De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
VD. 2004/2229
datum
27-07-2004
onderwerp
Problemen bij export
TRC 2004/5353
bijlagen
Geachte Voorzitter,
Naar aanleiding van uw brief d.d. 8 juli jl. met bovengenoemd kenmerk
bericht ik u het volgende.
datum
27-07-2004
kenmerk
VD. 2004/2229
bijlage
Eind jaren negentig heeft mijn ministerie na een extern onderzoek
veranderingen en vernieuwingen op het gebied van veterinaire
exportcertificering doorgevoerd. Hierover is aan de Tweede Kamer bij
brief van 27 september 1999 (LNV 9900805) gerapporteerd.
De belangrijkste onderdelen van die rapportage herhaal ik voor de
volledigheid hier:
* Het politieke/bestuurlijke kader ten aanzien van de aanpak van
veterinaire exportbelemmeringen wordt gebaseerd op een
gestructureerde en permanente samenwerking tussen het ministerie
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en het
georganiseerde bedrijfsleven.
Het uitgangspunt hierbij is een samenwerking die gebaseerd is op
ieders eigen rol, taken en verantwoordelijkheden;
* De specifieke rol van het publiekrechtelijk georganiseerde
bedrijfsleven, de Productschappen voor Vee, Vlees en Eieren (PVE),
is vastgelegd binnen de procedures van een vast overleg. Dat
overleg fungeert als aandrager en kanalisator van
exportbelemmeringen, die door het exporterende bedrijfsleven
worden ingebracht, en vervult verder een belangrijke rol als
adviseur bij de prioriteitsstelling, de verdere aanpak en bij
voorliggende certificaten en instructies.
Het Veterinair Informatiepunt (VIP) van de PVE fungeert hierbij
als expertisecentrum voor alle dierlijke sectoren en is
intermediair tussen individuele bedrijven, branche-organisaties en
productschappen enerzijds en LNV-directies en -diensten
anderzijds;
* Er wordt een permanente werkorganisatie met bijbehorende taken en
bevoegdheden ingesteld: de Strategiegroep VEX (Veterinaire
Exportbelemmeringen) onder leiding van de Chief Veterinary Officer
(CVO);
* Er wordt een beleids- en toetsingskader voor certificaten en
instructies ontwikkeld. Enkele kernpunten daaruit zijn: bilaterale
afspraken namens de minister met derde landen worden ministerieel
bekrachtigd en/of in een overheidsregister gepubliceerd.
In certificaten zal zoveel mogelijk worden gewerkt met
standaardformuleringen en modules voor specifieke producten en
productcategorieën;
* De administratieve organisatie en de logistiek van het werkproces
binnen LNV worden verbeterd.
De vernieuwingen zijn geïmplementeerd en de daaruit voortkomende
werkwijze is nog altijd leidend voor de aanpak van veterinaire
exportbelemmeringen. Dat die werkwijze haar nut heeft bewezen, moge
blijken uit het volgende. In 1999 was er een lijst waarop 123
actiepunten voorkwamen waarbij 46 landen betrokken waren. Thans zijn
er nog 13 actiepunten waarbij 12 landen betrokken zijn (afgezien van
een aantal problemen ontstaan als gevolg van recente crises). De in de
brief van de heer Venneman genoemde knelpunten zijn allemaal opgelost
of in behandeling bij de autoriteiten van het importerende land.
Het is mij bekend dat het soms meer tijd kost dan gehoopt of voorzien
om de veterinaire exportbelemmeringen op te heffen. Daar zijn echter
duidelijke redenen voor. Export kan pas plaatsvinden als de
toekomstige handelspartners een akkoord hebben bereikt over de
veterinaire voorwaarden waaronder de handel kan plaatsvinden. Een
zorgvuldige overlegprocedure kost tijd, mede omdat er veelal meerdere
organisaties bij betrokken zijn, zowel in het exporterende als
importerende land. Uiteraard hebben wij geen of maar een beperkte
invloed op de voortvarendheid waarmee derde landen de onderhandelingen
voeren.
De prioriteiten bij de afhandeling van de wensen en knelpunten worden
gesteld in de strategiegroep VEX, in overleg met het Veterinair
Informatiepunt van het bedrijfsleven. Ook de wensen van de Veepro,
veelal verwoord door de heer Venneman, worden hier ingebracht en
beoordeeld. De heer Venneman is van deze overlegstructuur op de
hoogte. Daarom heb ik met enige verbazing kennis genomen van zijn
brief.
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit, a.i.
drs. M.C.F. Verdonk
PDF-versie van de brief
Voor downloaden van PDF-bestanden:
Zie het origineel
Problemen bij export (PDF-formaat, 47 kB)
---
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit