Wilders/Szabó/Hirsi Ali over een mogelijke humanitaire interventie in
Soedan
Beantwoording kamervragen Wilders/Szabó/Hirsi Ali over een mogelijke
humanitaire interventie in Soedan
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Directie Sub-Sahara Afrika
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
20 juli 2004
Behandeld
F.C. Haver Droeze
Kenmerk
DAF/555/04
Telefoon
070 3484520
Blad
1/5
Fax
070 3486607
Bijlage(n)
1
fc.haver-droeze@minbuza.nl
Betreft
Beantwoording vragen van de ledenWilders, Szabó en Hirsi Ali over een
mogelijke humanitaire interventie in Soedan
Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke
vragen gesteld door de leden Wilders, Szabó en Hirsi Ali over een
mogelijke humanitaire interventie in Soedan. Deze vragen werden
ingezonden op 12 juli 2004 met kenmerk 2030417810.
De Minister De
Minister
van Buitenlandse Zaken, voor
Ontwikkelingssamenwerking,
Dr. B.R. Bot
A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven
Antwoorden van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken en mevrouw
Van Ardenne-van der Hoeven, minister voor Ontwikkelingssamenwerking op
vragen van de leden Wilders, Szabó en Hirsi Ali over een mogelijke
humanitaire interventie in Soedan.
Vraag 1
Deelt u de mening dat de inmiddels genoemde cijfers over de gevolgen
van de wandaden van de Arabische Janjaweed-milities in de Soedanese
provincie Darfur (30.000 doden, 350.000 mensen in levensgevaar, meer
dan een miljoen vluchtelingen) zodanig zijn dat een meer drastische
internationale aanpak van de situatie in Soedan vereist is? 1) Heeft u
reeds een algemeen omschreven begrip en verklaring voor de misstanden
in Darfur gevonden, anders dan de term genocide? 2) Onderkent u dat
ten aanzien van Srebrenica gesproken werd van genocide, terwijl het
aantal slachtoffers vele malen kleiner was?
Antwoord Top
De humanitaire catastrofe die zich in Darfur afspeelt vereist een
krachtdadiger reactie van de internationale gemeenschap. Dit besef
klinkt door in de meest recente acties en verklaringen van de VN, AU,
VS en zeker ook de EU. De urgentie die door de EU en anderen wordt
toegekend aan het verlichten van de humanitaire noden en het vinden
van een politieke oplossing voor het conflict staat los van de
juridische classificatie van de gepleegde misdaden. Nederland heeft de
noodzaak hiervan tijdens de top van de Afrikaanse Unie op 6 juli en de
Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 12 juli jl. benadrukt
en vond hierin steun van alle EU lidstaten. Wij achten het van belang
dat de internationale gemeenschap in actie komt om de crisis in Darfur
zowel op het humanitaire als op het politieke vlak te bezweren. De
regering is van mening dat dit niet kan wachten tot overeenstemming is
bereikt over de precieze terminologie.
Vraag 2 Top
Deelt u de mening dat de toenemende stroom aan informatie en het
karakter daarvan inmiddels aanleiding geven om veel verdergaande
stappen te zetten dan morele appèls aan het Soedanese regime, het
sturen van internationale waarnemingsmissies, het instellen van een
no-fly zone etcetera?
Antwoord Top
De gebeurtenissen in Darfur vergen op dit moment goed afgestemde actie
langs een drietal lijnen: een verhoging van
de humanitaire hulpinspanning, het ondersteunen van de inspanningen
onder leiding van de Afrikaanse Unie gericht op het vinden van een
politieke oplossing, en maximale druk op de Soedanese overheid en de
rebellenbewegingen in Darfur om dit mogelijk te maken. Daarbij dient
hantering van zowel de carrot als de stick niet te worden geschuwd.
Vraag 3 Top
Staat u nog steeds op het standpunt dat de scheidslijn tussen het
reguliere Soedanese leger en de Janjaweed uiterst dun is en dat de
Janjaweed-milities soldij ontvangen, rondlopen in legeruniform en nauw
samenwerken met het reguliere leger? 3)
Antwoord Top
De scheidslijn tussen de milities en het reguliere leger is inderdaad
uiterst dun. Er is sprake van dat leden van de Janjaweed milities in
het reguliere leger worden opgenomen. Er bestaat echter nog
onduidelijkheid of dit deel uitmaakt van de strategie om uiteindelijk
de Janjaweed te ontwapenen en demobiliseren. Daar komt bij dat er voor
het eerst ook duidelijke tekenen zijn dat het de Soedanese overheid nu
ernst is met de toezegging de milities te zullen aanpakken en
ontwapenen. In dat kader zijn er signalen dat onlangs tientallen
Janjaweed zijn gearresteerd.
