De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
DL. 2004/1529
datum
16-08-2004
onderwerp
Uitgangspunten nieuwe POP
TRC 2004/5286
bijlagen
Geachte Voorzitter,
Naar aanleiding van mijn brief van 8 juni jl. (DL 2004/1728) over de
stand van zaken met betrekking tot het lopende en het nieuwe
Plattelandsontwikkelingsprogramma Nederland heeft u mij gevraagd om de
Tweede Kamer in ieder geval vóór het Nota-Overleg over Agenda Vitaal
Platteland op 4 oktober a.s. nader te informeren over de
uitgangspunten voor het nieuwe POP. In antwoord op dit verzoek wil ik
u als volgt berichten.
datum
16-08-2004
kenmerk
DL. 2004/1529
bijlage
Huidige POP 2000 - 2006
Zoals u weet is sinds 2000 in Nederland het
Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP) van kracht zoals dat in
september 2000 door de Europese Commissie is goedgekeurd.
Het POP is daarmee de Nederlandse uitwerking van de Europese
Kaderverordening Plattelandsontwikkeling (Verordening 1257/1999). Het
POP heeft een looptijd tot en met 2006. Sinds de start is het POP
tweemaal gewijzigd na Europese goedkeuring van wijzigingsverzoeken die
in 2000 en 2001 door Nederland bij de Europese Commissie zijn
ingediend. De laatste goedkeuring had betrekking op het in december
2001 ingediende voorstel om de milieuparagraaf van de Subsidieregeling
Gebiedsgericht Beleid onder het POP te brengen.
Op 27 november vorig jaar heb ik u de tussentijdse evaluatie van het
POP toegestuurd en u te kennen gegeven u begin dit jaar nader te
zullen informeren over de wijze waarop ik in de resterende
programmaperiode invulling geef aan de conclusies en aanbevelingen van
deze evaluatie. Op 8 juni jl. heb ik u hierover medegedeeld dat ik in
overleg was met maatschappelijke organisaties in het Landelijk
Overlegorgaan Groene Ruimte (LOGR) over een mogelijk in 2004 bij de
Commissie in te dienen wijzigingsverzoek voor het huidige programma.
Eén van de onderdelen van een voorgenomen wijziging betrof de
invoering van een steunmaatregel voor jonge boeren in het POP.
Ik wil u nu het volgende berichten. Goedkeuring van eerder ingediende
wijzigingsvoorstellen in het Nederlandse POP heeft in het verleden
veel tijd gekost, aangezien er onderhandelingen moesten worden gevoerd
met de Europese Commissie vanwege de koppeling die de Commissie legt
tussen de implementatie van de Nitraatrichtlijn en het POP.
Deze koppeling bestaat omdat aan een groot deel van de subsidies die
in het POP kunnen worden uitgekeerd, de voorwaarde is verbonden dat de
landbouwer de zogeheten gebruikelijke goede landbouwmethoden naleeft.
De lidstaten hebben daartoe controleerbare normen in het POP moeten
vastleggen waartoe in ieder geval algemeen dwingende milieueisen
moeten behoren en dus ook de Nederlandse mestwetgeving. Steun aan
ondernemers kan alleen worden verleend voor bovenwettelijke
inspanningen onder de voorwaarde dat deze ondernemers zich houden aan
de omschreven 'goede landbouwpraktijk'.
Het wijzigingsvoorstel van het POP dat Nederland in 2002 heeft
ingediend, is vanwege het nog lopende overleg met de Commissie over de
koppeling tussen het POP en de Nitraatrichtlijn nog niet goedgekeurd.
