http://www.minez.nl
MINEZ: Antwoord op vragen van het lid Hessels (CDA)
antwoorden op vragen van het lid Hessels (CDA) aan de minister van
Economische Zaken over koelwaterproblemen bij elektriciteitsproductie.
(Ingezonden 6 augustus 2004 onder nummer 2030419160)
De minister van Economische Zaken mr. L.J. Brinkhorst heeft deze
vragen als volgt beantwoord.
1. Hebt u kennis genomen van de opnieuw zorgelijke situatie bij het
lozen van koelwater door elektriciteitscentrales?
Ja, ik heb kennis genomen van de bedoelde situatie. Ik vind het echter
te ver gaan deze als zorgelijk te bestempelen.
2. Hoe groot acht u de kans dat als gevolg van de beperkingen, die
aan elektriciteitscentrales worden opgelegd, de
elektriciteitsproductie zodanig belemmerd zal worden, dat het
afschakelen van delen van het Nederlandse stroomnet in de loop van de
zomer van 2004 noodzakelijk zal zijn?
Ik acht de kans minimaal. De kans op tekorten is minimaal gelet op de
hoeveelheid reserves en de weersverwachtingen. Er blijken bovendien in
tegenstelling tot de zomer van 2003 - nauwelijks centrales in
onderhoud te zijn hetgeen tot meer reserves leidt.
3. Bent u bereid de in uw brief d.d. 16 juni jl. aangekondigde
nieuwe regelgeving omtrent elektriciteitsproductie in tijden van
hitte/droogte reeds nu toe te passen indien grote problemen op het
gebied van de elektriciteitslevering ontstaan?
Zoals aangegeven in mijn brief van 16 juni jl., bleek het niet
mogelijk te zijn om de Wvo-vergunningen nodig voor het lozen van
koelwater - voor de elektriciteitscentrales voor de zomer van 2004 aan
te passen. Indien het noodzakelijk is om in extra reserves te voorzien
zal de tot nu toe gehanteerde methode worden gebruikt, waarbij
uiteraard de nieuwe inzichten zullen worden meegewogen.
Zoals in de genoemde brief aangegeven werkt de Commissie Integraal
Waterbeheer al enige tijd aan de ontwikkeling van een nieuwe
beoordelingssystematiek voor warmtelozingen. Deze is nagenoeg
afgerond. De nieuwe beoordelingssystematiek moet als vertrekpunt gaan
dienen bij het opstellen van nieuwe vergunningen. Ook worden alle
bestaande vergunningen aangepast. Het aanpassen van de vergunningen
zal één tot anderhalf jaar in beslag nemen en zal voor de
belangrijkste bedrijven waaronder de elektriciteitscentrales - vóór de
zomer van 2005 zijn afgerond.
4. Bent u voornemens de benutting van al het in Nederland opgestelde
opwekkingsvermogen, waaronder de warmtekrachtcentrales van
bijvoorbeeld tuinbouwbedrijven, te bevorderen, zodat het opwekken van
elektriciteit ook vóór kleinschalige producenten rendabel kan zijn?
Ik bevorder benutting van al het opgesteld vermogen door het creëren
van meer transparantie en liquiditeit. Hiertoe dienen onder andere de
publicaties met betrekking tot het opgesteld vermogen, het beschikbare
vermogen en de regelruimte die sinds het begin van deze zomer op de
website van TenneT staan. Een ander voorbeeld is de invoering van
APX-light.
Voor wat betreft warmtekrachtcentrales is ondersteuning sinds 1 juli
gebaseerd op de daadwerkelijke milieuprestatie via de CO2-index. Het
subsidiebedrag is E 0,026 per CO2-vrije kiloWattuur. Dit wordt gericht
ingezet op het voorkomen van sluitingen van WKK door ongunstige
marktomstandigheden. Dit is met name gunstig voor de
tuinbouwbedrijven.
5. Vindt u dat, indien er tekorten ontstaan, het garanderen van de
binnenlandse stroomvoorziening voor moet gaan op het exporteren van
stroom naar het buitenland?
Nee. Een belangrijk basisprincipe van de vrije elektriciteitsmarkt is,
dat gelijkwaardige contracten ook gelijkwaardig worden behandeld,
ongeacht of de contractpartijen zich bevinden in hetzelfde land of in
verschillende landen. Technisch gezien zullen landelijke netbeheerders
ook altijd in gezamenlijkheid de systeembalans van Nederland en de
omringende landen proberen te handhaven. In geval van nood zullen
bijvoorbeeld onze buurlanden technische bijstand aan Nederland leveren
of levert Nederland technische bijstand aan haar buurlanden. Dit is
voor mij ook een kwestie van een goed nabuurschap. Momenteel ben ik in
gesprek met onze buurlanden om deze principes verder uit te werken en
vast te leggen. Daarnaast is momenteel onder het Nederlandse
EU-voorzitterschap een ontwerprichtlijn over leveringszekerheid van
elektriciteit in behandeling. Het vraagstuk van import en export van
elektriciteit, in het bijzonder in perioden van schaarste, maakt ook
onderdeel uit van deze ontwerprichtlijn.
6. Vindt u dat, na de grote problemen met het koelwater van
elektriciteitscentrales in 2003, adequaat en snel genoeg is gereageerd
teneinde vergelijkbare problemen in de toekomst te voorkomen?
Ja. Zeker als ook de in de brief van 16 juni jl. aangekondigde acties
met een wat langere doorlooptijd, zoals bijvoorbeeld aanpassing van de
Netcodes en de Wvo-vergunningen, zijn afgerond, denk ik dat er een
goed pakket aan maatregelen is genomen dat de leveringszekerheid in
tijden van hitte/droogte zoveel mogelijk waarborgt.
17 aug 04 17:11
Ministerie van Economische Zaken