Actuele berichten
21 augustus 2004
Mogelijk lagere drempel voor opsporingsberichten
Het Openbaar Ministerie gaat mogelijk de regels iets verruimen voor de
inzet van opsporingsberichtgeving. Hierbij wordt via de publieke media
de hulp van het publiek ingeroepen bij het oplossen van strafbare
feiten. Opsporing Verzocht en de regionale varianten van dit programma
zijn voorbeelden hiervan. Een landelijke commissie heeft de leiding
van het OM deze beperkte verruiming geadviseerd.
Volgens de Utrechtse hoofdofficier van Justitie mevr. mr. R.
Samson-Geerlings, voorzitter van de adviserende Landelijke
Selectiecommissie Opsporingsberichtgeving, wordt het advies in de vorm
van een concept-aanwijzing in de komende tijd aan het College van
procureurs-generaal toegestuurd. Als het College akkoord gaat, dan
wordt de aanwijzing aan de minister van Justitie voorgelegd.
Opsporingsberichtgeving wordt nu reeds ingezet voor zware zaken als
moord en doodslag, overvallen en berovingen, maar ook om gevallen van
geld pinnen met een valse pas en inbraken op te lossen. Mogelijk wordt
de grens straks gesteld bij de zaken waarbij verdachten in voorlopige
hechtenis gehouden kunnen worden. Dit is een relatief kleine
verruiming.
De verruiming wordt vooral voorgesteld om tegemoet te komen aan de
regionale mediacommissies die zich bezighouden met de regionale
opsporingsprogramma's. Daar zou men de lat graag iets lager leggen om
bijvoorbeeld ook bij winkeldiefstallen en bedreigingen het
opsporingsmiddel opsporingsberichtgeving te kunnen inzetten.
Het gaat bij deze opsporingsberichten in principe om foto's en
videobeelden van onbekende verdachten. Deze beelden zijn meestal
afkomstig van bewakingscamera's, soms betreft het compositiefoto's. Is
de identiteit van verdachten (en daders) al bekend dat mogen politie
en OM hun beeltenis slechts in zeer beperkte gevallen via de geregelde
kanalen openbaar maken. Dat gaat het om plegers of verdachten van zeer
zware delicten die een gevaar voor anderen betekenen. Dit geschiedt
incidenteel. Hiervoor dient het College toestemming te geven.
Als tot invoering van de nieuwe aanwijzing wordt besloten, dan
betekent dat niet dat er voortaan zomaar foto's en videobeelden van
verdachten worden vrijgegeven. Dit gebeurt alleen via de programma's
waarmee het Openbaar Ministerie een contract heeft afgesloten. Dat
gaat behalve om de Avro (Opsporing Verzocht) om een aantal regionale
programma's (bijvoorbeeld Ter Plaatse, Opsporing Noord), om
internetprovider Tiscali, jongerenzender TMF en SBS. In de komende
maanden verschijnt bij SBS een tweede landelijk opsporingsprogramma.
In het afgelopen jaar is hard gewerkt aan een verruiming van het
aantal mogelijkheden om via de publieke media de hulp van het publiek
in te roepen bij het oplossen van strafbare feiten. Dat gebeurt omdat
dit redelijk succesvol is. De meeste opsporingsprogramma's zitten
hebben een oplossingspercentage van ongeveer éénderde. Dat wil zeggen
dat één op de drie zaken die worden behandeld (mede) dankzij het
programma wordt opgelost.
De mogelijke verruiming van de mogelijkheden betekent per se niet dat
politie en OM foto's ongereguleerd foto's en video's beschikbaar gaan
stellen of openbaar gaan maken. Het OM is - evenals de minister van
Justitie - om een aantal redenen geen voorstander van het plaatsen van
foto's van verdachten in etalages of op websites. Winkeliers dienen
hiermee niet alleen geen opsporingsdoel (ze willen de verdachte
slechts aan de schande nagelen), maar lopen ook het risico dat ze
eigenrichting uitlokken of de verkeerde mensen aanwijzen. In het hele
land is de aanpak van veelplegers met succes geïntensiveerd. Politie
en OM maken er veel werk deze groep aan te pakken. Winkeliers die een
winkeldief betrappen moeten hiervan aangifte doen en geen eigen
rechter spelen.
Het OM reageert met dit bericht op de publicatie heden (zaterdag 21
augustus) in NRC Handelsblad. Hierin wordt ten onrechte gesteld dat
'Justitie' op het punt staat de lat fors lager te leggen en dat dit
geldt voor alle verdachten. De beperking dat het gaat om onbekende
verdachten wordt niet gegeven. Dat het slechts een voorstel betreft,
blijft eveneens onvermeld. Dit hoewel dit bij doorlezing van het
concept nadrukkelijk is opgemerkt. Een toezegging dit nog te wijzigen
is niet nagekomen. Dat er tot nu toe slechts bij zware misdrijven het
middel opsporingsberichtgeving werd ingezet is eveneens onjuist.
Openbaar Ministerie