UNIE VAN WATERSCHAPPEN
Veendijken een jaar na Wilnis
Eind augustus 2003 vonden na een lange periode van droogte
dijkafschuivingen plaats bij Wilnis en Rotterdam. Op initiatief van de
waterschappen werd een intensief op de praktijk gericht
onderzoeksprogramma gestart naar de oorzaken van de
dijkverschuivingen, en naar mogelijkheden om dit in de toekomst te
voorkomen. Verdroogde veendijken waren een nieuw fenomeen. Inmiddels
hebben de waterschappen een onderzoek ingesteld om zicht te krijgen op
de meest risicovolle plaatsen. Op basis hiervan zijn ze in hun gebied
hard bezig met preventieve werkzaamheden die soortgelijke calamiteiten
moeten voorkomen.
Waterschappen druk bezig met preventieve werkzaamheden
De waterschappen met veendijken in hun gebied voeren preventieve
werkzaamheden uit. De preventieve maatregelen houden voornamelijk het
aanbrengen van een kleidek of steunbermen in. In het uiterst geval
wordt soms gekozen voor een damwandconstructie. Een eventuele
aanvullende preventieve maatregel zou het kunstmatig bevochtigen van
de dijk met 'surfactant' kunnen zijn. Op dit moment loopt een proef
met dit middel. De surfactant kan dienen als alternatief voor het
versterken van de dijk in tijden van droogte. Maar alleen bij die
dijken die slechts bij extreme droogte gevaar opleveren. Voor
structurele verbetering blijft verzwaring het devies.
Inventarisatie risicovolle plekken
Als gevolg van de calamiteiten in de zomer van 2003 is Stichting
Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA) in opdracht van de
waterschappen een reeks van onderzoeken gestart en heeft zij op basis
daarvan de waterschappen praktische handreikingen gegeven. De inzet is
tegen maatschappelijk verantwoorde kosten snel en effectief tot
verbeteringsmaatregelen te komen. De STOWA startte bijvoorbeeld
onderzoek naar de werking van droogte op de veendijken. Ook onderzocht
ze mogelijke oplossingen. Daarnaast bracht de STOWA rapporten uit over
de inspectiemethoden en het identificeren van zwakke plekken in de
veendijken. Op basis van de adviezen van de STOWA hebben waterschappen
de risicovolle plekken geïnventariseerd en een prioritering
aangebracht voor vervolgonderzoek en verbeteringen. Alle onderzoek ten
spijt blijft er nog veel onduidelijk over de wijze waarop veen zich
gedraagt bij droogte.
Normering regionale keringen
Het belang van regionale keringen is de laatste decennia gestegen. Er
wonen meer mensen achter de keringen en ook de bedrijvigheid is in
veel gebieden toegenomen. Door deze stedelijke ontwikkeling is het
noodzakelijk duidelijke afspraken te maken over de veiligheid van de
keringen. Daarom hebben de Unie van Waterschappen en het
Interprovinciaal Overleg gezamenlijke afspraken gemaakt om
uiteindelijk te komen tot het bepalen van normen waaraan de regionale
keringen, waaronder veendijken, moeten voldoen.
Nadere informatie bij Aly Oldersma, persvoorlichter Unie van
Waterschappen, telefoonnummer 06-55394307.
-Einde persbericht-
25 aug 04 16:39