes en lagere
opbrengsten uit de verkoop van onroerend goed in het tweede kwartaal
van 2004.
De kosten van de schikking met AIG met betrekking tot de
verzekeringspolis voor aansprakelijkheid van commissarissen en
bestuurders van Ahold zijn opgenomen onder de corporate kosten van het
tweede kwartaal.
Het bedrijfsresultaat vóór impairment en afschrijving goodwill en
bijzondere posten daalde in het eerste halfjaar met 21,8% vergeleken
met dezelfde periode van vorig jaar, mede onder invloed van de lagere
koers van de Amerikaanse dollar ten opzichte van de Euro.
Bedrijfsresultaat
Het bedrijfsresultaat van EUR 169 miljoen in het tweede kwartaal van
2004 (Q2 2003: EUR 222 miljoen) was lager dan in dezelfde periode van
vorig jaar. Het tweede kwartaal van zowel 2004 als 2003 bevatte het
bedrijfsresultaat geen bijzondere verliezen.
Het bedrijfsresultaat van EUR 24 miljoen in het eerste halfjaar was
aanzienlijk lager dan in dezelfde periode van vorig jaar (eerste
halfjaar 2003: EUR 624 miljoen), voornamelijk als gevolg van
bijzondere lasten van EUR 450 miljoen in verband met de verkoop van
Bompreço en de activiteiten in Thailand. Deze reeds verwachte
bijzondere verliezen, waaraan in eerdere persberichten al werd
gerefereerd, hebben geen invloed op het eigen vermogen of de
kaspositie.
Afschrijving en impairment van goodwill
De afschrijving van goodwill bedroeg in het tweede kwartaal van 2004
EUR 36 miljoen vergeleken met EUR 37 miljoen in dezelfde periode van
vorig jaar. Ahold nam in het tweede kwartaal van 2004 een geringe
impairmentlast voor goodwill met betrekking tot de Zuid-Amerikaanse
activiteiten.
Bijzonder verlies
In het tweede kwartaal van zowel 2004 als 2003 was er geen sprake van
bijzondere posten.
De bijzondere lasten in het eerste halfjaar hadden betrekking op de
verkoop van Bompreço en van de activiteiten in Thailand. Van deze
bijzondere posten had EUR 322 miljoen betrekking op cumulatieve
koersverschillen en EUR 213 miljoen op de pro rata terugboeking van
goodwill, die beide eerder ten laste van het eigen vermogen waren
gebracht. Deze negatieve posten werden deels tenietgedaan door een
winst van EUR 85 miljoen, zijnde het verschil tussen de opbrengst en
de boekwaarde van bepaalde activa. Zie Definities hierna.
Nettowinst: positief effect van lagere netto rentelasten
Ahold behaalde in het tweede kwartaal van 2004 een nettowinst van EUR
32 miljoen vergeleken met EUR 3 miljoen in het tweede kwartaal van
2003. Deze verbetering was vooral te danken aan lagere rentelasten.
Financiële baten en lasten
Aanzienlijke daling financiële baten en lasten
Het negatieve saldo van financiële baten en lasten bedroeg in het
tweede kwartaal van 2004 EUR 169 miljoen tegen EUR 226 miljoen in
dezelfde periode vorig jaar. De netto rentelasten bedroegen in het
tweede kwartaal EUR 166 miljoen, een daling van 23,9% vergeleken met
dezelfde periode vorig jaar. De daling was vooral te danken aan lagere
rentelasten als gevolg van een lager verschuldigd rentepercentage en
een aanzienlijk lagere brutoschuld. Deze afname van de brutoschuld
hing onder meer samen met de aflossing van de achtergestelde
converteerbare obligatielening in september 2003, de kredietfaciliteit
van maart in december 2003 en de achtergestelde converteerbare
obligatielening in het tweede kwartaal van 2004. De rentebaten stegen
dankzij de omvangrijke kaspositie. Bovendien had de lagere wisselkoers
van de Amerikaanse dollar ten opzichte van de Euro een positief effect
op het saldo van financiële baten en lasten.
