ATO Instituut voor archeologisch onderzoek
Aanpassing varkensvoer vermindert geurhinder
Aanpassing van het gehalte en de samenstelling van eiwitten en
fermenteerbare koolhydraten in varkensvoer kan de geurproductie en
geuruitstoot belangrijk verminderen. Dit concluderen onderzoekers van
Wageningen UR, Agrotechnology & Food Innovations (A&F) en Animal
Sciences Group (ASG). De komende jaren gaan zij onderzoek uitvoeren
naar gezond voer voor het varken dat ook gezond is voor het milieu en
de varkenshouder. Het Ministerie van LNV is een belangrijke financier
van dit onderzoek.
De agrarische sector is een belangrijke bron van geurhinder in
Nederland. Geurhinder komt vaak voor in gebieden met hoge
dierconcentraties, zoals in het zuiden en oosten van Nederland. Elf
procent van de bevolking heeft wel eens last van stank als gevolg van
activiteiten in de landbouw. De doelstelling van de overheid is om
ernstige geurhinder in 2010 volledig uit te bannen en vanaf nu te
voorkomen dat lokaal meer geurhinder ontstaat.
Geuruitstoot uit stallen kan in de hele keten worden aangepakt, van
voer en dier naar mest en uitgaande stallucht. Ervaringen in het
ammoniakemissie onderzoek hebben geleerd dat het voorkomen van
uitstoot bij de bron in het algemeen efficiënter is (effect in relatie
tot kosten) dan de zogenaamde end of pipe oplossingen. Onderzoek heeft
aangetoond dat de ammoniakemissie belangrijk kan worden verminderd via
voermaatregelen. Deze aanpak zou ook voor geur succesvol kunnen zijn.
De onderzoekers van A&F en ASG hebben een studie uitgevoerd om de rol
te bepalen van voeding bij de vorming van geurcomponenten in de darm
van het varken en in de mestopslag en op welke manier voeding kan
bijdragen aan een vermindering van de geuremissie uit varkensstallen.
Voersamenstelling en geurproductie hebben een sterke oorzaak en gevolg
relatie. Het veranderen van de voersamenstelling zal daarom een direct
effect hebben op de geurproductie en de geursamenstelling. Vooral het
niveau en de bron van eiwitten en fermenteerbare koolhydraten lijken
een belangrijke invloed te hebben op de geurproductie.
In het algemeen bevat varkensvoer veel meer eiwit dan het dier nodig
heeft om te groeien. Gemiddeld wordt slechts 30 a 50% van het
voereiwit aangezet in het dier. De rest wordt uitgescheiden. Onbenutte
eiwitten en de afbraakproducten daarvan veroorzaken in belangrijke
mate de vorming van geurcomponenten. Daarom kan het verminderen van de
hoeveelheid eiwit en het aanpassen van de eiwitbronnen een belangrijke
weg zijn om de geuruitstoot te verminderen.
Het effect van niveau en bron van fermenteerbare koolhydraten op de
ammoniakemissie is in veel studies uitgebreid onderzocht. Het blijkt
dat het toevoegen van fermenteerbare koolhydraten aan het voer een
belangrijke weg kan zijn om de ammoniakemissie uit stallen te
verminderen. Het effect van fermenteerbare koolhydraten op de emissie
van andere geurcomponenten is echter nog onduidelijk. Onderzoek op dit
gebied is niet eenduidig.
De onderzoekers concluderen dat via aanpassing van het gehalte en de
samenstelling van eiwitten en fermenteerbare koolhydraten de
geurproductie en geuruitstoot belangrijk kan worden beïnvloed. De
onbenutte bestanddelen van deze voedingsstoffen zijn namelijk de
belangrijkste veroorzakers van de vorming van geurcomponenten. De
komende jaren zal door Wageningen UR onderzocht worden welke
voerstrategieën in de praktijk kunnen worden toegepast om de
stankuitstoot belangrijk te verminderen.
Meer Informatie
Agrotechnology and Food Innovations
André Aarnink
Postbus 17
6700 AA Wageningen
Tel: 0317 - 476554
Fax: 0317 - 475347
Email: André Aarnink