Persbericht
Wet terroristische misdrijven treedt in werking
10 augustus 2004
De wet terroristische misdrijven van minister Donner treedt vandaag in
werking. Daarin zijn de werving voor de jihad en samenspanning met als
doel een ernstig terroristisch misdrijf te plegen apart strafbaar
gesteld. Ook worden de maximale gevangenisstraffen voor misdrijven
zoals doodslag, zware mishandeling, kaping of ontvoering hoger als zij
met een terroristisch oogmerk worden gepleegd. In de meeste gevallen
gaat het om een verhoging van de strafmaat met vijftig procent, maar
als op een misdrijf al een gevangenisstraf van ten hoogste vijftien
jaar staat (zoals doodslag), wordt de straf verhoogd tot levenslang of
maximaal twintig jaar. De wet geeft daarmee uitvoering aan het
EU-kaderbesluit terrorismebestrijding.
De rekrutering voor de jihad is strafbaar gesteld door aanpassing van
artikel 205 van het Wetboek van Strafrecht. Daardoor zal het werven
voor gewapende strijd bestraft kunnen worden, ook als -nog-
onduidelijk is of degene die geworven is, zijn bijdrage aan de
gewapende strijd in enig georganiseerd verband zal willen leveren. De
maximumstraf wordt verhoogd van één jaar tot vier jaar.
Daarnaast zal samenspanning tot het begaan van terroristische
misdrijven afzonderlijk strafbaar worden gesteld. Hiermee wordt beoogd
strafrechtelijk optreden gemakkelijker te maken tegen terroristische
netwerken en bewegingen die opereren in een los en wisselend
samenwerkingsverband. Strafbaarstelling van samenspanning tot ernstige
terroristische misdrijven gebeurt mede uit het oogpunt van een zo
effectief mogelijke bestraffing en bestrijding van terrorisme. Met de
strafbaarstelling van samenspanning wordt de internationale
samenwerking bij terrorismebestrijding, inclusief de wederzijdse
rechtshulp vergemakkelijkt.
Voor veroordeling wegens samenspanning moet worden aangetoond dat twee
of meer personen (waaronder de verdachte) hebben afgesproken om een
ernstig terroristisch misdrijf te plegen. Een dergelijke afspraak of
overeenkomst kan worden afgeleid uit de verklaringen van degenen die
de afspraak hebben gemaakt, maar kan ook blijken uit
getuigenverklaringen of afgeluisterde telefoongesprekken. Aan de
overeenkomst hoeft nog geen uitvoering te zijn gegeven.
Ministerie van Justitie