Het saldo van financiële baten en lasten bedroeg in het eerste
halfjaar van 2004 EUR 387 miljoen tegen EUR 518 miljoen in dezelfde
periode vorig jaar.
Fiscaal overzicht
Vennootschapsbelasting
De belastingdruk, exclusief het effect van niet-aftrekbare impairment
en afschrijving
goodwill en bijzondere posten, daalde tot 46,2% in het tweede kwartaal
van 2004 vergeleken met 67,6% in het tweede kwartaal van 2003, vooral
als gevolg van een veranderde geografische samenstelling van de winst
en de effecten van desinvesteringen.
Aandeel in resultaat joint ventures en deelnemingen
Aandeel in resultaat joint ventures en deelnemingen
Het aandeel in het resultaat van joint ventures en deelnemingen steeg
in het tweede kwartaal van 2004 als gevolg van desinvesteringen door
ICA.
Verbeterde balans
In het tweede kwartaal van 2004 werd de balans beïnvloed door de
vervroegde aflossing van de 4% achtergestelde converteerbare
obligatielening met een uitstaand bedrag van EUR 920 miljoen, alsmede
de lagere wisselkoers van de Amerikaanse dollar tegenover de Euro. In
het tweede kwartaal van 2004 werden geen desinvesteringen afgerond.
Balanstotaal gereduceerd
De wisselkoers van de Amerikaanse dollar daalde tot EUR 0,805 aan het
eind van het tweede kwartaal van 2004 tegen EUR 0,833 aan het eind van
het eerste kwartaal van 2004. De onderneming reduceerde het
balanstotaal door aflossing van schulden met een deel van het
beschikbare kassaldo. Het balanstotaal werd positief beïnvloed door de
lagere koers van de Amerikaanse dollar tegenover de Euro. Het
balanstotaal daalde met EUR 1,4 miljard.
Eigen vermogen met EUR 113 miljoen gedaald, vooral als gevolg van
wisselkoersveranderingen
Details met betrekking tot het eigen vermogen zijn opgenomen in
Bijlage D.
Nettoschuld
Nettoschuld verminderd met EUR 16 miljoen
In het tweede kwartaal van 2004 vervroegde Ahold op 2 juni 2004 de
aflossing van de EUR 920 miljoen 4% achtergestelde converteerbare
obligatielening, waarvan de oorspronkelijke aflossingsdatum 19 mei
2005 was.
De nettoschuld aan het eind van het tweede kwartaal van 2004 was lager
dan aan het eind van het eerste kwartaal van 2004, voornamelijk als
gevolg van de lagere wisselkoers van de Amerikaanse dollar tegenover
de Euro.
De EUR 1,5 miljard 6,375% obligatielening die vervalt op 8 juni 2005
is vanaf het tweede kwartaal van 2004 opgenomen onder het kortlopende
deel van de langlopende schuld.
Kasstromen
In het tweede kwartaal van 2004 bedroeg de negatieve nettokasstroom
vóór financieringsactiviteiten EUR 5 miljoen tegen een positieve
nettokasstroom van EUR 399 miljoen in dezelfde periode van vorig jaar.
De nettokasstroom uit operationele activiteiten daalde van EUR 449
miljoen in het tweede kwartaal van 2003 tot EUR 207 miljoen in het
tweede kwartaal van 2004 als gevolg van een negatieve kasstroom uit
hoofde van mutaties in het werkkapitaal (53%), lagere opbrengsten uit
de verkoop van onroerend goed (27%) en hogere betaalde belastingen
(20%).
De negatieve nettokasstroom uit investeringsactiviteiten steeg van EUR
50 miljoen in het tweede kwartaal van 2003 tot EUR 212 miljoen in het
tweede kwartaal van 2004 als gevolg van lagere opbrengsten uit de
verkoop van onroerend goed.
De grotere negatieve nettokasstroom uit financieringsactiviteiten in
het tweede kwartaal van 2004 vloeide voort uit de vervroegde aflossing
van de hoofdsom van de EUR 920 miljoen 4% achtergestelde
converteerbare obligatielening.
Informatie per segment
Retail Verenigde Staten
Lager bedrijfsresultaat retail VS beïnvloed door aanhoudende
concurrentiedruk
De netto-omzet van de Amerikaanse retailactiviteiten steeg in het
tweede kwartaal van 2004 in Amerikaanse dollars met 0,5% vergeleken
met dezelfde periode van vorig jaar. Exclusief het effect van de
verkoop van Golden Gallon in 2003 steeg de netto-omzet in Amerikaanse
dollars met 2,0%. De identieke omzetgroei in Amerikaanse dollars
bedroeg 0,3% en de vergelijkbare omzetgroei 0,9%; hierin komen het
gunstige Paaseffect en de onveranderde prijsinflatie van
levensmiddelen in het tweede kwartaal van 2004 vergeleken met het
eerste kwartaal van 2004 tot uitdrukking.
Het bedrijfsresultaat vóór impairment en afschrijving goodwill en
bijzondere posten van de Amerikaanse retailactiviteiten daalde in
Amerikaanse dollars in het tweede kwartaal van 2004 met 29,9% ten
opzichte van het tweede kwartaal van 2003.
Bij Stop & Shop en Giant-Landover hadden toegenomen promotionele
acties en uitbreiding van de winkelvloeroppervlakte van concurrenten,
evenals de voortgaande uitvoering van integratieplannen (USD 15
miljoen kosten in het tweede kwartaal) effect op de netto-omzet en het
bedrijfsresultaat in het tweede kwartaal. In het tweede kwartaal
hadden hogere bedrijfskosten en impairment van vaste activa een
negatief effect op het bedrijfsresultaat. Bovendien waren de
opbrengsten uit de verkoop van onroerend goed in het tweede kwartaal
van 2004 lager dan in dezelfde periode van 2003. Giant-Carlisle
presteerde opnieuw goed en bij Tops prijsacties en initiatieven ter
vergroting van de operationele slagkracht een positief effect begonnen
te sorteren op de omzetontwikkeling.
In het tweede kwartaal van 2004 werd belangrijke voortgang gemaakt met
de integratie van de administratieve en leidinggevende functies van
Stop & Shop en Giant-Landover in één arena. De ombouw van de
winkelsystemen werd volgens plan nagenoeg afgerond in het tweede
kwartaal. Verwacht wordt dat de integratie tot een stroomlijning van
de onderneming en een verbetering van de efficiency op lange termijn
zal leiden. Verder werden in het tweede kwartaal de activiteiten met
betrekking tot de verkoop van BI-LO en Brunos werden voortgezet.
In het eerste halfjaar van 2004 werd het bedrijfsresultaat vóór
impairment en afschrijving van goodwill en bijzondere posten negatief
beïnvloed door promotionele acties en de uitbreiding van de
winkelvloeroppervlakte van concurrenten, impairmentlasten, hogere
premies voor sociale verzekeringen en ziektekosten, integratiekosten
en lagere opbrengsten uit de verkoop van onroerend goed.
Retail Europa
Beter bedrijfsresultaat bij de belangrijkste werkmaatschappijen in
Europa
Bij de Europese retailactiviteiten was de netto-omzet in het tweede
kwartaal van 2004 onveranderd ten opzichte van het tweede kwartaal van
2003. Exclusief wisselkoerseffecten in Centraal-Europa en de invloed
van de verkoop van Jamin en De Tuinen in 2003 groeide de netto-omzet
met 0,5% in vergelijking met het tweede kwartaal van 2003. De
identieke omzetgroei bij Albert Heijn bedroeg in het tweede kwartaal
van 2004 1,4%; de toename van het aantal transacties werd gedeeltelijk
tenietgedaan door een lager gemiddeld bestedingsbedrag, als gevolg van
een daling van de levensmiddelenprijzen. De groei van de netto-omzet
in Centraal-Europa als gevolg van de opening van nieuwe winkels werd
grotendeels tenietgedaan door lagere wisselkoersen. De netto-omzet in
Spanje daalde als gevolg van een kleiner aantal winkels, de afname van
het toerisme op de Canarische eilanden en toegenomen concurrentie.
Het bedrijfsresultaat vóór impairment en afschrijving goodwill en
bijzondere posten van de Europese retailactiviteiten steeg in het
tweede kwartaal van 2004 tot EUR 67 miljoen tegen EUR 32 miljoen in
dezelfde periode van vorig jaar; alle grote retailondernemingen
droegen hieraan bij. Bij Albert Heijn was het hogere bedrijfsresultaat
vooral het gevolg van voortgaande kostenbesparingen. De activiteiten
in Centraal-Europa behaalden een verbeterd (negatief)
bedrijfsresultaat dankzij hogere marges en lagere kosten. In Spanje
verbeterde het negatieve bedrijfsresultaat dankzij verbeterde marges
en lagere voorraadverliezen.
In het tweede kwartaal maakte Albert Heijn verdere voortgang met de
herpositionering in de Nederlandse retailmarkt. Er werden sterke
commerciële programma´s opgezet en de prijspositionering werd verder
verbeterd, mede dankzij het in 2003 gestarte kostenreductieplan.
In Centraal-Europa werd voortgang gemaakt met de volledige integratie
van alle ondersteunende functies, terwijl het winkelbestand verder
werd geoptimaliseerd en het werkkapitaal verminderd. In Spanje werd
volgens plan aanzienlijke vooruitgang gerealiseerd met het
desinvesteringsprogramma, terwijl de onderneming tegelijkertijd
voortgang boekte met de rationalisatie van het winkelbestand en de
beheersing van de bedrijfskosten.
In het eerste halfjaar van 2004 bedroeg de netto-omzet EUR 6,7 miljard
(2003: EUR 6,8 miljard). De groei van de netto-omzet exclusief
wisselkoerseffecten en de invloed van desinvesteringen bedroeg 0,2%.
De identieke omzetgroei bij Albert Heijn kwam uit op 0,4%.
Het bedrijfsresultaat vóór impairment en afschrijving van goodwill en
bijzondere posten van de Europese retailactiviteiten steeg in het
eerste halfjaar van 2004 tot EUR 144 miljoen tegen EUR 127 miljoen in
dezelfde periode van vorig jaar. De verbetering was te danken aan
betere prestaties bij alle belangrijke werkmaatschappijen in het
tweede kwartaal van 2004.
Foodservice
Positieve effecten bij U.S. Foodservice door groei netto-omzet
U.S. Foodservice realiseerde een toename van de netto-omzet van 7,5%
in het tweede kwartaal van 2004 in vergelijking met dezelfde periode
vorig jaar. De stijging was voornamelijk toe te schrijven aan hogere
prijzen en toegenomen volumes.
Het bedrijfsresultaat vóór impairment en afschrijving van goodwill en
bijzondere posten van U.S. Foodservice bedroeg in het tweede kwartaal
van 2004 USD 36 miljoen, een verbetering met USD 54 miljoen ten
opzichte van hetzelfde kwartaal vorig jaar. Deze verbetering was
vooral te danken aan een daling van de bedrijfskosten als percentage
van de netto-omzet. De bedrijfskosten ondervonden een positief effect
van verbeterde efficiency in de verkoop en distributie.
In het tweede kwartaal van 2004 maakte U.S. Foodservice verdere
voortgang met het uitvoeren van de belangrijkste plannen, waaronder
versterking van het bestuur en de controle, heronderhandeling van
belangrijke inkoopcontracten, verbetering van de samenstelling van het
klantenbestand, beheersing van de bedrijfskosten en verbetering van
het werkkapitaal.
In het eerste halfjaar van 2004 realiseerde U.S. Foodservice een
stijging van de netto-omzet in Amerikaanse dollars van 5,9% vergeleken
met dezelfde periode vorig jaar. Deze stijging was met name te danken
aan hogere prijzen en toegenomen volumes. Het bedrijfsresultaat vóór
impairment en afschrijving van goodwill en bijzondere posten bedroeg
in het eerste halfjaar van 2004 USD 8 miljoen tegen USD 51 miljoen
negatief in dezelfde periode van 2003. Deze verbetering was vooral een
gevolg van een daling van de bedrijfskosten als percentage van de
netto-omzet.
Overige activiteiten
Zuid-Amerika
De netto-omzet van de Zuid-Amerikaanse retailactiviteiten werd in het
tweede kwartaal van 2004 in sterke mate beïnvloed door de verkoop van
Santa Isabel in 2003 en van Bompreço in het eerste kwartaal van 2004.
Exclusief wisselkoerseffecten en de invloed van desinvesteringen bleef
de daling van de netto-omzet beperkt tot 1,8%.
Het bedrijfsresultaat vóór impairment en afschrijving van goodwill en
bijzondere posten kwam in het tweede kwartaal van 2004 uit op EUR 13
miljoen negatief tegen EUR 10 miljoen negatief in dezelfde periode
vorig jaar. In de resultaten van 2004 is een impairmentlast voor vaste
activa van de Zuid-Amerikaanse activiteiten opgenomen.
Het negatieve bedrijfsresultaat van EUR 448 miljoen in het eerste
halfjaar van 2004 werd sterk beïnvloed door cumulatieve
wisselkoersverschillen en de terugboeking van goodwill die samenhingen
met de verkoop van Bompreço.
Corporate
Met ingang van het tweede kwartaal van 2004 zijn in dit segment niet
meer begrepen de activiteiten van drie vastgoedmaatschappijen die
winkellocaties in Europa en de Verenigde Staten verwerven, ontwikkelen
en beheren. Deze bedrijven zijn nu opgenomen in de segmenten Retail
Verenigde Staten en Retail Europa. De cijfers over 2003 in dit bericht
zijn dienovereenkomstig aangepast.
Het negatieve bedrijfsresultaat van Corporate nam toe, hetgeen geheel
toe te schrijven was aan de kosten van de schikking met AIG. Op 16
juli 2004 maakte Ahold bekend dat alle lopende juridische geschillen
met AIG Europe (Netherlands) N.V. inzake haar verzekeringspolissen
voor aansprakelijkheid van commissarissen en bestuurders van Ahold en
haar dochtermaatschappij U.S. Foodservice waren geschikt. Volgens de
voorwaarden van de schikking krijgen Ahold en haar dochtermaatschappij
U.S. Foodservice en huidige en voormalige commissarissen en
bestuurders een dekking van USD 125 miljoen (inclusief een verlengde
dekkingsperiode), terwijl Ahold heeft toegezegd aan AIG (Europe)
Netherlands N.V. betalingen te doen die in totaal, na aftrek van
kosten die al in aanmerking komen voor vergoeding conform deze
verzekeringspolissen, ongeveer EUR 44 miljoen bedragen.
Corporate omvat ook de kosten van de inspanningen om te voldoen aan de
eisen van de Sarbanes-Oxley wet en de International Financial
Reporting Standards (IFRS), alsmede van de Business Support
Organization, die verantwoordelijk is voor de harmonisatie van de
ondersteunende processen en systemen als onderdeel van het Road to
Recovery-programma.
Ahold zal de IFRS-waarderingsgrondslagen vanaf 2005 toepassen, zoals
vereist door de bepalingen van de EU. De toepassing van IFRS op Aholds
financiële rapportage kan een aanzienlijke invloed hebben op een
aantal belangrijke gebieden. Ahold analyseert en berekent momenteel de
verschillen tussen Dutch GAAP, IFRS en US GAAP om gedetailleerd de
invloed op de geconsolideerde financiële positie en resultaten te
kunnen vaststellen.
