CBS

Consument ook in mei behoedzaam

Het volume van de binnenlandse consumptie door huishoudens in mei 2004 was 0,6 procent kleiner dan in mei 2003. Deze uitkomst is gecorrigeerd voor het verschil in de samenstelling van de koopdagen vergeleken met mei 2003. Zonder deze correctie kwam de ontwikkeling van het volume van de binnenlandse consumptie in mei uit op -2,7 procent. Al ruim een jaar is de consument zeer terughoudend met zijn bestedingen. Dit blijkt uit cijfers van het CBS.

Inzinking consumptie duurt voort

De consumptie door huishoudens maakt een langdurige inzinking door. Vanaf begin 2003 was het volume van de binnenlandse consumptie in vrijwel alle maanden kleiner dan een jaar eerder. In 2003 was de daling 0,9 procent. De sterkste daling deed zich voor in de tweede helft van dat jaar. In de eerste vijf maanden van 2004 is het beeld iets minder somber en was het volume gemiddeld 0,6 procent kleiner dan een jaar eerder.

Minder goederen, meer diensten

In mei 2004 was het volume van de bestedingen aan goederen, na koopdagcorrectie, 2,3 procent kleiner dan een jaar eerder. De sterkste afname deed zich voor bij de aankoop van duurzame goederen (-4,0 procent). Hiertoe behoren onder meer de uitgaven aan kleding, schoenen, meubels en auto's.

De consumptie van voedings- en genotmiddelen is, na koopdagcorrectie, in mei 2004 iets hoger. In mei 2004 was het volume 0,4 procent groter dan een jaar eerder. Dit is de eerste toename sinds maart 2003.

De consumptie van diensten was in mei 2004 1,0 procent hoger dan een jaar eerder. Na september 2003 hebben zich hier geen dalingen meer voorgedaan ten opzichte van dezelfde maand een jaar eerder. De bestedingen van huishoudens aan zorgdiensten zijn in 2004 hoger door enkele belangrijke wijzigingen in de Ziekenfondswet en de AWBZ.

Technische toelichting

Dit persbericht beschrijft de ontwikkeling van de Consumptie door huishoudens. De binnenlandse consumptieve bestedingen zijn verdeeld in vier hoofdcategorieën: voedings- en genotmiddelen (in 2003 aandeel 14,4 procent), duurzame goederen (20,6 procent), overige goederen (14,1 procent) en diensten (50,9 procent). Het gaat bij de binnenlandse consumptie om de uitgaven op Nederlands grondgebied: dus ook de uitgaven van buitenlandse ingezetenen in Nederland. De uitgaven van Nederlandse ingezetenen in het buitenland zijn niet in dit cijfer opgenomen. Het in de tabel opgenomen begrip 'nationale consumptie' bevat in tegenstelling tot de term 'binnenlandse consumptie' wel de bestedingen van Nederlandse ingezetenen in het buitenland, maar niet de uitgaven van buitenlandse ingezetenen in Nederland.

De groeicijfers in dit persbericht zijn steeds gebaseerd op een vergelijking met de overeenkomstige periode een jaar eerder. De gegevens zijn nog voorlopig, geactualiseerde cijfers over eerdere perioden zijn in de tabellen cursief weergegeven. De volumemutaties geven de voor prijsveranderingen gecorrigeerde ontwikkeling van de bestedingen weer. Voor het berekenen van de prijsontwikkeling is gebruik gemaakt van het basismateriaal van de consumentenprijsindex (CPI) van het CBS.

Verschillen in de samenstelling van de koopdagen tussen de perioden die vergeleken worden, kunnen vooral bij de maandcijfers van de consumptie voor sterke schommelingen zorgen. Zo wordt op een vrijdag of zaterdag meer uitgegeven dan op een zondag, maandag of dinsdag. Bij kwartaal- of jaarcijfers zijn de effecten van deze verschillen veel minder groot. In de reeks koopdaggecorrigeerde volumemutaties wordt met deze effecten rekening gehouden. De koopdagcorrecties zijn bepaald met behulp van seizoencorrectietechnieken. Bij de consumptie van voedings- en genotmiddelen was het effect van de verschillen in de samenstelling van de koopdagen tussen beide meimaanden uitzonderlijk groot. Mei kende in 2004 namelijk een donderdag en een vrijdag minder dan mei 2003, tegen een zondag en een maandag meer. Huishoudens doen hun levensmiddelen-inkopen doorgaans aan het einde van een week. Op zondag en maandag worden relatief weinig levensmiddelen gekocht.

Per 2004 zijn er enkele belangrijke wijzigingen doorgevoerd in de Ziekenfondswet en de AWBZ. Deze beleidsmaatregelen brengen een verschuiving teweeg van de consumptie door de overheid naar de consumptie door huishoudens. De consumptie door huishoudens komt hierdoor gemiddeld per maand zo'n 0,3 procentpunt hoger uit dan een jaar eerder.

De macro-economische maandconsumptiecijfers sluiten aan bij de concepten en definities van de Nationale rekeningen en de uitkomsten van de reguliere Kwartaalrekeningen van het CBS.

PB04-113

16 juli 2004

9.30 uur

Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht