Gevangenisstraf voor echtpaar uit Zelhem wegens doodslag
Bron: Rechtbank Zutphen
Datum actualiteit: 20-07-2004
De 45-jarige man H.W.B en zijn 44-jarige echtgenote J.M.F.C. v. E.
zijn door de rechtbank Zutphen beiden veroordeeld tot 3 jaar
gevangenisstraf, waarvan 1 jaar voorwaardelijk, wegens doodslag op 11
januari 2004 te Doetinchem op de vader van de zoon, die samenwoont met
de dochter van het echtpaar.
Het echtpaar was in de nacht van 11 januari naar de woning van hun
dochter en haar vriend gegaan. De verdachten, die het niet eens zijn
met de relatie tussen hun dochter en haar vriend, wilden de vriend
spreken over opmerkingen van hem.
De man forceerde de voordeur van de woning en beide verdachten drongen
de woning binnen. De vrouw had een buigveer bij zich.
De rechtbank acht bewezen, dat het slachtoffer onder andere met de
buigveer is geslagen, is getrapt, en van de trap is geduwd. Ondanks
het feit dat het slachtoffer leed aan een ernstige hartziekte, houdt
de rechtbank de verdachten verantwoordelijk voor het overlijden van
het slachtoffer. Het gewelddadige optreden van de verdachten heeft
hevige emoties bij het slachtoffer veroorzaakt. De verdachten zijn
daarvoor strafrechtelijk aansprakelijk. De rechtbank vindt tevens dat
beide verdachten opzettelijk handelen kan worden verweten. Met hun
agressieve handelen, waaronder het van de trap duwen van het
slachtoffer, hebben de verdachten het risico genomen dat het
slachtoffer het niet zou overleven.
De officier van justitie had vier jaar gevangenisstraf tegen beide
verdachten geëist. Bij deze eis was rekening gehouden met de slechte
medische toestand van het slachtoffer en het feit, dat man de
afgelopen 11 jaar niet met justitie in aanraking was geweest. De vrouw
had niet eerder een justitieel contact. De rechtbank vindt ook dat bij
zo'n feit een dergelijke gevangenisstraf past.
Bij het opleggen van de lagere straf heeft de rechtbank echter verder
nog rekening gehouden met het feit, dat twee nog thuis wonende
kinderen van het echtpaar zwaar zouden worden getroffen door een zeer
langdurige afwezigheid van beide ouders door hun verblijf in de
gevangenis. Verder hebben beide verdachten diepe spijt en acht de
rechtbank de kans op herhaling zeer gering. De voorwaardelijke
gevangenisstraf van 1 jaar heeft de rechtbank opgelegd om te
benadrukken dat normaal gesproken bij een doodslag een langere
gevangenisstraf hoort.
Het echtpaar is verder veroordeeld tot het vergoeden van de
begrafeniskosten.
Vanaf 13 april had de rechtbank de gevangenhouding van de verdachten
geschorst. Bij de uitspraak van vandaag is de schorsing opgeheven,
hetgeen betekent dat verdachten weer in voorarrest worden genomen.
Voor de uitspraak van de medeverdachte zie: 'AQ3716'
Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AQ3672
Zie het origineel