Bijlagen
BIJLAGE A
- Geconsolideerde Winst- en Verliesrekening
- Geconsolideerde balans
- Geconsolideerd kasstroomoverzicht
BIJLAGE B
- Aansluiting van het bedrijfsresultaat vóór impairment, afschrijving
- goodwill en bijzondere posten, met het bedrijfsresultaat
BIJLAGE C
- Berekening van de effectieve belastingdruk*
BIJLAGE D
- Eigen Vermogen
BIJLAGE E Netto-omzet en trends per kwartaal en regio
Definities
- Identieke omzet vergelijkt de omzet van uitsluitend dezelfde
winkels.
- Vergelijkbare omzet betreft de identieke omzet plus de omzet van
vervangende winkels.
- Nettoschuld / EBITDA: de nettoschuld bestaat uit de langlopende en
kortlopende
- rentedragende leningen, alsmede gekapitaliseerde huurverplichtingen,
gesaldeerd met liquide middelen, exclusief het kassaldo, gedeeld door
EBITDA vóór bijzondere posten.
- EBITDA / Netto rentelasten: EBITDA is vóór bijzondere posten. Voor
deze ratio geldt dat netto rentelasten worden berekend exclusief
bankkosten voor kredietarrangementen.
- Wisselkoerseffect is het effect van het gebruik van verschillende
wisselkoersen bij de omrekening van financiële cijfers van Aholds
werkmaatschappijen naar Euro´s. Uit vergelijkingsoverwegingen worden
de financiële cijfers van het voorgaande jaar aangepast door gebruik
te maken van de actuele wisselkoersen teneinde dit wisselkoerseffect
te elimineren.
- Effect van desinvesteringen: het effect van verkochte activiteiten
op Aholds financiële gegevens. De financiële gegevens van verkochte
activiteiten worden geëlimineerd uit de cijfers van het voorgaande
jaar.
- Verklaring van de wisselkoersverliezen en terugboeking van goodwill
als gevolg van desinvesteringen: bij de verkoop van sommige
buitenlandse werkmaatschappijen dient Ahold cumulatieve
koersverschillen en goodwill in het resultaat op te nemen, die beide
eerder ten laste van het eigen vermogen waren gebracht. Dit verlies
bij desinvesteringen heeft geen effect op de totale omvang van het
eigen vermogen. Wisselkoersverschillen met betrekking tot de
omrekening van de financiële resultaten van buitenlandse
werkmaatschappijen worden rechtstreeks ten gunste of ten laste van het
eigen vermogen gebracht. Wanneer deze wisselkoersverschillen worden
gerealiseerd, hetgeen gebeurt bij de verkoop van de betreffende
buitenlandse werkmaatschappij, worden de cumulatieve
wisselkoersverschillen opgenomen in de geconsolideerde winst- en
verliesrekening als onderdeel van de winst of het verlies bij de
verkoop. Ook goodwill die tevoren rechtstreeks ten laste van het eigen
vermogen was gebracht bij de verwerving dient pro rata te worden
geherrubriceerd in de winst- en verliesrekening indien de betreffende
onderneming binnen zes jaar na de oorspronkelijke aankoop wordt
verkocht.
Niet-GAAP financiële begrippen
In sommige gevallen worden resultaten in dit persbericht gepresenteerd
exclusief het effect van fluctuaties in wisselkoersen die worden
gebruikt voor de omrekening van de financiële resultaten van
buitenlandse werkmaatschappijen van Ahold in Euros, of worden de
resultaten weergegeven in lokale valuta. De leiding van Ahold is van
mening dat deze cijfers een beter inzicht geven in de operationele
gang van zaken van buitenlandse werkmaatschappijen. Voor meer
informatie betreffende het niet-GAAP financiële begrip exclusief
wisselkoerseffecten zie Definities hiervoor.
Daarnaast wordt in sommige gevallen het bedrijfsresultaat van
operationele segmenten van Ahold exclusief het effect van impairment
en afschrijving van goodwill en bijzondere posten weergegeven. Het
bedrijfsresultaat vóór impairment en afschrijving van goodwill en
bijzondere posten is geen financieel begrip volgens GAAP. Een
aansluiting van dit niet-GAAP financiële begrip met het Dutch GAAP
begrip bedrijfsresultaat, evenals de uitleg voor het gebruik van dit
begrip, worden uiteengezet in Bijlage B.