Vraag 4 Top
Is de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen nog steeds niet
verder gekomen dan een oproep tot een staakt-het-vuren en het
beklemtonen van de verantwoordelijkheid van het Soedanese regime voor
het beschermen van de burgerbevolking, het ontwapenen van de
betreffende milities en het toelaten van humanitaire hulpverlening?
Antwoord Top
De Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen heeft op 12 juli
heldere en krachtige conclusies aangenomen over de situatie in Darfur.
Daarin zijn ijkpunten geformuleerd voor de gewenste actie van
Soedanese zijde. Wanneer de door de Raad gewenste vooruitgang niet
wordt geboekt zal de EU gepaste maatregelen nemen. Deze conclusies
gaan verder dan de elementen genoemd in de vraagstelling en zijn door
ons overgebracht aan de Soedanese regering en de rebellenbewegingen.
Vraag 5 Top
Wordt thans in de Veiligheidsraad gesproken over een resolutie die met
name maatregelen tegen de betreffende milities, maar niet maatregelen
tegen het Soedanese regime behelst? 4)
Antwoord Top
In de Veiligheidsraad wordt gesproken over een ontwerp-resolutie die
betrekking heeft op de situatie in Darfur. Daarbij ligt een tekst voor
waarin in eerste instantie sanctiemaatregelen tegen de betreffende
milities worden voorzien. Indien dit op korte termijn niet tot
resultaat leidt voorziet de tekst echter ook in de mogelijkheid van
uitbreiding van sancties tot de Soedanese regering. Het gaat overigens
om een concept dat nog volop ter discussie staat, waarbij ook wordt
gesproken over aanscherping van de sancties zoals met name voorgestaan
door verschillende Europese landen. Een aantal andere leden van de
Veiligheidsraad toont zich juist terughoudend ten aanzien van
sancties.
Vraag 6 Top
Moet nog steeds worden gewacht op een algeheel vredesakkoord waarbij
de VN dan over een paar maanden klaar zouden zijn met de ontplooiing
van een VN-troepenmacht, waarbij dan bovendien de instemming nodig zal
zijn van de partijen? 5)
Antwoord Top
Het is zeker niet gewenst bij het bestrijden van de crisis in Darfur
te wachten op de afronding van het algehele vredesakkoord voor Soedan
en de ontplooiing van een eventuele VN-vredesmacht. Daar is dan ook
geen sprake van. Wel is het zo dat een politieke oplossing voor het
conflict in Darfur niet los kan worden gezien van de algehele
Noord-Zuid vredesregeling.
Vraag 7 Top
Meent u dat dit soort reacties nog adequaat zijn in relatie tot het
humanitaire drama dat zich in Darfur voltrekt?
Antwoord Top
De grote druk die op dit moment door de internationale gemeenschap op
Soedan wordt uitgeoefend lijkt nu resultaten af te werpen, met name
voor wat betreft de toegang voor humanitaire hulpverleners. De
voortgang van deze positieve trend zal strikt moeten worden bewaakt.
Alleen een aanzienlijke verbetering van de veiligheidssituatie in
Darfur zou voldoende ruimte geven voor een humanitaire inspanning die
in overeenstemming is met de ernst van het drama dat zich in Darfur
voltrekt.
Vraag 8 Top
Bent u bereid om, juist ook als voorzitter van de Europese Unie,
internationaal een lans te breken voor (smart) sancties die verder
gaan dan de sancties waarover thans kennelijk wordt gesproken, waarbij
dan ook gedacht kan worden aan het bevriezen van banktegoeden van
leden van het Soedanese regime en bovendien een internationale
humanitaire interventie tot de mogelijkheden behoort?
Antwoord Top
Als de Soedanese autoriteiten toch onvoldoende blijken mee te werken
zal verscherping van de maatregelen van de internationale gemeenschap
op haar plaats zijn. Binnen de EU bestaat bereidheid verdergaande
sancties te overwegen. Nederland zal er voor pleiten de mogelijkheid
van dergelijke sancties open te houden.
Vraag 9 Top
Wilt u deze vragen binnen een week beantwoorden?
Antwoord Top
Ja.
1) cijfers o.m. ontleend aan web.amnesty.org
2) Uitspraken gedaan tijdens het mondelinge vragenuur, 29 juni jl.,
Handelingen 2003-2004, nr. 89, pag. 5689-5692
3) Uitspraken gedaan tijdens het Algemeen Overleg over West-Soedan, 10
juni 2004
4) Zie interview met de Amerikaanse ambassadeur bij de VN, dhr.
Danforth, via www.un.int/usa04_125.htm
5) Uitspraken gedaan tijdens het mondelinge vragenuur, 29 juni jl.,
Handelingen 2003-2004, nr. 89, pag. 5689-5692
Ministerie van Buitenlandse Zaken