Persbericht: 27 juli 2004, no. 199
Stadsdeelplannen samen met Buurtthermometer vastgesteld
Stadsdeelgericht werken beter op poten met nieuwe instrumenten
Het derde deel van de stadsdeelplannen en de eerste uitgave van de
Buurtthermometer zorgen ervoor dat de stadsdeelgerichte aanpak in
Eindhoven wordt versterkt. Bij het uitzetten van de koers en het maken
van keuzes spelen beide, onderling samenhangende, instrumenten een
bepalende rol.
Dit heeft het college van B&W vandaag besloten. Zowel de
stadsdeelplannen deel 3 als de Buurtthermometer zijn in overleg met
samenwerkingspartners in de stadsdelen totstandgekomen.
De Buurtthermometer is een hulpmiddel om de sociaal-economische
situatie en de aanwezigheid van kansen en knelpunten in de Eindhovense
woonbuurten onderling te vergelijken. Aan de hand hiervan zullen
prioriteiten worden gesteld voor de inzet van personele en financiële
middelen in de verschillende buurten. Het derde deel van de
stadsdeelplannen is een logisch vervolg op de delen 1 en 2.
Deel 1 is een verzameling van feiten en cijfers op stadsdeelniveau. In
het tweede deel zijn de kansen en bedreigingen voor de stadsdelen in
beeld gebracht, alsmede de mogelijkheden van de stadsdeelkantoren om
hier direct mee aan de slag te gaan. Deel 3 stelt het gemeentelijk
aanbod centraal. Het heeft zowel het karakter van een sluitstuk als
van een startschot. Het is daarom opgedeeld in twee versies: A en B.
Dilemmas en prioriteiten
Deel 3A (De kern van de zaak) bevat die zaken die in de verschillende
stadsdelen het meest dringend aangepakt moeten worden en hoe dat op
hoofdlijnen zou kunnen. In veel gevallen gaat het dan niet (alleen) om
budgetten, maar eerder om afstemming en coördinatie van de vaak
ingrijpende plannen en ontwikkelingen die in de stadsdelen in gang
worden gezet.
Zo blijkt ook dat de stadsdeelkantoren graag een integraal antwoord
geven op de vragen die leven in de stadsdelen. Vanaf 2005 zullen de in
de stadsdeelplannen uitgewerkte dilemmas en prioriteiten bestuurlijk
worden vastgesteld en als zodanig als input fungeren voor de
gemeentelijke dienstplannen voor het volgende jaar.
Levend naslagwerk
Deel 3B vormt, onder de titel De aanpak, per stadsdeel een soort
sluitstuk. Het geeft aan wat inmiddels is gedaan met de aanbevelingen
uit deel 2. Het laat ook zien dat er in de stadsdelen veel zaken zijn
opgepakt die niet rechtstreeks volgen uit de aanbevelingen, maar die
inspelen op actuele, vaak onvoorziene, situaties.
Terwijl deel 3A primair een plaats zal krijgen in de beleidscyclus van
de gemeente, zal deel 3B vooral een functie vervullen naar de burgers
toe. Voor bewoners(organisaties) en andere samenwerkingspartners wordt
duidelijk aan welke zaken in de stadsdelen wordt gewerkt. Het is
bedoeld als levend naslagwerk, waarvan de inhoud regelmatig zal
veranderen. Projecten die zijn gerealiseerd, verdwijnen uit het
stadsdeelplan, nieuwe projecten krijgen een plaats. Deel 3B zal
binnenkort in een voor elk stadsdeel afzonderlijke uitgave
verschijnen.
Objectieve indicatoren
De Buurtthermometer bevat objectieve indicatoren voor de leefbaarheid
in de Eindhovense woonbuurten, zoals het aandeel algemene
bijstandsgerechtigden, het gemiddelde inkomensniveau en het aantal
woninginbraken.
De Buurtthermometer vergelijkt ook alle bewoonde buurten in Eindhoven
op basis van eenduidige criteria. Voorts is de situatie per stadsdeel
nader bezien. De indicatoren geven enerzijds de sociaal-economische
status weer, anderzijds vormen ze beleidssignalen voor (on)gewenste
maatschappelijke ontwikkelingen. Hierdoor is de Buurtthermometer
tevens een instrument dat het gemeentebestuur in staat stelt
pro-actief in te spelen op trends. De Buurtthermometer zal jaarlijks
worden geactualiseerd.
Bredere context
De resultaten van de Buurtthermometer zullen gebruikt worden ter
onderbouwing van de stadsdeelplannen, maar ook van de buurtaanpak en
het Grotestedenbeleid. Weliswaar is al veel bekend over de Eindhovense
buurten, vaak echter is deze informatie versnipperd aanwezig. Vaak ook
ontbreekt het aan maatstaven en een bredere context. Is een bepaald
percentage hoog of laag en hoe scoort de buurt in kwestie ten opzichte
van (alle) andere buurten? Hierbij bestaat de behoefte om te komen tot
een normering die niet alleen aangeeft hoe een wijk of buurt het doet,
maar ook iets zegt over de gewenste score. Het college van B&W heeft
ingestemd met het opzetten van een dergelijk normeringstraject en met
uitbreiding van de Buurtthermometer naar niet-woonwijken in Eindhoven.
© 2004 Gemeente Eindhoven
Gemeente Eindhoven