Dit persbericht bevat eveneens twee andere niet-GAAP financiële
begrippen: (1) netto-omzet exclusief wisselkoerseffecten en de invloed
van desinvesteringen en (2) het effectieve percentage van de
vennootschapsbelasting, exclusief de gevolgen van fiscaal niet
aftrekbare impairment en afschrijving van goodwill en bijzondere
posten. Een overzicht van de niet-GAAP financiële begrippen van
vennootschapsbelasting exclusief de gevolgen van de fiscaal niet
aftrekbare impairment en afschrijving van goodwill en bijzondere
posten van de Dutch GAAP begrippen van vennootschapsbelasting, evenals
de toelichting van het management op het gebruik van deze begrippen,
zijn opgenomen in Bijlage C.
In dit persbericht wordt met nettokasstroom vóór
financieringsactiviteiten de som bedoeld van de nettokasstroom uit
operationele activiteiten en de nettokasstroom uit
investeringsactiviteiten.
Aanpassingen
De resultaten van Q2 2003, zoals weergegeven in dit persbericht, zijn
aangepast om deze vergelijkbaar te maken met de resultaten van Q2
2004. De aanpassingen van de resultaten van Q2 2003 hebben betrekking
op de boeking van leverancierskortingen en komen op het volgende neer:
· Vanaf het vierde kwartaal van 2003 past Ahold EITF 02-16 Accounting
by a Customer (including a Reseller) for Certain Consideration
Received from a Vendor (EITF 02-16) toe. Aangezien de toepassing van
EITF 02-16 in het vierde kwartaal van 2003 het effect van EITF 02-16
per 30 december 2003 omvat, heeft Ahold de resultaten van Q2 2003
gecorrigeerd voor dat deel van het effect dat betrekking had op Q2
2003, hetgeen resulteerde in een daling van het resultaat van Q2 2003
met EUR 1,0 miljoen (zoals eerder bekendgemaakt); en
· In reactie op de onregelmatigheden die in februari 2003 bekend zijn
gemaakt met betrekking tot leverancierskortingen heeft Ahold
voorzichtigheidshalve de boeking van bepaalde leverancierskortingen
uitgesteld van Q1 2003 naar Q2 2003. Na analyse van de boekhoudkundige
behandeling van de afspraken met betrekking tot leverancierskortingen
heeft Ahold vastgesteld dat een bedrag van EUR 65 miljoen aan
bedrijfsresultaat uit hoofde van leverancierskortingen, na belasting,
in overeenstemming met de huidige boekhoudmethode kon worden
toegerekend aan Q1 2003, en heeft in verband daarmee een betreffende
aanpassing gedaan.
· In het tweede kwartaal van 2004 paste Ahold de organisatorische en
de bestuurlijke verantwoordelijkheden aan van de werkmaatschappijen
die waren ondergebracht in het segment Overige activiteiten (inclusief
de afzonderlijk aangestuurde vastgoedmaatschappijen en Ahold Coffee
Company). Met ingang van het tweede kwartaal van 2004 zijn de
bestuurlijke verantwoordelijkheden van deze werkmaatschappijen
overgedragen aan de leiding van de desbetreffende
detailhandelsbedrijven. Het gevolg is dat wat vroeger het segment
Overige activiteiten was, nu bestaat uit de Group Support activiteiten
van het hoofdkantoor, in verband waarmee de naam is veranderd in Group
Support. De gerapporteerde cijfers van netto-omzet, bedrijfsresultaat
vóór impairment en afschrijving goodwill en bijzondere posten en
bedrijfsresultaat van het tweede kwartaal van 2003 en het eerste
halfjaar van 2003 zijn om deze reden herrekend. Een volledige
herrekening vindt u op de website van Ahold.
