Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzittervan de TweedeKamerderStaten-Generaal

Binnenhof4

Den Haag


- Directie Noord Afrika en Midden-Oosten

Afdeling Midden-Oosten

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag


Datum

9 augustus 2004

Behandeld

drs. M.J. van Deelen


Kenmerk


- DAM-436/04

Telefoon


- +31 (0)70-3485185


Blad


- 1/1

Fax


- +31 (0)70-3486639


Bijlage(n)


- 1

E-Mail


- - dam@minbuza.nl


Betreft


- Beantwoording vragen van het lid van Koenders overde uitspraak van het Internationaal Gerechtshof inzake de Israëlische afscheidingslinie.

Graag bied ik u hierbij- de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door - het lidKoenders (PvdA) over de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof inzake de Israëlische afscheidingslinie. Deze vragen werden ingezonden op - 14 juli 2004 met kenmerk 2030417930.


- De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot

Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Koenders (PvdA) over de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof inzake de Israëlische afscheidingslinie.

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof d.d. 9 juli 2004 inzake de door Israël opgetrokken muur?

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Wat is uw inschatting ten aanzien van de bereidheid van Israël te voldoen aan de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof?

Antwoord

Israël heeft bij monde van de woordvoerder van premier Sharon laten weten dat het uitsluitend zal handelen naar de uitspraak van het Israëlische Hooggerechtshof ten aanzien van de barrière. Deze luidde kort gezegd dat bij de bepaling van de route van de barrière de humanitaire gevolgen voor de Palestijnse bevolking zwaar moeten meewegen.

Vraag 3

Wat is uw visie en die van de Europese Unie ten aanzien van de uitspraak van het Hof en ten aanzien van de reactie van Israël?

Antwoord

De Europese visie ten aanzien van het advies van het Internationaal Gerechtshof (IGH) is verwoord in de gezamenlijke persverklaring van ministers van Buitenlandse Zaken na afloop van de RAZEB van 12 juli jl. De tekst hiervan is bijgevoegd. De Nederlandse visie in dezen komt overeen met de EU-positie.

Vraag 4

Bent u bereid in bilaterale contacten met Israël te wijzen op de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof?

Antwoord

De EU en Nederland blijft, zowel bilateraal als binnen het kader van de EU, Israël aanspreken op het feit dat de barrière op Palestijns Gebied een situatie creëert die de stichting op termijn van een levensvatbare Palestijnse Staat op de Westelijke Jordaanoever, en daarmee een duurzame vredesregeling tussen beide partijen, in gevaar kan brengen.

Ook wordt beide betrokken partijen er voortdurend op gewezen dat de Roadmap het raamwerk is en blijft voor de totstandkoming van een vredesregeling. De EU zal hierbij blijven wijzen op de verplichtingen die de partijen met aanvaarding van de Roadmap zijn aangegaan.

===