SDA
Onderzoek afdeling Handhaving SDA
Management Handhaving Sociale Dienst Amsterdamte te eenzijdig gericht
op productie
In februari ontving de directie van de Sociale Dienst Amsterdam (SDA)
via de ondernemingsraad een feitenrelaas met klachten over vermeende
misstanden binnen de afdeling Handhaving. Deze gingen met name over de
stijl van leidinggeven en het personeelsbeleid. Naar aanleiding
hiervan heeft algemeen directeur Mat Masthoff bureau Van de Bunt
opdracht gegeven voor een onafhankelijk onderzoek. Belangrijke
conclusie van de onderzoekers is dat de stijl van leidinggeven te
sterk instrumenteel en gericht op productie is (productie gaat voor
alles). Met betrekking tot het personeelsbeleid was er kritiek van
medewerkers op het beloningsbeleid bij b.v. de werving van (senior)
sociaalrechercheurs. Volgens de onderzoekers is het gevoerde
personeelsbeleid legitiem en zijn er geen misstanden geconstateerd.
Wel moet de gevolgde procedure bij vacaturevervulling en het
toegepaste beloningsbeleid transparanter worden.
Mat Masthoff directeur: 'Het onderzoek geeft een goed inzicht in de
aanleiding van klachten van de medewerkers. In 2003 heeft de SDA een
centrale afdeling Handhaving opgezet. In relatief korte tijd en onder
grote externe druk is dit gerealiseerd. Uitgangspunt was het opzetten
van een goede fraudebestrijding door goede controle aan de voorkant,
aan de achterkant en het veel efficiënter terugvorderen van ten
onrechte uitgekeerd geld. De sturing op resultaten is, gelet op de
politieke en de maatschappelijk druk, wel verklaarbaar en ik ben trots
op de resultaten die de medewerkers van Handhaving hebben bereikt. Om
echter duurzame resultaten te boeken moet er ook tijdig en duurzaam
geïnvesteerd worden in de proceskant en de mensen. Het leidinggevende
systeem moet daarop aansluiten. Dat er medewerkers zijn die bij het
niet kunnen voldoen aan de prestatiedruk of bij het stellen van
kritische vragen bang zijn voor hun baan is niet wenselijk. Ik deel de
mening van de onderzoekers dat medewerkers recht hebben op begeleiding
en een zorgvuldig proces waarin zij een goede bijdrage kunnen leveren.
In dat geval kan je ook met recht eisen stellen aan de motivatie en
prestaties van medewerkers.'
De door de onderzoekers aangedragen aanbevelingen en maatregelen
worden waar mogelijk nog door de directie van de SDA overgenomen.
Gelet op het feit dat in 2005 de afdeling Handhaving overgaat naar de
nieuwe dienst Werk en Inkomen (DWI), kan dat niet in alle gevallen.
Voor zover al niet opgenomen in de plannen voor de DWI, worden deze
ter kennis gebracht aan de directeur DWI.
Maatregelen
Voor de korte termijn neemt de directie SDA de volgende maatregelen:
Om de kwaliteit van het management wat betreft de relationele c.q.
veranderkundige kant op een even hoog peil te brengen als de sturing
op resultaten krijgt het management m.b.t. tot deze aspecten coaching.
Met betrekking tot het personeelsbeleid worden nadere normen opgesteld
b.v. of en zo ja onder welke condities het is toegestaan dat binnen
het werk persoonlijke of familierelaties voorkomen. Verder moeten
selectie- en beoordelingsprocedures zorgvuldig worden behandeld en
moeten onheldere situaties worden voorkomen door het goed bijhouden en
consequent afstemmen van het centrale dienst- en het
afdelingsformatieoverzicht. De vacaturevervulling wordt daarmee
transparanter. Het toegepaste beloningsbeleid wordt aan een
procedurele en inhoudelijke toets onderworpen en er worden
uitgangspunten voor de toekomst vastgesteld. Dit zal overigens geen
negatieve consequenties hebben voor zittende individuele
medewerkers.