ADVIESRAAD INTERNAT. VRAAGST.
AIV: Onderhandelingen EU-Turkije binnen 24 maanden starten
ADVIESRAAD INTERNATIONALE VRAAGSTUKKEN
Persbericht
Datum: 25 augustus 2004
'Onderhandelingen met Turkije over EU-lidmaatschap moeten binnen
24 maanden beginnen'
Nederland moet erop inzetten dat de Europese Raad in december
aanstaande beslist dat binnen 24 maanden onderhandelingen met Turkije
over het EU-lidmaatschap beginnen. De tussenliggende periode kan
Turkije dan gebruiken om een aantal concrete actiepunten uit te voeren
ter versterking van democratie en rechtstaat. Het is verder aan de
Europese Commissie om te beslissen over het precieze moment van begin
van de onderhandelingen.
Als de onderhandelingen eenmaal begonnen zijn moet een
'ijkpuntenkaart' worden gebruikt: telkens wanneer bij één van de
ijkpunten blijkt dat Turkije de afgesproken doelen (nog) niet heeft
gehaald, worden de onderhandelingen opgeschort. Een toetredingsdatum
moet niet worden genoemd, omdat dit valse verwachtingen wekt en
zorgvuldigheid aan een kunstmatige, politiek beladen tijdsdruk zou
kunnen worden opgeofferd.
Dit adviseert de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV), die een
eerder advies over Turkije uit 1999 heeft geactualiseerd.
In december van dit jaar moet de Europese Raad onder Nederlands
voorzitterschap beslissen of de onderhandelingen met Turkije over het
lidmaatschap van de Europese Unie wel of niet zullen beginnen.
Dit was voor de AIV aanleiding om een eerder advies over de
betrekkingen tussen de Europese Unie en Turkije uit 1999 te
actualiseren. De AIV handhaaft in dit nieuwe advies zijn principiële
overwegingen uit 1999, dat het 'anders zijn' van Turkije, de andere
cultuur-historische achtergrond en het feit dat de meeste Turken
moslim zijn, geen reden is het land buiten de Europese Unie te houden.
Het opnemen in de Europese Unie van een land met een overwegend
islamitische bevolking is dan wel nieuw, maar niet principieel
verschillend van eerdere uitbreidingen. De islam moet hoe dan ook een
plaats krijgen in Europa, alleen al omdat intussen ruim 20 miljoen
moslims in de Unie wonen. Daar komt bij dat de Europese Unie Turkije
al sinds 1959 de wortel van een lidmaatschap heeft voorgehouden, en
telkens verdergaande toezeggingen over zo'n lidmaatschap heeft gedaan.
Zo is Turkije sinds 1999 kandidaat-lidstaat, en heeft de Europese Raad
in 2002 beloofd om in december 2004 te zullen beslissen over het al
dan niet openen van toetredingsonderhandelingen.
Deze beslissing hangt af van het antwoord op de vraag of Turkije een
stabiele democratie is, een rechtsstaat die garant staat voor de
mensenrechten en de rechten van minderheden, van de zogeheten
politieke Kopenhagen-criteria. De AIV constateert dat de hervormingen
van de Turkse regering op deze punten in een sneltreinvaart zijn
doorgevoerd, en dat hiervoor brede steun is onder de bevolking. Toch
beveelt de AIV aan om tot uiterlijk 2006 de tijd te nemen om te laten
zien dat het land ook in staat is om wetgeving te vertalen in concrete
werkelijkheid.
De koers die de AIV aanbeveelt houdt ook rekening met het feit dat
Turkije vanwege zijn omvang en ligging anders is dan de nieuwe
lidstaten uit Midden- en Oost Europa: de opnamecapaciteit, de
handhaving van de effectiviteit en bestuurbaarheid van de bestaande
Unie komt makkelijk in het geding. En tenslotte vindt de AIV dat de
Unie zelf moet leren van de fouten die ze bij de laatste uitbreiding
heeft gemaakt, toen zij zich niet aan de eigen spelregels heeft
gehouden.
///