Open het attachement voor het persbericht inclusief tabellen
---
Bepaalde mededelingen in dit persbericht zijn forward-looking
statements in de zin van het Amerikaanse effectenrecht. Ahold beoogt
dat deze vallen onder de zogeheten safe harbors welke gecreëerd zijn
onder deze regels. Deze forward-looking statements omvatten, maar zijn
niet beperkt tot, mededelingen betreffende Aholds voornemen bepaalde
retailketens te integreren en het verwachte effect en timing van een
dergelijke integratie, alsmede mededelingen omtrent de timing en
omvang van bepaalde desinvesteringen. Deze forward-looking statements
zijn onderhevig aan risicos, onzekerheden en andere factoren waardoor
de werkelijke resultaten aanmerkelijk kunnen verschillen van
toekomstige resultaten welke tot uitdrukking zijn gebracht in de
forward-looking statements. Belangrijke factoren waardoor werkelijke
resultaten aanmerkelijk kunnen verschillen van de informatie
weergegeven in deze forward-looking statements omvatten, maar zijn
niet beperkt tot, Aholds mogelijkheden om haar strategie succesvol te
implementeren, de kosten van het met succes implementeren van haar
strategie, moeilijkheden bij de samenwerking tussen Aholds
dochtermaatschappijen, veranderingen in de algemene markt-,
economische- en politieke omstandigheden, verhoging van de mate van
concurrentie in de markten waarin Ahold en haar dochtermaatschappijen
en samenwerkingsverbanden actief zijn, de maatregelen van overheden en
toezichthoudende en justitiële instanties, Aholds mogelijkheden om
kopers te vinden voor de activiteiten die zij wenst te desinvesteren
op basis van voor Ahold acceptabele voorwaarden, Aholds mogelijkheden
om de desinvesteringen af te ronden, de onmogelijkheid om te voldoen,
ofwel vertragingen bij het voldoen, aan de voorwaarden die aan de
afronding van de desinvesteringen zijn verbonden en andere factoren
zoals besproken in Aholds publieke mededelingen. Veel van deze
factoren zijn voor Ahold niet beheersbaar en evenmin voorspelbaar.
Gegeven deze onzekerheden, wordt de lezer geadviseerd behoedzaam om te
gaan met de forward-looking statements, die uitsluitend worden geacht
te zijn gedaan per de datum van dit persbericht. Ahold neemt, tenzij
daartoe gehouden ingevolge toepasselijk effectenrecht, geen
verplichting op zich om (een) gewijzigd(e) forward-looking
statement(s) te publiceren naar aanleiding van al dan niet voorziene
gebeurtenissen of omstandigheden die zich voordoen na publicatie van
dit persbericht. Buiten Nederland presenteert Koninklijke Ahold N.V. -
dat is haar statutaire naam - zich onder de naam Royal Ahold,
Koninklijke Ahold of kortweg Ahold.
Bijlage B
Aansluiting van het bedrijfsresultaat vóór impairment, afschrijving
goodwill en bijzondere posten, met het bedrijfsresultaat
Het bedrijfsresultaat vóór impairment, afschrijving goodwill en
bijzondere posten is een financieel begrip dat geen deel uitmaakt van
GAAP. Ahold is van oordeel dat het een relevante en nuttige maatstaf
is daar deze een meer zinvolle vergelijking geeft van de onderliggende
operationele prestaties van Ahold tussen verschillende perioden. Het
is ook een maatstaf die door het bestuur van Ahold wordt gebruikt om
de effectiviteit van de operationele strategie te beoordelen en de
trend in de operationele prestaties tussen verschillende periodes te
beoordelen. Het bedrijfsresultaat vóór impairment, afschrijving
goodwill en bijzondere posten, zoals hier gedefinieerd, is wellicht
niet vergelijkbaar met soortgelijk genoemde maatstaven die door andere
ondernemingen worden gebruikt. Deze maatstaf moet worden beschouwd als
aanvulling op, en niet als vervanging van de begrippen voor financiële
prestaties die worden gerapporteerd volgens Dutch GAAP.
Back To Top
Privacybeleid - Gebruiksvoorwaarden - Disclaimer © Ahold, 2001