IP/04/1022
Brussel, 9 augustus 2004
De Commissie keurt de overname van Lastra door Agfa goed
Na onderzoek van de prepress-sector, d.w.z. de activiteiten ter
voorbereiding van het eigenlijke drukken van boeken, kranten en
tijdschriften op een drukpers, heeft de Europese Commissie haar
toestemming gegeven voor de overname van het Italiaanse bedrijf Lastra
door Agfa. Beide bedrijven zijn actief in de prepress-sector, maar
vanuit een verschillende invalshoek en met verschillende
bedrijfsmodellen. Uit het onderzoek van de Commissie is gebleken dat
de concurrentie in de prepress-sector niet wordt verstoord door deze
overname en dat de eindgebruikers nog steeds toegang zullen hebben tot
verschillende leveranciers en nog steeds profijt kunnen trekken van
permanente technologische innovatie, een doorslaggevende succesfactor
in deze sector.
De overname heeft betrekking op de volgende producten:
* prepressapparatuur die gebruikt wordt om drukplaten (bv.
imagesetters/plaatsetters en plaatprocessoren) voor te bereiden;
en
* prepress-verbruiksgoederen, zoals drukplaten en
prepress-chemicaliën.
Bij het prepress-drukken bestaan er twee methodes om een computerbeeld
over te brengen naar een drukplaat:
* de analoge methode, ook "computer-to-film (CtF)" genoemd; en
* de meer recente digitale methode, ook "computer-to-plate (CtP)"
genoemd. Voor CtF zijn analoge platen nodig, voor CtP digitale.
De Commissie heeft in haar onderzoek vooral aandacht besteed aan
analoge en digitale platen, twee domeinen waarop de activiteiten van
de bedrijven elkaar overlappen. Horizontale overlappingen op het vlak
van apparatuur waren minder belangrijk.
Wat analoge platen betreft, kwam de Commissie tot de conclusie dat de
concurrentie, ondanks een gecombineerd marktaandeel van meer dan 40%,
niet zou worden verstoord omdat er nog andere belangrijke spelers
actief zijn op deze markt en omdat het risico op unilaterale en
gecoördineerde effecten weinig plausibel lijkt.
Aangezien CtF steeds vaker wordt vervangen door CtP zijn analoge
platen immers gedoemd om te verdwijnen of alleen nog als nicheproduct
te blijven bestaan.
Bovendien wordt de prepress-sector gekenmerkt door voortdurende
technologische innovatie en een toegenomen interoperabiliteit tussen
de verschillende merken van machines en platen ("open systemen").
Typerend voor de pre-pressector zijn ten slotte ook de distributie via
meerdere kanalen (directe verkoop en onafhankelijke distributeurs), de
aanbestedingsprocedures die langdurige onderhandelingen tussen klanten
en concurrerende leveranciers vergen en het bestaan van
pakketovereenkomsten die zowel de apparatuur, de platen als de
chemicaliën omvatten.
Gezien deze bijzondere kenmerken kwam de Commissie tot de conclusie
dat er op het vlak van analoge platen weinig ruimte was voor
unilaterale en gecoördineerde effecten.
Wat de digitale prepress-sector betreft, spitste het onderzoek van de
Commissie zich toe op het segment van de krantentoepassingen. De
ongerustheid had vooral te maken met het feit dat Agfa's sterke
positie als leverancier van krantentoepassingen, die het te danken
heeft aan zijn "visible light technology", nog zou worden versterkt
door de overname van Lastra.
De Commissie kwam echter tot de vaststelling dat dit weinig
waarschijnlijk is omdat Lastra op het vlak van "visible light
technology" slechts een marginale speler is in de sector van de
krantentoepassingen in de EER.
Bovendien zijn de meeste marktdeelnemers van oordeel dat "visible
light technology" probleemloos kan worden vervangen door "thermale"
digitale technologie, die door belangrijke concurrenten wordt
toegepast. Agfa's "visible light technology" zal dan ook af te rekenen
hebben met doeltreffende concurrentie van de "thermale" technologie,
die steeds meer aanhang vindt bij veel grote leveranciers.
European Commission