IP/04/922
Brussel, 15 juli 2004
Een nieuw Europees Visserijfonds voor duurzame visserij en diversificatie
De Europese Commissie heeft een voorstel voor een Europees
Visserijfonds (EVF) voor de periode 2007-2013 ingediend ter flankering
van de maatregelen voor een duurzame visserij en economische
diversificatie in visserijgebieden. Per jaar zal gemiddeld 700 miljoen
euro ter beschikking worden gesteld. De maatregelen in het kader van
deze opvolger van het Financieringsinstrument voor de Oriëntatie van
de Visserij zijn toegesneden op de veranderende behoeften van de
visserij-, de aquacultuur- en de kustvisserijsector en hebben tot doel
de druk van de visserij met het oog op het herstel van de visstand te
verminderen, en het gebruik van milieuvriendelijker vistuig en
-praktijken aan te moedigen, zowel in de visserij en de aquacultuur
als in de verwerking en afzet van visserijproducten. Het Europees
Visserijfonds voorziet bovendien in de mogelijkheid om steun te
verlenen aan de visserijgebieden die het zwaarst door werkloosheid
zijn getroffen, en deze zo te helpen hun economie te diversifiëren en
hun economische basis te versterken. Collectieve initiatieven en
initiatieven ter bevordering van gelijke kansen komen ook in
aanmerking voor EVF-steun. De lidstaten moeten zelf beslissen welke
combinatie van maatregelen hun het beste past. Overeenkomstig het
besluit van 2002 over de hervorming van het gemeenschappelijk
visserijbeleid mag krachtens de nieuwe regels geen steun meer worden
verleend voor de vernieuwing van de vloot, voor de overbrenging van
schepen naar derde landen of voor de oprichting van gemengde
vennootschappen.
Volgens Franz Fischler, commissaris voor Landbouw,
Plattelandsontwikkeling en Visserij, komt het Europees Visserijfonds
tegemoet aan de veranderende behoeften van de visserij in de
eenentwintigste eeuw. Als flankerend instrument voor de uitvoering van
de hervorming van het gemeenschappelijk visserijbeleid zal het een
belangrijke bijdrage leveren tot de duurzaamheid van de visserij op
milieu-, economisch en sociaal gebied.
Duurzaamheid van de visserij en de visserijgebieden in het kader van
het EVF
De technologische vooruitgang heeft tot gevolg dat de sector het werk
met minder schepen en minder mankracht aankan. Om overbevissing,
uitputting van de visstand en de gevolgen van het banenverlies aan te
pakken, is het EVF gericht op maatregelen die duurzaamheid bevorderen
door een vermindering en verbetering van de visserijactiviteit te
stimuleren en de kustgemeenschappen minder afhankelijk van de visserij
te maken.
Voorbeelden:
De vangstsector
* steun voor eigenaars en bemanning van schepen die hun
visserijactiviteit tijdelijk moeten opschorten omdat de visstand
moet herstellen, een visserijovereenkomst niet is hernieuwd of
zich een natuurramp heeft voorgedaan.
* regelingen voor scholing, omscholing en vervroegde uittreding;
* steun voor het gebruik van vistuig dat minder schade toebrengt aan
het mariene milieu;
* speciale opleidingsinitiatieven voor jonge vissers.
* steun ter verbetering van de veiligheid en de hygiëne aan boord;
* steun voor het permanent uit de vaart nemen van vissersschepen;
versterking van de steunvoorwaarden;
* steunmaatregelen voor de kleinschalige visserij.
Aquacultuur, verwerking en afzet
* steun voor de aankoop en het gebruik van milieuvriendelijker tuig
en technieken;
* in het licht van de marktvoorwaarden zal de steun met name gericht
zijn op kleine bedrijven;
* steun voor producenten van schelp- en schaaldieren die hun oogst
tijdelijk moeten opschorten.
Duurzame ontwikkeling van kustvisserijgebieden
* steun voor initiatieven om de economische basis in
visserijgebieden die bijzonder door de uitputting van de visstand
zijn getroffen, te diversifiëren en te versterken, en steun voor
projecten ter bevordering van de rol van vrouwen in deze gebieden.
Collectieve initiatieven
* steun voor projecten van gemeenschappelijk belang in de visserij-
en de aquacultuursector.
De regels van het EVF zullen worden vereenvoudigd en de taken van de
Commissie en de lidstaten verduidelijkt.
Meer gedetailleerde informatie vindt u in MEMO/04/181.
European Commission