Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
der Staten Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
Telefax (070) 333 40 33
25 13 AA 's-Gravenhage
Uw brief Ons kenmerk
AAM/ASAM/04/49648
Onderwerp Datum
Stand van Zaken overname 19 augustus 2004
Vrouwenvakscholen door de Calder Groep
bv. n.a.v. de afronding van de subsidie
Op 20 december 2002 (27 223 nr. 34) bent u geïnformeerd over de resultaten van de
inspanningen voor het vinden van doorstartmogelijkheden voor de destijds in staat van
faillissement verkerende Stichting Vrouwenvakscholen Groep Nederland (de VVS). Deze
inspanningen waren mede een vervolg op de gewijzigde aangehouden motie (27223 nr. 27),
waarin de regering werd verzocht om in overleg met de Vrouwenvakscholen de
mogelijkheid van een doorstart te bekijken.
In bovengenoemde brief (27 223 nr. 34) is u medegedeeld, dat inmiddels zekerheid was
verkregen over voortzetting van de activiteiten van de Stichting VVS. Er was
overeenstemming bereikt met het reïntegratiebedrijf Calder Groep BV (de Calder Groep)
over de doorstart en overname van activiteiten van de VVS per 1 januari 2003. Ten behoeve
van deze overname is een eenmalige subsidie van 900.000 ter beschikking gesteld.
Naar aanleiding van de bezorgdheid bij uw Kamer, geuit tijdens het Algemeen Overleg over
herintredende vrouwen op 1 oktober 2003, over het eventuele verlies van de expertise van
de Vrouwenvakscholen ( 27853 nr. 4), heeft mijn voorganger, de heer Rutte, bericht dat hij
op grond van de ontwikkelingen na de overname door de Calder Groep, vooralsnog geen
aanleiding zag voor ongerustheid. Daarbij is toegezegd dat na de vaststelling van de subsidie
op de ontwikkelingen in de doorstart terug zou worden gekomen. Voorts is aan uw Kamer
op 12 december 2003 een afschrift van de antwoordbrief van mijn voorganger aan de
Stichting VAM (Vrouwen en Arbeidsmarkt van de Vrouwenbond FNV) gezonden. De
VAM beklaagde zich over het gebrek aan overleg met de Calder Groep en de wijze waarop
het concept VVS door de Calder Groep (in het bedrijfsonderdeel Capabel
Vrouwenvakschool) werd vormgegeven.
Inmiddels is de eindverantwoording en verslaglegging van de Calder Groep ontvangen en de
subsidie vastgesteld. De Calder Groep heeft voldaan aan de subsidievoorwaarden,
2
waaronder de voorwaarde dat de overname is gericht op duurzame continuering met ingang
van 1 januari 2003 van de Vrouwenvakscholen als geheel.
Dit komt tot uitdrukking in:
· De Capabel Onderwijsgroep BV heeft het opleidingenaanbod qua inhoud en omvang
gehandhaafd voor zowel de op het moment van faillissement zittende als nieuwe
cursisten.
· De Capabel Onderwijsgroep BV heeft ten minste 80% van het door de VVS voorziene
structurele personeelsbestand in dienst genomen.
· De Capabel Onderwijsgroep BV heeft de landelijke dekking voortgezet door in de vijf
vestigingsplaatsen van VVS ten minste vier vestigingen te handhaven.
Verder blijkt uit de eindrapportage van de Calder Groep dat in 2003 612 cursisten hebben
deelgenomen aan voortgezette en opnieuw opgestarte VVS opleidingen. De doelgroep is
nog steeds vrouwen met een afstand tot de arbeidsmarkt, waarvan allochtone vrouwen nog
steeds een belangrijk deel uitmaken. In 2003 was het percentage allochtone vrouwen in
opleidingen 38%. De gemeenten waren in 2003 de belangrijkste opdrachtgevers van de
Vrouwenvakscholen. Reïntegratiebedrijven volgen als tweede belangrijke opdrachtgever.
De verkoop van taalopleidingen en portfolio (dit zijn aanvullende trajecten of
trajectonderdelen gericht op houding, gedrag, opvoeding, sollicitatie, sociale vaardigheden
etc.) was boven verwachting.
Wat betreft de duurzame continuering heeft de Calder Groep geen plannen om het onderdeel
Vrouwenvakscholen af te stoten. Voor de Calder Groep blijft de Vrouwenvakscholen in
potentie een interessant concept om in hun aanbod te houden.
Op basis van het bovenstaande concludeer ik dat de overname en doorstart van de VVS door
de Capabel Onderwijsgroep BV conform de afspraken met uw Kamer is verlopen.
De Staatsecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(H.A.L. van Hoof)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid