parlementaire stukken - Antwoorden op kamervragen over het laatste
jaarrapport van het IISS en uitspraken door Interpol
Antwoorden op kamervragen over het laatste jaarrapport van het IISS en
uitspraken door Interpol
27 juli 2004
Antwoorden op vragen van het lid Externe link Wilders (VVD) aan de
ministers van Buitenlandse Zaken, van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties en van Justitie over het laatste jaarrapport van
het IISS en uitspraken door Interpol. (Ingezonden 28 mei
2004, ontvangen 19 juli 2004)
---
1 Vraag
Heeft u kennisgenomen van het laatste jaarrapport van het Britse
Instituut voor Internationale Stategische Studies (IISS)?1) Wat is uw
oordeel hierover? Kunt u de belangrijkste bevindingen uit het rapport
van een standpunt en reactie voorzien?
2 Vraag
Stemmen de beweringen in dit rapport, dat Al-Qa'ida wereldwijd over
ruim 18.000 potentiële strijders beschikt en dat de leiding van
Al-Qa'ida nog steeds functioneert, overeen met de inschattingen van de
AIVD en MIVD?
3 Vraag
Hoe beoordeelt u de verklaring in het IISS-rapport dat het
Al-Qa'ida-netwerk terroristische cellen in ca. 60 landen zou hebben,
die in de komende tijd actiever zullen gaan opereren?
1 t/m 3 Antwoord
De regering heeft kennisgenomen van het jaarverslag van het in Londen
gevestigde Internationaal Instituut voor Strategische Studies (IISS).
In het jaarverslag maakt IISS melding van een aanwezigheid van Al
Qa'ida-infrastructuur in zestig landen. In totaal zouden 20 000
personen hebben deelgenomen aan islamistische trainingskampen en er
zouden 18 000 personen thans als potentiële terroristen klaar staan.
Het IISS concludeert in algemene zin een wereldwijde verspreiding van
leiderschap en middelen. Dit zou volgens de IISS ertoe hebben geleid
dat de slagkracht van Al Qa'ida ondanks alle gevoelige tegenslagen is
toegenomen. In internationaal verband wordt door de IISS geconstateerd
dat een aantal landen te weinig doet om conservatieve moslims voor
zich te winnen en potentiële radicalisering te voorkomen.
De algemene strekking van het rapport van de IISS komt overeen met de
analyses van de regering betreffende de dreiging van het islamistisch
terrorisme. Het rapport van de IISS onderschrijft het belang van een
brede benadering, zoals ook de regering voor ogen heeft wat betreft de
aanpak van islamistisch terrorisme, waarbij naast
terrorismebestrijding uitdrukkelijk aandacht wordt besteed aan de
onderkenning van radicaliseringstendensen en de dialoog met
islamitische gemeenschappen.
De genoemde aantallen uit het IISS-rapport betreffen schattingen van
de grootte van het Al Qa'ida-netwerk. Een exacte opgave van aantallen
potentiële terroristen die betrekking heeft op alle relevante
islamistisch-terroristische netwerken (dus niet alleen Al Qa'ida) kan,
gelet op de aard en de omvang van het fenomeen, niet worden gegeven.
4 Vraag
Hoe beoordeelt u de verklaring in het het IISS-rapport dat Al-Qa'ida
door zal gaan met terroristische operaties in Europa en Noord-Amerika,
waarbij mogelijk van massavernietigingswapens gebruik zal worden
gemaakt? Over welke typen massavernietigingswapens zullen islamitische
terroristen naar uw inschatting de beschikking krijgen? Zijn er
inmiddels aanwijzingen dat terroristen in de Benelux beschikken over
massavernietigingswapens, bijvoorbeeld chemische wapens?2)
4 Antwoord
Het islamistisch terrorisme blijft een aanzienlijke dreiging voor de
nationale veiligheid. Alhoewel er geen concrete aanwijzingen zijn dat
het Al Qa'ida-netwerk beschikt over massavernietigingswapens, kunnen
aanslagen met niet-conventionele massavernietigingswapens niet worden
uitgesloten. Hierbij dient te worden vermeld dat de mogelijkheid dat
terroristen over relatief eenvoudige biologische, chemische of
radiologische stoffen kunnen beschikken, de specifieke aandacht van de
regering heeft. De regering acht kleinschalige, technisch tamelijk
eenvoudige aanslagen met deze middelen verhoudingsgewijs
waarschijnlijker dan aanslagen met massavernietigingswapens met een
massaal vernietigend effect.
5 Vraag
Heeft u tevens kennisgenomen van de uitspraak van Interpol-topman
Noble dat de groeiende handel in namaakartikelen een steeds
belangrijker bron van inkomsten vormt voor terroristen?3) Wat doet de
regering om deze handel aan banden te leggen en om deze
financieringsbron van terrorisme in te dammen?
5 Antwoord
Ja, ik heb van die uitspraken kennisgenomen. In het voorkomen en
tegengaan van de terroristische dreiging heeft de bestrijding van de
financiering van terrorisme een prominente plaats. Elke vorm van
financiering van terrorisme heeft de nadrukkelijke aandacht van de
regering dus ook als genoemde financiering wordt gerealiseerd met het
namaken van merkartikelen.
1 IISS, «Strategie Survey 2003/4», mei 2004.
2 Aanhangsel Handelingen nr. 968, vergaderjaar 2003-2004.
3 De Telegraaf en Algemeen Dagblad, 26 mei jl.
---
---
---
---
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties