VVD-minister Remkes van Binnenlandse Zaken gaat niet zorgvuldig om met
het naar buiten brengen van terreurdreigingen. Die conclusie trekt
D66-kamerlid Boris van der Ham naar aanleiding van de antwoorden die
minister Remkes gaf op zijn vragen. De minister bleek zich te hebben
vergist toen hij op televisie sprak over een aan Nederland gericht
dreigbrief van Al-Qaida. De brief waarover Remkes sprak bleek helemaal
niet te bestaan. Vergissen is menselijk, maar iemand die primair
verantwoordelijk is voor de veiligheid van ons land hoort niet op zon
manier te blunderen, aldus Van der Ham.
Donderdag werd in de media melding gemaakt van een brief, gericht aan
de Verenigde Naties, die terreuraanslagen in Den Haag en Brussel
aankondigde. De Nationaal Coördinator Bewaken en Beveiligen (NCBB)
deed daarom navraag bij de Nederlandse veiligheidsdiensten. Nog voor
de NCBB antwoord had gekregen van de Algemene Inlichtingen- en
Veiligheidsdienst (AIVD) heeft Remkes op RTL-Nieuws commentaar op de
brief gegeven. Remkes schrijft in zijn brief aan de Kamer: Ik heb
geantwoord dat de brief door de AIVD op zijn merites beoordeeld werd.
Ik heb daarbij vooral het oog gehad op de mogelijkheid van een
dreiging, veronderstellend dat de vermeende brief zou bestaan.
Van der Ham verwacht van de minister een veel grotere zorgvuldigheid
in de toekomst. Terrorisme is helaas een al te reëel gevaar. Als er
dreiging is dan moet een oproep tot waakzaamheid ook effectief zijn.
Als het te vaak loos alarm is of als het vertrouwen in een adequate
analyse van de regering te klein is, dan neemt de waakzaamheid af. Er
zijn weinig onderwerpen waar meer zorgvuldigheid nodig is dan hier, en
juist hier blunderde de minister.
D66