Gemeente Utrecht


Nieuwsbrief van de gemeente Utrecht over de wederopbouw in Noord Marokko (29 juli 2004)

Nauwe samenwerking tussen Utrecht en Amsterdam

Op 29 juni jl. hebben Burgemeester en Wethouders van Utrecht besloten om voor de wederopbouw van (een deel van) het lyceum te Imzourene (provincie Al Hoceima) E 50.000 beschikbaar te stellen. En als dit project niet uitvoerbaar zou blijken zal, via het VNG-platform Nederland-Marokko, een passend alternatief in Marokko worden aangevraagd.
Onlangs heeft de gemeente Amsterdam besloten E 100.000 bij te willen dragen, eveneens aan de wederopbouw van (een deel van) het lyceum te Imzourene.
De totale wederopbouw van dit lyceum zal waarschijnlijk echter rond de E 1.000.000 vergen.

Momenteel wordt er door de gemeenten Amsterdam en Utrecht intensief overlegd met het Ministerie van Onderwijs in Marokko én met de lokale autoriteiten in Imzourene en Al Hoceima, of er voor E 150.000 inderdaad een afgerond onderdeel van het lyceum te Imzourene kan worden herbouwd, óf dat het meer aanbeveling verdient om een andere getroffen school met het beschikbare bedrag van E 150.000 afdoende te herstellen.
In de loop van augustus komen we hier uit, mede in overleg met het 'Agence du Nord', de overheidsinstantie, die de feitelijke wederopbouw en sociaal-economische ontwikkeling in Noord Marokko coördineert en faciliteert.

Prioriteiten voor de wederopbouw

De Nederlandse Ambassade in Rabat en VNG-international hebben ons verder laten weten:

- Iedereen beschouwt de wederopbouw van huizen als een eerste prioriteit. Hier wordt al een begin mee gemaakt. De huizenbouw wordt door de centrale overheid evenwel als een volledig Marokkaanse zaak gezien. Men wil er namelijk absoluut zeker van zijn, dat alle getroffenen gelijk zullen worden behandeld. Ook wil men hiermee een sterke positie creëren ten aanzien van aannemers. Vele donoren, die volgens diverse criteria met vele aannemers zouden werken, zijn volgens het Agence du Nord het beste recept voor verschillen en dus voor nieuwe spanningen onder de bevolking. Dit wil men voorkómen.

- Tweede op de prioriteitenlijst staan scholen. Dit komt omdat het schooljaar binnenkort begint en men zo weinig mogelijk vertraging wil oplopen. Men heeft samen met de provinciale delegatie voor onderwijs in kaart gebracht welke gebouwen beschadigd, zwaar beschadigd, en onherstelbaar beschadigd zijn. Voor de urgente objecten, bijvoorbeeld het Lyceum in Imzourene, wordt nu een gedetailleerde technische studie verricht.
Voor het herstel van scholen is nog erg veel geld nodig.

- Voor de gezondheidssector is er gelukkig al een nagenoeg volledige financiering aanwezig. Dit blijkt één van de sectoren, waar veel donoren aan willen bijdragen. Bovendien is het Agence du Nord overeen gekomen om de fondsen van een paar grotere donoren (m.n. Saoudi-Arabië en Spanje) ook hieraan te besteden.

- Tenslotte is er nog een prioriteit op het gebied van brandweer, rampenbestrijding en slachtofferhulp. Dit is iets betrekkelijk nieuws in Noord Marokko. Er is nog bijna geen enkele voorziening ter plaatse, zoals na de aardbeving pijnlijk duidelijk werd. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en de betreffende gemeenten hebben tot nu toe een projectplan geschreven en lijsten van gewenste spullen opgesteld. Dit gaat uit van drie brandweerkazernes in bijvoorbeeld Al Hoceima en Targuist. Het budget hiervoor is in totaal ongeveer twee miljoen Euro, waarvan 1/3 voor gebouwen en 2/3 voor materiaal. Er is in deze sfeer nog niets toegezegd door donoren. Het Agence du Nord benadrukt dat ze een bijdrage van de Nederlandse gemeenten in de 'protection civile' zeer zou waarderen, omdat daar de bouwwerken of de materiële en immateriële bijdragen samen kunnen gaan met training en beleidsvorming.

Bouwprocedures

- Via Agence du Nord besteed geld is vrijgesteld van Marokkaanse belastingen. Nederlandse donoren kunnen andere uitvoeringspartners kiezen, maar die moeten die vrijstelling dan zelf regelen bij het Ministerie van Financiën.
Daarnaast is materiaal, via het Agence du Nord ingevoerd, vrijgesteld van douanerechten. Het Agence regelt ook de administratieve kant van invoer. Nederlandse gemeenten kunnen aangeven welke spullen ze waar willen hebben, wie de vervoerder is, en het Agence zorgt dan voor de rest.

- In de technische ontwerpfase van een bouwproject is de betreffende provinciale delegatie van het vakministerie de leidende partner. Voor een scholenbouwproject hebben Amsterdam en Utrecht dus allereerst te maken met de gedelegeerde van het Ministerie van Onderwijs in de provincie Al Hoceima. Deze moet het ontwerp goedkeuren. Overige partners zijn: Agence du Nord (financieringskanaal) en Marokkaanse gemeente (terreinbeheerder). Tussen deze partijen wordt een tripartite overeenkomst gesloten. De kwestie van het (beschikbare) budget voor het project zal bovendien door de betreffende Marokkaanse gemeenteraad worden besproken en afgehandeld. Hiermee wordt een brede betrokkenheid in de betreffende gemeente bevorderd.

- Daarna komen de fasen van aanbesteding en uitvoering. Hier spelen dezelfde spelers een rol, en komt het Ministerie van Openbare Werken erbij. Het Agence du Nord is de leidende partner in fase twee. Het Agence du Nord biedt voorfinanciering aan. Zodra er een overeenkomst van financiering ('Convention de Financement') mede namens Amsterdam en Utrecht is getekend, zullen zij met de bouw laten beginnen, ook als het geld nog niet binnen is.

Controle op de bestedingen

Alle partijen zijn zich ervan bewust dat controle op de bestedingen een belangrijk onderwerp is.

Naast de controle van het Ministerie voor Publieke Werken zijn er twee instrumenten die specifiek door donoren kunnen worden ingezet:
. Donoren hebben het recht om personen af te vaardigen in relevante commissies, en via hen inzage te hebben in alle documenten en geldstromen. Dit betreft het 'Comité de Suivi' voor het hele project en het 'Comité d'Appèl d'Offre' voor de aanbestedingen. De afgevaardigden van de donor kunnen lokaal of internationaal zijn, al naar gelang de behoefte.
. Donoren kunnen een accountantscontrole laten uitvoeren. Het Ministerie van Publieke Werken laat de eigen accountants altijd een 'audit' uitvoeren als het werken boven de 1 miljoen Euro betreft. Bij werken boven de 5 miljoen Euro schrijft de wet een externe accountant voor. In de 'Convention de Financement' kunnen donoren hun eigen vereisten neerleggen, overigens wel voor eigen kosten.

De komende tijd zullen VNG-international en de betrokken Nederlandse gemeenten een passende 'Convention de Financement' met het Agence du Nord uitonderhandelen.

Contactpersoon gemeente Utrecht, Stadhuis: Marius van Dongen, afdeling OVB,
tel. 286 10 30, Email: m.van.dongen@utrecht.nl


---- --