IP/04/967
Brussel, 20 juli 2004
De Commissie neemt maatregelen om de naleving van de "open skies"-arresten
af te dwingen
De Commissie heeft vandaag aanvullende maatregelen genomen tegen de
discriminerende bilaterale luchtvervoersovereenkomsten die sommige
lidstaten hebben ondertekend. Deze overeenkomsten vormen een
belemmering voor de vrije concurrentie op het vlak van het
internationale luchtvervoer tussen de Europese Unie en de Verenigde
Staten omdat start- en landingsrechten worden voorbehouden aan
nationale luchtvaartmaatschappijen. Zowel de luchtvaartindustrie als
de consumenten hebben hieronder te lijden. "Hoewel het Europese Hof
van Justitie al meer dan anderhalf jaar geleden heeft geoordeeld dat
de discriminatie tussen EU-luchtvaartmaatschappijen ten gevolge van de
bilaterale overeenkomsten tussen bepaalde lidstaten en de VS in strijd
is met het EU-recht, is er nog steeds geen einde gekomen aan deze
praktijken. De lidstaten in kwestie moeten de nodige maatregelen nemen
om aan de arresten van het Hof te voldoen. Het is onaanvaardbaar dat
zij nog steeds partij zijn bij overeenkomsten die tot gevolg hebben
dat de consumenten en de luchtvaartmaatschappijen, meer dan anderhalf
jaar na de uitspraak van het Hof, nog steeds verstoken blijven van de
voordelen van de Europese interne markt. Bovendien mogen de lidstaten
die geen "open skies"-overeenkomsten hebben gesloten, nu niet op eigen
initiatief met de VS onderhandelen over dergelijke overeenkomsten",
verklaarde Loyola de Palacio, vice-voorzitter van de Commissie.
De Commissie is druk doende met de VS te onderhandelen over een nieuw
juridisch kader voor transatlantisch luchtvervoer. Deze
onderhandelingen moeten tot een oplossing voor het juridische probleem
leiden. De VS hebben duidelijk laten verstaan dat zij bereid zijn
constructief samen te werken met de EU in haar geheel en alle
EU-luchtvaartmaatschappijen gelijk te behandelen.
Follow-up van het "open skies"-arrest van het Hof
De Commissie heeft besloten om overeenkomstig artikel 228 van het
Verdrag naar acht lidstaten (Oostenrijk, België, Denemarken, Finland,
Duitsland, Luxemburg, Zweden en het Verenigd Koninkrijk) een
aanmaningsbrief te sturen wegens niet-naleving van de arresten die het
Europese Hof van Justitie op 5 november 2002 heeft geveld in de
zogenaamde "open skies"-zaken .
In deze arresten oordeelde het Hof dat de lidstaten de communautaire
wetgeving hebben overtreden omdat ze in hun
luchtvervoersovereenkomsten met de VS start- en landingsrechten hebben
gereserveerd voor hun nationale luchtvaartmaatschappijen. De lidstaten
hebben nog steeds geen maatregelen getroffen om een eind te maken aan
de door het Hof vastgestelde overtredingen.
De Commissie heeft besloten om overeenkomstig artikel 226 van het
Verdrag ook Nederland voor het Hof te dagen wegens de
"open skies"-overeenkomst die deze lidstaat heeft gesloten met de VS.
In deze overeenkomst zijn dezelfde discriminerende bepalingen
opgenomen als in de overeenkomsten die de acht bovenvermelde lidstaten
hebben gesloten.
Voorts zal de Commissie ook tegen drie andere lidstaten (Frankrijk,
Italië en Portugal) een procedure inleiden overeenkomstig artikel 226
van het Verdrag omdat ze ten gevolge van hun bilaterale overeenkomsten
met de VS, die dezelfde discriminerende bepalingen bevatten als de
andere overeenkomsten, de uit hoofde van het Verdrag op hen rustende
verplichtingen niet zijn nagekomen.
Mevrouw de Palacio zal alle lidstaten ook schriftelijk verzoeken zich
eensgezind op te stellen in hun relaties met de VS, teneinde de
onderhandelingen over een nieuwe overeenkomst tussen de EU en de VS te
ondersteunen.
Overeenkomstig de mededeling van de Commissie van 19 november 2002 zal
mevrouw de Palacio de twintig lidstaten die een bilaterale
overeenkomst met de VS hebben gesloten, eraan herinneren dat zij de
procedures voor het stopzetten van deze overeenkomsten op gang moeten
brengen om te voldoen aan hun verplichtingen uit hoofde van het
EU-recht.
In een afzonderlijke brief zal zij de vijf lidstaten die geen
bilaterale luchtvervoersovereenkomst met de VS hebben gesloten,
verzoeken geen onderhandelingen in die zin aan te knopen en hun
verplichtingen uit hoofde van het EU-recht na te leven.
Er zij op gewezen dat het op gang brengen van de
stopzettingsprocedures geen directe en onmiddellijke consequenties zal
hebben voor de luchtvaartmaatschappijen. In het algemeen moet een
opzeggingstermijn van minstens twaalf maanden in acht worden genomen
alvorens de overeenkomsten kunnen worden stopgezet. De Commissie heeft
zich voorgenomen vóór het verstrijken van deze termijn een nieuwe
overeenkomst met de VS te sluiten.
Achtergrond
De juridische situatie
Naar aanleiding van de "open skies"-arresten heeft de Commissie de
lidstaten op 19 november 2002^ verzocht twee maatregelen te nemen
om tot een oplossing voor deze situatie te komen: de Commissie het
mandaat verlenen om gesprekken aan te knopen met de VS en de door het
Hof geïdentificeerde juridische problemen oplossen door hun bestaande
bilaterale overeenkomsten met de VS stop te zetten.
Op 5 juni 2003 heeft de Raad Vervoer de Commissie verzocht
onderhandelingen aan te knopen met de VS. Tot dusver heeft geen enkele
lidstaat de procedure voor het stopzetten van zijn bilaterale
overeenkomst op gang gebracht.
De onderhandelingen met de VS: een stand van zaken
De afgelopen twaalf maanden heeft de Commissie met de VS onderhandeld
over een nieuwe overeenkomst voor transatlantisch luchtvervoer. Na
verscheidene onderhandelingsrondes werd overeenstemming bereikt over
het fundamentele kader voor een EU-VS-overeenkomst die tegemoet komt
aan de juridische bezwaren van het Hof. De nieuwe tekst is in
overeenstemming met het communautaire recht aangezien er geen sprake
meer is van discriminatie tussen EU-luchtvaartmaatschappijen. Alle
EU-maatschappijen krijgen gelijke kansen om op alle transatlantische
routes tussen de EU en de VS te vliegen.
De Raad Vervoer van 10-11 juni 2004 vond dit pakket echter nog steeds
onaanvaardbaar. Verscheidene lidstaten waren van mening dat de
EU-luchtvaartmaatschappijen gemakkelijker toegang moeten krijgen tot
de binnenlandse markt van de VS. Dit vergt grondige bestudering aan
beide kanten. Tijdens de topontmoeting van 25 juni jongstleden zijn de
EU en de VS overeengekomen om, in afwachting van deze studies, de
onderhandelingen over de technische aspecten te hervatten in
september 2004.
---
Zaken C-466-469/98, C-467/98, C468/98, C-469/98, C-472/98,
C-475/98, C-476/98 van 5 november 2002.
Mededeling van de Commissie over de gevolgen van de arresten van
het Hof van 5 november 2002 inzake het Europese luchtvervoersbeleid
(COM(2002) 649 def.).
European Commission