Het fabeldier dat Komrij heet
Tentoonstelling over leven en werk van de schrijver Gerrit Komrij
27 maart t/m 19 september 2004
Ter ere van de zestigste verjaardag van Gerrit Komrij presenteert het Letterkundig Museum de spectaculaire en veelzijdige tentoonstelling Het fabeldier dat Komrij heet. Onbekend en ongepubliceerd materiaal, zeldzame foto's, voorwerpen en brieven vertellen het bijzondere levensverhaal van deze spraakmakende schrijver. De bezoekers kunnen onder andere genieten van zijn excentrieke fin-de-siecle kamerjas, portretten van Komrij en zijn vriend Charles Hofman die zijn geschilderd door Theo Daamen, Jeroen Henneman en Herman Gordijn, en brieven van Gerard Reve, Annie M.G. Schmidt en Boudewijn Büch. Ook zijn pagina's uit de nimmer gepubliceerde, experimentele roman De lange oren van Midaste bewonderen, waarin Komrij zijn gal spuwt over het bestaan.
Gerrit Komrij werd op 30 maart 1944 geboren in Winterswijk.In 1968 debuteerde hij met de bundel Maagdenburgse halve bollen en andere gedichten. Al snel vestigde hij zijn naam als begenadigd dichter en als genadeloze polemist en criticus. Nadat hij zich met een tomeloze werkdrift had gemanifesteerd als romancier, bloemlezer, columnist en toneelschrijver emigreerde Komrij in 1984 naar Portugal. In 1993 ontving hij de P.C. Hooft-prijs voor zijn beschouwend proza. Het Nederlandse lezerspubliek riep Komrij op 26 januari 2000 uit tot 'Dichter des Vaderlands'. In januari 2004 deed hij publiekelijk afstand van deze functie. In de tentoonstelling is zijn handgeschreven afscheidsrede te zien.
De tentoonstelling is samengesteld door gastconservator Onno Blom; literair criticus voor De Standaarden Vrij Nederland. Hij schreef Zolang de voorraad strekt, een geschiedenis van het literaire boekenweekgeschenk 1984-2000 en Zijn getijdenboek, een biografisch portret van Harry Mulisch. Hij is ook de auteur van het Schrijversprentenboek dat bij de tentoonstelling verschijnt.