Nederlandse Politiebond
Politieoverleg: 21 juli 2004
Gepubliceerd: donderdag 22 juli 2004.
Kort verslag van het overleg met de minister op 21 juli 2004.
Meer- en minderuren
Geruime tijd is stilgestaan bij het onderwerp 'meer en minderuren'.
Dit onderwerp gaat over de vraag of het is toegestaan en zo ja in
welke mate en onder welke condities, af te wijken van het per
kalenderjaar voor de ambtenaar de plannen aantal arbeidsuren. Het
overleg over dit onderwerp loopt inmiddels al sinds 1999.
De vakorganisaties hebben in de voorbije jaren uitgebreid toegelicht
waarom afwijkingen hierop niet zijn toegestaan. Op enig moment heeft
de minister dat uitgangspunt onderschreven maar er wel op gewezen dat
in de registratie van ziekte en schorsing een onbedoeld effect op de
telling zit, dat niet bedoelde afwijkingen toch mogelijk maakt.
Daarnaast huldigt hij de opvatting dat afwijkingen in de laatste
kalendermaand in het kader van eventuele calamiteiten tot een aantal
van 9 uren mogelijk moeten worden gemaakt, zonder dat dit tot
kostenverhoging leidt voor de werkgever.
Hoewel de bonden principieel waarde hechten aan het handhaven van het
oorspronkelijke uitgangspunt hebben zij zich bereid getoond onder
bepaalde voorwaarden in de denkwijze van de minister mee te gaan. Vast
zou moeten staan dat de techniek van telling van ziekte en
schorsingsuren wordt aangepast en boven een nader vast te stellen
aantal arbeidsuren als toegestane afwijking zonder kostengevolgen,
andere afwijkingen principieel worden uitgesloten. In de laatste fase
hebben zij zelfs dat standpunt nog genuanceerd door meer uren boven
die grens mogelijk te maken tegen een extra vergoeding, net als dat
het geval zou zijn bij overwerk in die laatste kalendermaand. Die
beweging konden de bonden makkelijk maken omdat beide partijen het
uitgangspunt onderschrijven dat aan het einde van de maand november de
telling van het aantal arbeidsuren geen oncorrigeerbare afwijking mag
vertonen. De minister weigerde hierop in te gaan. Wat hem betreft zal
er geen kostenverhogende of andere beperkende maatregel worden
getroffen. Daarmee is, als de bonden hiermee zouden instemmen, de
werknemer vogelvrij geworden.
Geconstateerd is dat het overleg over dit onderwerp niet tot een
uitkomst zal leiden die de instemming heeft van alle partijen. De
procedure zal nu gevolgd worden om eventueel advies- of arbitrage
mogelijk te maken. Nader overleg daarover zal plaatsvinden op 2
augustus.
Intrekking verschillende subsidies
Door de minister is het intrekken van verschillende subsidies
aangekondigd waaronder die voor de politiekapel, het politiemuseum en
het diversiteitbeleid van de politiebonden. Hoewel de bonden de
discretionaire bevoegdheid van de minister op dit punt erkennen, kan
het niet zo zijn dat de intrekking van de subsidies voor het
politiemuseum of de politiekapel, zonder nader overleg, bijvoorbeeld
gevolgen voor de werkgelegenheid krijgt. De minister kon niet melden
om welke bedragen het precies gaat. Vermoedelijk is een direct
werkgelegenheidgevolg niet aan de orde. Het effect op de cultuur en
historische waarde kon evenmin in beeld worden gebracht. De bonden
ontvangen hierover nog nader bericht. Voorts hebben de bonden hun
ongenoegen geuit voor het gebrekkige historische besef bij de minister
als het om de bevordering van diversiteit gaat.
Dat de minister de subsidie intrekt is al erg genoeg en ook niet in
overeenstemming te brengen met het belang van het werk dat de bonden
op dit terrein doen, maar het is al helemaal niet te begrijpen dat de
minister zegt aan dit onderwerp geen prioriteit toe te kennen.
Maatschappelijk onbenul dringt zich als samenvattend beeld op. Volgens
de minister was er geen reden om er in het politieoverleg verder over
te spreken. De betreffende bonden kunnen bezwaren 'officieel' ter
kennis brengen, aldus de minister. NPB en ACP zullen dat ook gaan
doen.
Benoeming directeur LECD
De benoeming is aan de orde gesteld met de vraag of de procedure tot
een benoeming heeft geleid. Bij ontkenning is er voor de NPB
aanleiding om met de minister te spreken over de vraag of de te
benoemen kandidaat kan worden geacht te voldoen aan de door de
programmaraad geadviseerde criteria.
De vertegenwoordiger van de minister beschikte over onvoldoende parate
kennis om hierover te kunnen spreken.
Prepensioen
De bonden hadden de minister per brief gevraagd gedetailleerde
informatie ter beschikking te stellen over de gevolgen van de
kabinetsplannen in relatie tot de AFUP en onderverdeeld naar
leeftijdscohorten en daarover bovendien na de zomer met de minister
overleg over wilden voeren. De minister liet weten daar niets voor te
voelen. Het 'kwam hem niet uit' en bovendien stond de voorgenomen
maatregel nog niet vast. Raad van State en parlement konden immers nog
veranderingen tot gevolg hebben. Wel wilde hij kwijt dat de gevolgen
'fors' zullen zijn. Voor het overige moesten we het vooralsnog maar
zelf bedenken wat de gevolgen zouden zijn. De bonden hebben deze
onfatsoenlijke handelswijze gehekeld en aangegeven dat dit standpunt
niet zonder consequenties kan blijven.
NAW-bestand niet buiten de sector politie
Door de bonden zijn vragen gesteld over het op verzoek van de minister
door politiewerkgevers beschikbaar stellen van NAW-gegevens van een
onderzoek door derden. Het vertrouwelijk houden van dit soort gegevens
(los van wetgeving op dit terrein) is drie jaar geleden al uitgebreid
aan de orde geweest. De minister kon de vragen bevestigen noch
ontkennen. Wordt onderzocht.
Overname van deze informatie is toegestaan mits met bronvermelding. ©
22 07 2004 NPB