Inkomstenbelasting. Eigenwoningregeling.
Echtscheidingsregeling. Verhuur aan de
ex-partner
Belastingdienst/Centrum voor proces- en
productontwikkeling, domein belastingen op
arbeid en vermogen
Besluit van 12 augustus 2004, nr. CPP2004/1406M
De directeur-generaal Belastingdienst heeft
namens de staatssecretaris van Financiën het
volgende besloten.
Aan mij is een vraag voorgelegd over de
toepassing van de eigenwoningregeling bij
echtscheiding. De vraag en het antwoord zijn
hierna opgenomen.
Vraag
Een echtpaar woont in de woning die eigendom is
van de man. Het echtpaar gaat op 1 juli 2004
duurzaam gescheiden leven. De man verlaat de
woning en verhuurt die aan de vrouw.
Geldt de echtscheidingsregeling ook bij verhuur?
Antwoord
Ja, de echtscheidingsregeling geldt ook bij
verhuur. De echtscheidingsregeling geldt (voor
maximaal twee jaar) indien de woning de gewezen
partner anders dan tijdelijk als hoofdverblijf
ter beschikking staat (artikel 3.111, vierde
lid, van de Wet IB 2001). Het maakt daarbij niet
uit onder welke voorwaarden de vrouw de woning
gebruikt. In dit geval geldt niet de tijdelijke
verhuurregeling van artikel 3.111, zevende lid,
en 3.113 van de Wet IB 2001. De tijdelijke
verhuurregeling is alleen van toepassing als de
eigen woning het hoofdverblijf is. In dit geval
heeft de man zijn hoofdverblijf verplaatst naar
elders. In beginsel is dan geen sprake van een
eigen woning, maar door de
echtscheidingsregeling blijft de
eigenwoningregeling nog twee jaar van
toepassing. De man wordt daarom belast met het
eigenwoningforfait (artikel 3.112 van de Wet IB
2001).
Voor de renteaftrek geldt als uitgangspunt dat
de betaalde hypotheekrente niet hoeft te worden
gesaldeerd met de huur. Ondanks de huurbetaling
blijft de eigenwoningrente drukken op de man.
Huur is in het algemeen immers geen (directe)
vergoeding voor de betaalde rente, maar een
vergoeding voor het gebruik van de woning.
Ministerie van Financiën