7 van de 10 weilanden leeg
Persbericht - 19 augustus 2004
Uit onderzoek van Stichting Wakker Dier blijkt dat 7 van de 10
weilanden in Nederland leeg staan. Wakker Dier vreest voor een snel
leger wordend landschap waar koeien en mogelijk zelfs schapen in rap
tempo achter staldeuren uit het zicht verdwijnen, zoals eerder al met
de varkens en kippen gebeurde. Wakker Dier inventariseerde meer dan
5.000 weilanden langs drukke snelwegen en treinrails in alle 12
provincies. De verschillen bleken groot. In Flevoland stonden slechts
in 2 van de 10 weilanden nog dieren, waarmee die provincie veruit de
leegste bleek. In Drenthe en Noord-Holland waren relatief nog het
meeste dieren in de wei te zien: in 4 van de 10 weilanden stonden
koeien, schapen of paarden.
Op de weilanden langs de A4 tussen Den Haag en Amsterdam en de
treinroute tussen Amsterdam en Utrecht zijn het meeste dieren te zien,
respectievelijk 47% en 42%. De weilanden langs het treintraject
Zwolle-Arnhem waren het leegst (18% dieren).
In de Nederlandse weilanden zijn koeien (14%), paarden (9%) en schapen
(7%) te zien. 69% van de weilanden staat echter leeg. De andere meer
dan honderd miljoen landbouwdieren als kippen, varkens, eenden,
kalkoenen en geiten zijn vrijwel nooit meer te zien en zijn al achter
staldeuren verdwenen (totaal minder dan 1% buiten). Vleeskoeien komen
vrijwel nooit meer buiten, maar ook steeds meer melkkoeien worden het
hele jaar op stal gehouden. Schaalvergroting en verkaveling zijn de
belangrijkste oorzaken hiervan. Melkfabrieken als Campina Melkunie
stimuleren met een kwantumtoeslag de schaalvergroting en zorgen er zo
voor dat steeds minder koeien in de wei te zien zijn. Naar schatting
komt nu ongeveer 20% van de koeien nooit meer buiten. Dit zal naar
verwachting snel toenemen. Maar ook schapen staan niet altijd meer in
de wei. Sommige schapenhouders willen hun schapen meerdere keren per
jaar laten lammeren en houden de dieren op stal. Door wijziging in
EU-subsidies zal het aantal schapen waarschijnlijk ook dalen. Ook voor
paarden is het geen vanzelfsprekendheid meer dat ze lekker in de wei
kunnen dartelen.
Het onderzoek is uitgevoerd om een indruk te krijgen van de mate
waarin dieren nog onderdeel uitmaken van het Hollandse landschap. Uit
het feit dat 7 van de 10 weilanden leeg zijn mag niet worden opgemaakt
dat grofweg tweederde van de koeien, schapen en paarden binnen staan.
Ook als een boer al zijn dieren in de wei laat zal hij een deel van
zijn weilanden leeg laten om als kuilgras te gebruiken in de winter of
zet hij de dieren steeds in andere weides als de vorige is
kaalgegeten. Grasland is wel vrijwel altijd voor graasdieren bestemd
dus er is wel een duidelijke relatie tussen de aantallen weides en de
aantallen (al dan niet zichtbare) graasdieren. Als steeds meer dieren
op stal worden gehouden zullen automatisch ook steeds meer weides leeg
staan. Wakker Dier zal daarom regelmatig herhalingsonderzoek uitvoeren
om de trend verder in kaart te brengen. Het is onbegrijpelijk dat in
een zeer gereguleerd land als het onze geen overheidsdienst het tot
haar taak lijkt te rekenen zich bezig te houden met dit onderdeel van
de ontwikkeling van de veehouderij en het Nederlands landschap.