Kamerstuk, 29-7-2004
Antwoorden Kamervragen over weigering van zorginstellingen om mensen te
plaatsen
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
DBO-K-U-2501870
29 juli 2004
Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Kant
(SP) over weigering van zorginstellingen om mensen te plaatsen
(2030418170).
Alvorens in te gaan op de door de leden Smits, Kant en Vietsch/Aasted
Madsen-Van Stiphout gestelde vragen over een mogelijke opnamestop in
de gehandicaptenzorg, maak ik graag een enkele algemene opmerking over
de door mij vastgestelde procedure.
In de circulaire van het CVZ over de gevolgen van de
beheersmaatregelen AWBZ van 22 juni 2004, is aangegeven hoe kan worden
omgegaan met knelpunten die zich voor september voordoen. De procedure
is als volgt: de instelling neemt contact op met het zorgkantoor,
instelling en zorgkantoor overleggen vervolgens indien een instelling
binnen de bestaande productieafspraken geen mogelijkheden heeft om
nieuwe zorgvragen te financieren. De aanbieder die zich bij het
zorgkantoor meldt om aanvullende afspraken dient daarbij overzichten
van al geleverde zorg te overleggen.
Om knelpunten op te lossen kan het - kort gezegd - gaan om het
verschuiven van productieafspraken binnen een instelling, het
verschuiven van productieafspraken tussen instellingen in een regio en
tussen instellingen in verschillende regio's. Daarbij gaat het dan
uiteraard om productieafspraken die nog niet tot productie hebben
geleid. Natuurlijk wordt er hierbij een beroep gedaan op de
maatschappelijke verantwoordelijkheid van instellingen die meer
productieafspraken hebben dan ze feitelijk denken te zullen
realiseren, om deze productieafspraken beschikbaar te stellen. Indien
het desondanks niet mogelijk is voor een instelling om aan de nieuwe
zorgvraag te voldoen, kunnen instelling en zorgkantoor zich met dit
knelpunt wenden tot het College Tarieven Gezondheidszorg (CTG). Van de
zijde van het CTG heb ik vernomen dat bij hen tot eind vorige week
geen knelpunten zijn gemeld.
Ik stuur gelijktijdig met de antwoorden op uw vragen een brief aan de
koepels en ZN om hen nog eens te attenderen op de afgesproken,
hierboven beschreven procedure. Ik zal hen verzoeken de mogelijkheden
die deze procedure biedt optimaal te benutten.
In mijn brief van 21 juni 2004 (26631, nr 96) heb ik u al laten weten
dat ik op basis van de beschikbare cijfers over de gerealiseerde
productie zal nagaan hoe de ruimte voor knelpunten wordt afgebakend en
welke criteria worden gehanteerd. In augustus 2004 wordt de
uitgavenontwikkeling van de AWBZ in beeld gebracht. Uiteraard is
hiervoor -opnieuw- de maximale medewerking van zorgaanbieders en
zorgkantoren van groot belang. Tevens is dan bekend waar eventuele
knelpunten zichtbaar zijn.
Op basis van deze informatie zal ik in de tweede week van september
een besluit nemen.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,
drs. Clémence Ross-van Dorp
PDF
Antwoorden op Kamervragen over weigering van zorginstellingen om
mensen te plaatsen (nieuw venster)
Om het kamerstuk op te halen:
Zie het origineel