Ministerie van Justitie

Antwoorden op de schriftelijke kamervragen van het lid Eerdmans (LPF) kenmerk 2030417160

1 Hebt u kennisgenomen van het voorstel van de organisatie Child Focus in Brussel, gedaan naar aanleiding van de arrestatie van een recidiverende pedoseksueel en vermoedelijke kindermoordenaar in België, om te komen tot een Europese databank met de gegevens van veroordeelde pedoseksuelen zodat voorkomen kan worden dat zij ongemerkt naar een ander EU- land verhuizen en daar in anonimiteit kunnen recidiveren?

Ja.

2 Wat vindt u van dit voorstel? Bent u bereid dit initiatief op Europees niveau
te ondersteunen?

Het doel van het voorstel van Child Focus, namelijk het voorkomen dat personen die in het ene land zijn veroordeeld voor pedoseksuele delicten zich in anonimiteit kunnen vestigen in een ander EU-land, ondersteun ik van harte. In de JBZ-Raad van 19 juli jl. heb ik naar aanleiding van een verzoek van België dit onderwerp uitgebreid aan de orde gesteld. Ik heb geconstateerd dat er brede consensus bestaat tussen de lidstaten over het belang van een goede uitwisseling van informatie over veroordelingen. De Europese Commissie heeft plannen op dit terrein aangekondigd. Op langere termijn is het de bedoeling dat de nationale strafregisters elektronisch met elkaar verbonden worden, zodat eenvoudig toegang kan worden verkregen tot de nodige informatie. Maar de JBZ-Raad heeft de Commissie gevraagd ook op korte termijn actie te ondernemen. In oktober verwacht de Commissie een voorstel te kunnen indienen voor een betere informatieuitwisseling teneinde te voorkomen dat een persoon die in de ene lidstaat is veroordeeld wegens zedenmisdrijven met kinderen in een andere lidstaat in de omgeving van kinderen aan het werk kan, zonder dat men weet heeft van zijn strafrechtelijke verleden. Het Nederlandse voorzitterschap zal dit voorstel met voortvarendheid behandelen in de EU.
Op grond van de huidige internationale regels (in het bijzonder art. 13 en art. 22 van het Europese rechtshulpverdrag uit 1959 van de Raad van Europa) is uitwisseling van informatie over veroordelingen al mogelijk, maar in de praktijk valt hier nog veel aan te verbeteren.

3 Wat is uw oordeel over het voorstel te komen tot een wettelijke regeling ten gevolge waarvan de rechter bij een veroordeling wegens pedoseksueel handelen tevens als bijzondere voorwaarde c.q. bijkomende maatregel kan opleggen dat deze zich jaarlijks dient te melden bij de politie in zijn woonplaats en aldaar gegevens omtrent zijn verblijfplaats, werkomgeving en eventuele vrijwilligersactiviteiten dient te overhandigen?

Ik ga ervan uit dat de vragensteller met dit voorstel beoogt te voorkomen dat een persoon, die eerder wegens een pedoseksueel delict werd veroordeeld, aan de slag kan in een werkomgeving waar veel kinderen aanwezig zijn. Op verschillende manieren voer ik beleid dat hierin voorziet.
In dit verband wijs ik op de wettelijke regeling inzake de verklaring omtrent het gedrag. Bij werkzaamheden (ook als die op vrijwillige basis plaatsvinden) waarbij kinderen betrokken zijn, kan - en wordt in toenemende mate - door de werkgever een verklaring omtrent het gedrag gevraagd. In dat kader kan een eerdere veroordeling wegens een pedoseksueel delict naar voren komen en kan dit aanleiding zijn de verklaring niet af te geven.

Voorts wil ik verwijzen naar de Aanwijzing formulier risicoprofiel en executie-indicator van het openbaar ministerie. Deze aanwijzing regelt onder meer de informatieverschaffing omtrent vrijheden c.q. invrijheidstelling van tot vrijheidsstraf veroordeelde zedendelinquenten aan slachtoffers. De informatie over de executiefase die aan het slachtoffer wordt verstrekt, wordt ook standaard naar de regionale informatiedesks van de politie verzonden. Evenwel vindt nadien geen actualisering van de gegevens plaats, bijvoorbeeld indien de betrokkene van woonplaats verandert.
Indien een dader wordt veroordeeld tot een voorwaardelijke (gevangenis)straf, in het kader van tbs met voorwaarden of voorwaardelijke beëindiging van de tbs met bevel tot verpleging, is er gedurende de proeftijd contact met de reclassering. Verandering van woonomgeving of werkkring zal in die gevallen bij de reclassering bekend zijn. Een meldplicht zoals de heer Eerdmans voorstelt is in die gevallen materieel reeds gegeven. Het expliciet opnemen van een bijzondere voorwaarde c.q. bijkomende straf dat de betrokkene zich jaarlijks bij de politie moet melden en gegevens omtrent verblijfplaats, werkomgeving en eventuele vrijwilligersactiviteiten te overhandigen, lijkt moeilijk handhaafbaar, omdat de juistheid van de verstrekte gegevens of het achterwege blijven daarvan niet kan worden geverifieerd. Het doel van mijn beleid is zoveel mogelijk te voorkomen dat pedoseksuele delinquenten recidiveren. Naast de bekende mogelijkheden voor behandeling in de verschillende sanctievormen dragen de regelingen zoals ik die hiervoor heb beschreven daaraan bij. Dat er een tekortkoming is in de toetsing van eventuele buitenlandse veroordelingen is hiervoor al aangegeven. Aan de oplossing daarvan wordt met kracht gewerkt.