Ministerie van Justitie

Persbericht

Horeca-ondernemers niet op hoge kosten gejaagd
22 juli 2004

Vergunningstelsels die gemeenten zelf in het leven roepen voor horecabedrijven en andere openbare inrichtingen leiden nauwelijks tot hoge kosten voor de betrokken ondernemers. De grote meerderheid is van oordeel dat deze vergunningen slechts geringe kosten voor hun bedrijf met zich meebrengen.
Dit zijn de belangrijkste conclusies van het onderzoek dat SGBO, Onderzoeks- en Adviesbureau van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van Justitie heeft uitgevoerd. Het rapport Lokale regelgeving voor openbare inrichtingen doet verslag van dit onderzoek.

De onderzoekers constateren dat de autonome gemeentelijke vergunningstelsels voor openbare inrichtingen een functie hebben naast de overige regelgeving en de daarop gebaseerde vergunningstelsels (bijvoorbeeld de Drank- en Horecawet en de bouwvergunning). Om de openbare orde te handhaven en het woon- en leefklimaat in de gemeente te kunnen beschermen, zijn volgens de ondervraagde gemeenten de autonome vergunningstelsels onontbeerlijk. Daarnaast concluderen de onderzoekers dat de gemeenten weinig of geen mogelijkheden zien om de lasten die de ondernemers van openbare inrichtingen in beperkte mate ervaren van deze vergunningstelsels nog verder terug te dringen, anders zouden de mogelijkheden voor gemeenten om effectief beleid te voeren worden aangetast.

Het onderzoek is uitgevoerd naar aanleiding van één van de aanbevelingen van de werkgroep openbare inrichtingen uit 2001 om de regelgeving die van toepassing is op openbare inrichtingen te beperken en te vereenvoudigen. In het onderzoek is eerst nagegaan welke autonome vergunningstelsels gemeenten kunnen gebruiken om openbare inrichtingen te regelen en wat de verhouding is met de regelgeving van het rijk. Voorbeelden van autonome vergunningen zijn: de exploitatievergunning horecabedrijf, de terrasvergunning en de evenementenvergunning.

Vervolgens is een representatieve steekproef van 315 horeca-ondernemers gevraagd naar hun ervaringen met vergunningen en andere vormen van regelgeving. Tenslotte zijn gesprekken gevoerd met ambtenaren in dertien gemeenten en met politiefunctionarissen in vijf politieregios.