Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid
Actualiteit
Conjunctuurmeting bouwnijverheid juni 2004
---
Toename orderportefeuille in de grond-, water- en wegenbouw; afname in de burgerlijke- en utiliteitsbouw
In juni 2004 is de orderportefeuille in de gww met 0,3 maand toegenomen tot 4,7 maanden. In beide subsectoren was eveneens sprake van een groei van 0,3 maand. Uit figuur 2 blijkt dat de orderportefeuille in de gww sinds oktober 2003 een voorzichtig herstel laat zien.
In de b&u is de orderportefeuille licht afgenomen met 0,1 maand tot 7,2 maanden (zie figuur 1). Dit komt grotendeels voor rekening van de woningbouw waar de orderportefeuille met 0,3 maand afnam. In tegenstelling tot de gww zet in de b&u het herstel van de orderportefeuille in juni niet door.
De orderportefeuille in de bouwnijverheid als geheel blijft als gevolg van bovenstaande ontwikkelingen op hetzelfde niveau als een maand geleden; 6,7 maanden.
In hun oordeel over de omvang van het onderhanden werk zijn de bouwbedrijven eind juni 2004 per saldo negatief. In de b&u beoordeelt één op de vijf bedrijven het onderhanden werk als klein; in de gww is dit twee op de vijf bedrijven. Opvallend is dat in de gww het percentage bedrijven dat het onderhanden werk als groot beoordeelt aanzienlijk is toegenomen ten opzichte van vorige maand; 11,3% in juni tegen 1,2% in mei.
Achttien procent van de bouwbedrijven ondervond in juni 2004 stagnatie van het onderhanden werk. Als grootste stagnatieoorzaak wordt het uitblijven van orders genoemd. In de gww noemt 23% van de bedrijven dit als voornaamste stagnatieoorzaak; in de b&u is dit aandeel 12%. Evenals eind mei verwacht ook eind juni geen enkel wegenbouwbedrijf de komende maanden in omvang toe te nemen. Van de overige gww-bedrijven verwacht slechts 2% een stijging van het personeelsbestand; één derde verwacht in personeelsomvang af te nemen. Ook de b&u-bedrijven zijn per saldo negatief over de ontwikkelingen van de personele bezetting, zij het dat de verschillen in deze sector veel minder groot zijn. Over de verwachte prijsontwikkelingen zijn de bouwbedrijven eind juni per saldo positief. Dit geldt echter niet voor de gww-bedrijven. In deze sector verwachten meer bedrijven een daling van de afzetprijzen dan een stijging.
Deze gegevens blijken uit de conjunctuurmeting in de bouwnijverheid van juni 2004 van het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid. Deze meting wordt uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie. Aan de conjunctuurmeting verlenen ruim 400 hoofdaannemingsbedrijven met meer dan tien personeelsleden hun medewerking.
Tabel 1
bouwnij-
b&u
gww
verheid
Bedrijvigheid
+ *)
13
10
24
=
77
80
67
-
10
10
9
Onderhanden werk
+
9
8
11
=
65
70
47
-
26
22
42
Onderhanden werk in mnd productie
6,7
7,2
4,7
Voortgang onderhanden werk
- geen stagnatie
82
83
76
- stagnatie als gevolg van
. onvoldoende orders
14
12
23
. weersomstandigheden
1
1
1
. personeelsvoorziening
1
1
0
. materiaalvoorziening
1
1
0
. onderaannemers
0
0
0
. overige oorzaken
1
2
0
Verwachte personeelsbezetting
+
6
8
1
=
79
82
67
-
15
10
32
Verwachte prijsontwikkeling
+
9
8
12
=
84
88
70
-
6
3
19
*) + toename
= blijft gelijk
- afname
bron: EIB
Tabel 2
woning-
utiliteits-
wegen-
grond- en
bouw
bouw
bouw
waterbouw
Bedrijvigheid
+ *)
9
11
36
11
=
81
79
59
76
-
10
10
6
12
Onderhanden werk
+
9
8
10
12
=
75
65
47
47
-
16
27
43
40
Onderhanden werk in mnd productie
7,9
6,5
5,1
4,2
Voortgang onderhanden werk
- geen stagnatie
84
82
79
72
- stagnatie als gevolg van
. onvoldoende orders
11
14
20
27
. weersomstandigheden
0
1
1
0
. personeelsvoorziening
1
1
0
0
. materiaalvoorziening
1
1
0
1
. onderaannemers
0
0
0
0
. overige oorzaken
3
1
0
0
Verwachte personeelsbezetting
+
8
8
0
2
=
82
82
69
65
-
9
11
31
33
Verwachte prijsontwikkeling
+
10
7
13
10
=
87
89
62
79
-
2
4
26
11
*) + toename
= blijft gelijk
- afname
bron: EIB