Artsen zonder Grenzen
AzG biedt hulp na aanval op vluchtelingenkamp op grens met Burundi
dinsdag 17 augustus 2004
Bij een aanval op een vluchtelingenkamp op de grens van Burundi met de
Democratische Republiek Congo (DRC) zijn eind vorige week meer dan 150
mensen gedood. Ruim honderd mensen raakten gewond. AzG behandelt
gewonden, verleent psychische hulp en heeft geholpen bij het bergen
van de lichamen.
Het kamp is gevestigd in Gatumba, ongeveer twintig kilometer ten
westen van de hoofdstad van Burundi, Bujumbura, en op slechts vier
kilometer van de DRC. Op het moment van de aanval waren er zo'n 870
mensen aanwezig in het kamp; voornamelijk mensen die horen bij de
etnische groep van de Banyamulenge. Zij zijn de DRC ontvlucht na een
golf van geweld eerder dit jaar.
De aanvallers, blijkbaar gekleed in uniformen, staken gebouwen waar de
vluchtelingen lagen te slapen in brand. In andere gebouwen werden
mensen door geweerschoten gedood, maar ook door handgranaten en
machetes.
Ik heb nog nooit zoiets gezien, vertelt Véronique Parque,
verantwoordelijk voor de projecten van AzG in Burundi. Zij was
zaterdag, enkele uren na de aanval, in het kamp. Zowat de helft van
alle gebouwen was platgebrand en sommige lichamen waren nog aan het
branden. Het was een beangstigend tafereel.
Zaterdagochtend werden de gewonden overgebracht naar enkele lokale
medische centra, waar AzG de toestand van de patiënten op de voet
volgt. In het AzG centrum voor oorlogsgewonden in Bujumbura worden 23
gewonden verzorgd. Acht zwaargewonden werden onmiddellijk geopereerd.
Samen met een team van het Rode Kruis hebben medewerkers van AzG de
lichamen van de slachtoffers geborgen.
AzG verleent ook psychische bijstand. Een team van psychologen van AzG
en andere organisaties is permanent aanwezig en zorgt voor de opvang
van vluchtelingen die getraumatiseerd zijn geraakt.
We kennen de identiteit van de daders van de massamoord niet, zegt Luc
Nicolas, coördinator voor AzG in de regio, maar de aanval was zeker
gericht!
AzG werkt niet permanent in het kamp van Gatumba, omdat er voldoende
medische voorzieningen zijn in Bujumbura.
---