Raad van State: Sluiting en intrekking vergunning coffeeshop terecht
Bron: Projectbureau Bistro Utrecht
Datum actualiteit: 4-08-2004
De Raad van State heeft op 4 augustus 2004 het hoger beroep van de
exploitant van een coffeeshop te Den Haag tegen de sluiting voor een
periode van 9 maanden en de intrekking van gedoogbeschikking voor de
verkoop van softdrugs, ongegrond verklaard. De burgemeester van Den
Haag was tot de maatregelen overgegaan vanwege de aanwezigheid van
minderjarigen in de coffeeshop. De exploitant ontkende onder meer dat
met zijn medeweten en toestemming in de coffeeshop softdrugs aan
minderjarigen zijn verkocht. Dat echter in mei 2002 minderjarigen in
zijn coffeeshop zijn aangetroffen betekent een overtreding van de
gedoogvoorwaarden en is op zich zelf voldoende grond voor het optreden
van de burgemeester. Het maakt niet uit dat bij die minderjarigen toen
geen softdrugs zijn gevonden. Dat bij eerdere gelegenheden niet
onomstotelijk is vastgesteld dat het ook bij die gelegenheden om
minderjarigen ging, doet niet ter zake nu niet op basis daarvan tot de
maatregelen is overgegaan.
De rechtbank Den Haag oordeelde op 26 november 2003 op dezelfde wijze.
Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AQ6021
Zie het origineel