Celstraffen voor schilderijenroof uit Van Gogh museum
Bron: Rechtbank Amsterdam
Datum actualiteit: 27-07-2004
De rechtbank Amsterdam heeft de twee verdachten in de Van Gogh-zaak
veroordeeld tot respectievelijk vier en vier en een half jaar cel. In
het uitgewerkte vonnis wordt uitgebreid aandacht besteed aan de
bewijsmiddelen, zoals video-opnamen, getuigenverklaringen, hamers,
twee aangetroffen hoofddeksels met DNA van de verdachten, telefoontaps
en het uitgavenpatroon van de beide verdachten. Ook heeft nader
technisch onderzoek plaatsgevonden naar de mogelijkheid dat de twee
mannen door het gat in de ruit van het museum naar binnen en naar
buiten zijn gegaan. Hoewel de rechtbank met de verdediging eens is dat
er kritiek mogelijk is op delen van het onderzoek, is er geen
aanleiding om het onderzoek opnieuw te laten uitvoeren.
Op grond van al deze bewijsmiddelen komt de rechtbank tot het oordeel
dat de verdachten de diefstal hebben gepleegd.
De rechtbank heeft in de strafmaat laten meewegen dat het in casu niet
een 'doorsnee' inbraak betreft, maar een inbraak die vanwege zijn
brutaliteit en vanwege het onderwerp van de roof - twee schilderijen -
als uitzonderlijk moet worden beschouwd. Het betreft immers twee
unieke en onvervangbare doeken van een wereldwijd gewaardeerde
schilder. Afgezien van hun financiële waarde, maakten de twee
schilderijen deel uit van het Nederlandse culturele erfgoed.
Omdat niet duidelijk is wat de exacte waarde is van de schilderijen
worden de benadeelde partijen, de stichting Vincent van Gogh en het
Ministerie van OC en W, voor een vordering tot schadevergoeding
verwezen naar de burgerlijke rechter.
Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AQ5391
Zie het origineel