Ministerie van Economische Zaken
Berichtnaam: Vragen van het lid Crone (PvdA) aan de Minister van Economische Zaken over het stadsverwarmingsdistribuitiebedrijf in Purmerend (Ingezonden 5 juli 2004 onder nummer 2030417200)
Datum: 15-7-2004
15 juli 2004
De minister van Economische Zaken, mr. L.J. Brinkhorst heeft deze vragen als
volgt beantwoord:
1
Is het u bekend dat de Gemeente Purmerend de enige gemeente is die nog geheel
voor eigen risico en verantwoording een stadsverwarmingsdistributiebedrijf exploiteert?
Antwoord
Ja.
2
Is het u bekend dat deze unieke situatie een gevolg is van het feit dat vanaf
de exploitatieaanvang (1984) ondanks een aantal saneringsoperaties de exploitatie
jaarlijks met verlies wordt afgesloten en dat daardoor een overname tegen boekwaarde
voor professionele marktpartijen (reguliere energiebedrijven) het struikelblok
vormt?
Antwoord
De gemeente Purmerend heeft indertijd het initiatief genomen voor het realiseren
van het stadsverwarmingsproject in eigen beheer. Het is mij bekend dat de huidige
exploitatieresultaten van het stadsverwarmingsproject de overname van het project
tegen boekwaarde door derden in de weg kunnen staan.
3
Bent u van mening dat deze solitaire situatie destijds meegenomen had moeten
worden bij het vaststellen van de Overgangswet elektriciteitsproductiesector (rapportage
commissie-Herkströter inzake het vaststellen van de omvang niet-marktconforme
kosten)? 1)
Antwoord
Nee. Zowel het advies van de commissie Heckströter als de Overgangswet electriciteitsproductiesector
betreft -op het gebied van stadsverwarming- uitsluitend  de compensatie van warmteleverende
elektriciteitsproducenten. Door de introductie van marktwerking als gevolg van
de inwerkingtreding van de Elektriciteitswet 1998 zouden deze productiebedrijven
in een ongelijke concurrentiepositie komen, doordat zij de kosten van de stadsverwarmingsprojecten
in de markt niet meer zouden kunnen terugverdienen. In de memorie van toelichting
wordt dan ook gedoeld op de WKK centrale te Purmerend. Deze is niet in handen
van de Gemeente Purmerend. De toestemming door de Europese Commissie voor tegemoetkoming
heeft ook alleen betrekking op de warmteleverende productiebedrijven en laat geen
ruimte voor tegemoetkoming aan warmtedistributiebedrijven, zoals geëxploiteerd
door de gemeente Purmerend.
4
Zo ja, bent u bereid om, indien een professionele marktpartij zou aangeven geïnteresseerd
te zijn in een overname tegen een waarde die de overnemende partij in de gelegenheid
stelt het gebruikelijke rendement te behalen, alsdan het bij de gemeente Purmerend
optredend boekverlies alsnog af te dekken uit de zogenaamde Bakstenenpot? 2)
Antwoord
Dekking van een eventueel optredend boekverlies valt niet binnen de goedkeuring
van de Europese Commissie van de tegemoetkoming van de elektriciteitsproductiebedrijven. Overigens
valt de bedoelde REB-component niet ten goede aan EZ. Daarnaast is bij de berekening
van de omvang van de niet marktconforme kosten van de productiesector al rekening
gehouden met de uitkomsten van bedoelde arbitrage.
Meer informatie
Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u terecht bij Postbus 51, telefoon
0800 - 6463951, e-mail: ezinfo@postbus51.nl.
Voor journalisten: Dhr. J. van Diepen, persvoorlichter, telefoon (070) 379 60
73, e-mail: J.S.vanDiepen@minez.nl
1) Zie de stukken uitgekomen in1999-2000 onder nr. 27 250. In de memorie van
toelichting regels met betrekking tot het beëindigen van de overeenkomst van
samenwerking van de elektriciteitsproductiesector en tot het aandeelhouderschap
van de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet (Overgangswet elektriciteitsproductiesector)
onder 4.3 het onderdeel inzake tegemoetkoming in de kosten, verbonden aan de stadsverwarmingscontracten
mede de Gemeente Purmerend genoemd
2) De Gemeente Purmerend hoopte de boekwaarde te kunnen terugdringen door het
mogen behouden van de in de warmteprijzen opgenomen REB-component (niet-meer-dan-anders-principe).
Door arbitrage valt dit component ten goede van het Ministerie van EZ.