Gemeente Heeze-Leende
Ontwerp Reconstructieplan Boven-Dommel vastgesteld
Op 21 juli zijn door de provincie de ontwerp-reconstructieplannen voor
de Brabantse zandgebieden vastgesteld. Deze zandgebieden zijn
opgedeeld in een zevental regios van ongeveer 8 gemeenten die ieder
een eigen plan hebben gemaakt dat is aangeboden aan de provincie. Het
besluit van gisteren betekent dat de reconstructieplannen in het
najaar in de inspraak worden gebracht. Van 30 september tot 28 oktober
krijgen burgers en organisaties de gelegenheid om te reageren op de
voorstellen. Na de inspraak worden nog wijzigingen aangebracht, waarna
de definitieve versie wordt vastgesteld door Provinciale Staten begin
2005. Als ook het Rijk akkoord gaat kan de twaalfjarige uitvoering van
het ambitieuze programma voor de revitalisering van het platteland
medio 2005 starten.
Een van de zeven gebieden waarvoor een plan is gemaakt is
Boven-Dommel. Het betreft het buitengebied van de gemeenten Eindhoven,
Veldhoven, Waalre, Heeze-Leende, Cranendonck, Valkens-aard, Bergeijk
en van de voormalige gemeente Geldrop. Het unieke is, dat het plan tot
stand is gekomen in dialoog tussen alle betrokken partijen. Deze
partijen hebben samen het eerste conceptplan gemaakt en zijn daarbij
o.a. bijgestaan door een kleine 100 leden van lokale klankbordgroepen
die geadviseerd hebben over bijvoorbeeld de locaties waar de
intensieve landbouw zich duurzaam kan ontwikkelen en waar de natuur
voorrang krijgt. Ook de gemeenteraden en de achterban van de betrokken
partijen hebben zich kunnen uitspreken over het eerste concept van het
plan. Daarbij zijn stevige discussies gevoerd, maar gebleken is dat de
partijen, in weerwil van traditionele tegenstellingen, elkaar op
regionaal niveau gevonden hebben in een gedragen tweede concept plan.
Dat alle betrokken organisaties daarbij water bij de wijn hebben
moeten doen zal duidelijk zijn. Toch is eenieder doordrongen van de
meerwaarde van dit integrale plan voor het platteland. Integraal,
omdat de vele belangen (natuur, landbouw, milieu, recreatie, economie,
etc) tegen elkaar zijn afgewogen en er keuzes zijn gemaakt. Op 8 juli
heeft de Reconstructiecommissie het plan het groene licht gegeven en
aangeboden aan de provincie inclusief de in het plan opgenomen
milieueffectrapportage.
Even dreigde dezelfde provincie vlak voor de 8e juli nog roet in het
eten te gooien, omdat ze niet akkoord ging met die
ontwikkelingslocaties voor de intensieve veehouderij die binnen 1000
meter van Vogel- en Habitatgebieden waren gelegen. Deze gebieden
moeten volgens Europese richtlijnen beschermd worden tegen negatieve
effecten op het leefgebied van waardevolle en zeldzame planten en
dieren zoals boomleeuwerik (Weerter- en Budelerbergen) of drijvende
waterweegbree (Keersop en Dommel). Hierdoor vielen een aantal
zogenaamde landbouwontwikkelingsgebieden af. Omdat voldoende ruimte
nodig is voor intensieve veehouderijbedrijven die elders te dicht
tegen kwetsbare na-tuur zijn gelegen, zal de Reconstructiecommissie in
september proberen het evenwicht te herstellen.
Een andere complicerende factor is dat nieuwe landelijke wetgeving
over stank en ammoniak het regionaal totstandgekomen akkoord dreigt te
ondergraven. Reden voor de Brabantse Milieufederatie en
Staatsbosbeheer om, vlak voor de vaststelling van het plan, een pas op
de plaats te maken en zich tijdelijk terug te trekken uit de
Reconstructiecommissie.
Het laat zien dat de belangen groot zijn. Het gaat dan ook over niets
minder dan het herstel van de vele beken in het gebied, het voorkomen
van wateroverlast voor steden als Eindhoven en Veldhoven, de aankoop
en inrichting van natuurgebieden, het aanleggen van verbindingszones
tussen de natuurgebieden als de Malpie en het Leenderbos,
ontwikkelingsmogelijkheden voor de landbouw op duurzame locaties zoals
het Chijnsgoed tussen Sterksel en Maarheeze, het versterken van de
lokale economie, het verbeteren van de leefbaarheid op het platteland,
ontwikkeling van landgoederenzones in Leende en Valkenswaard, het
terugdringen van stankoverlast in woonkernen door de landbouw, het
verbeteren van de recreatieve aantrekkingskracht van het gebied.
Nu de contouren voor het mooie buitengebied van Boven-Dommel in het
reconstructieplan vastgelegd zijn, wordt steeds duidelijker dat niet
alles overal tegelijk kan. En hoewel getracht is het reconstructieplan
één-op-één in een regionaal uitvoeringsprogramma te vertalen, vergt
ook het uitvoeringstraject opnieuw keuzes en zorgvuldige afwegingen in
een heldere en permanente communicatie met betrokkenen in de streek.
Het vastgestelde reconstructieplan vormt niet het eindpunt van een
stroperig plan-vormingsproces, maar markeert het begin van een
twaalfjarig traject in de streek om alle doelstellin-gen te
realiseren.
Dat bovenstaande nog niet vanzelfsprekend is toont de discussie rond
het Chijnsgoed aan. Afgelopen maand kwam dit
landbouwontwikkelingsgebied te Sterksel in het nieuws toen bekend werd
dat een groot varkensbedrijf (momenteel gehuisvest op 2 locaties) een
bestaand bedrijf had opgekocht en zich in het Chijnsgoed wilde
vestigen. Uit de in het reconstructieplan opgenomen
milieueffectrapportage blijkt dat het Chijnsgoed het beste
landbouwontwikkelingsgebied is in Boven-Dommel. De verplaatsing van
het bedrijf gelegen aan de rand van het Leenderbos (locatie 1) naar
het Chijnsgoed juicht ieder-en toe. Dit levert een enorme milieuwinst
op. Een verplaatsing van de tweede locatie (gelegen op
uitbreidingslocatie Brandevoort, gemeente Helmond) naar het
Chijnsgoed, kon echter op weinig steun rekenen. Dit was reden voor de
gemeente Heeze-Leende om zich tegen de verplaatsing uit Brandevoort
uit te spreken en eerst met buurgemeente Cranendonck om tafel te gaan
zitten om de plannen voor het Chijnsgoed verder uit te werken.
Het toont aan dat realisering van de reconstructiedoelen middels een
ambitieus uitvoeringsprogramma de komende jaren alleen slaagt, als er
in een vroeg stadium duidelijkheid bestaat over de voorgenomen
maatregelen en projecten, de relevante informatie over de effecten
voorhanden is, er goede afstemming heeft plaatsgevonden met betrokken
partijen en er draagvlak bestaat in de streek.
De ontwikkelingen rond Chijnsgoed laten zien dat reconstructie
meerwaarde heeft: partijen die vroeger recht tegenover elkaar stonden,
hebben geleerd samen te werken. Er is de afgelopen jaren een intensief
netwerk van onderlinge contacten opgebouwd, men luistert naar elkaar,
heeft oog voor elkaars belangen en leert snel.
Er is nog een lange weg te gaan, maar bovenstaande elementen vormen
een belangrijke sleutel voor een succesvolle uitvoering.
Bericht afkomstig van Projectbureau Boven-Dommel