Op 1 juli jl. heeft Nederland overeenstemming bereikt met de Europese
Commissie over de maatregelen die in het derde Actieprogramma
Nitraatrichtlijn zullen worden opgenomen. Eén van de onderdelen
daarvan betreft het feit dat per 1 januari 2006 in de Nederlandse
wetgeving de gebruiksnorm voor dierlijke mest van 170 kg N per hectare
per jaar zal zijn geïmplementeerd. Gelet op het feit dat Nederland
volgens deze afspraak eerst per 1 januari 2006 volledig voldoet aan de
Nitraatrichtlijn, ligt het mijns inziens in de rede dat Nederland tot
1 januari 2006 afziet van nieuwe steunmaatregelen voor
plattelandsontwikkeling in het kader van het POP. Tevens ben ik
voornemens over te gaan tot intrekking van het reeds bij de Commissie
ingediende wijzigingsvoorstel voor het POP in het jaar 2002. Ik heb de
Commissie inmiddels voorgesteld om dit lopende wijzigingsverzoek van
het POP in te trekken en (in ieder geval tot 1 januari 2006) geen
nieuwe wijzigingsverzoeken bij de Commissie in te dienen. Over de
implicaties van dit voorstel in relatie tot de Hofuitspraak inzake de
Nitraatrichtlijn en het akkoord met betrekking tot het Actieprogramma
vindt momenteel overleg plaats met de Commissie.
Wat betreft de voorgenomen steunmaatregel voor jonge boeren, bezie ik
momenteel de mogelijkheid om op een andere wijze hiervoor een
voorziening te treffen. Zodra daarover meer duidelijkheid bestaat, zal
ik u daar nader over informeren.
Voorbereiding nieuwe POP 2007 - 2013
Met betrekking tot het nieuwe POP wil ik u het volgende mededelen.
Op 14 juli jl. heeft de Europese Commissie voorstellen gepubliceerd
voor de nieuwe Kaderverordening Plattelandsontwikkeling die zal gelden
voor de periode 2007 - 2013. Deze zijn nader gepresenteerd tijdens de
Landbouw- en Visserijraad van 19 juli 2004.
Ik zal u over de inhoud van deze voorstellen en de Nederlandse
standpuntbepaling separaat berichten.
Uit de voorstellen blijkt in ieder geval dat voor de nieuwe
programmaperiode 2007 - 2013 een nieuw POP zal moeten worden
opgesteld. Zoals ik u in mijn brief van 27 november vorig jaar heb
medegedeeld, ben ik inmiddels begonnen met de voorbereidingen
daarvoor.
Het nieuwe POP zal uiteraard de Nederlandse uitwerking zijn van de
nieuwe Kaderverordening Plattelandsontwikkeling voor de periode 2007 -
2013. Gebaseerd op de Europese kaders kunnen nationale
beleidsdoelstellingen op het gebied van het platteland vertaald worden
in een concreet programma. Daarbij zijn evenwel leidend de systematiek
en voorwaarden die de nieuwe Kaderverordening aan het programma en de
daarin op te nemen steunmaatregelen koppelt. Wat betreft het Rijk zal
de Agenda Vitaal Platteland natuurlijk een belangrijk richtinggevend
kader voor het nieuwe POP zijn. Daarnaast zal van andere relevante
beleidsmatige ontwikkelingen op nationaal en regionaal niveau
beoordeeld worden of het wenselijk en efficiënt is om deze onder te
brengen in het nieuwe POP. Ook de provincies zijn betrokken bij de
opstelling van het nieuwe POP 2007 - 2013.
De komende maanden zal, te beginnen onder Nederlands Voorzitterschap,
op Europees niveau de discussie over de nieuwe Kaderverordening
Plattelandsontwikkeling worden gevoerd. Besluitvorming wordt niet
eerder verwacht dan rond de zomer 2005. Pas dan zal het Europese
regelgevende kader voor het nieuwe plattelandsbeleid bekend zijn.
Ingegeven door de ervaringen met de voorbereidingen van het huidige
POP zijn op dit moment de voorbereidingen van het nieuwe POP reeds in
gang gezet. De concrete uitwerking daarvan zal naar verwachting in de
tweede helft 2005 afgerond worden.
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
PDF-versie van de brief
Voor downloaden van PDF-bestanden:
Zie het origineel
Uitgangspunten nieuwe POP (PDF-formaat, 48 kB)
---
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit