College Bescherming Persoonsgegevens
15 juli 2004
Artikel 29-werkgroep in overleg met Europese luchtvaartmaatschappijen
Vrijdag 16 juli 2004 overlegt de Artikel 29-werkgroep van Europese
privacytoezichthouders met de Europese luchtvaartmaatschappijen over
de implementatie van de beslissing van de Europese Commissie en de
internationale overeenkomst over verstrekking van passagiersgegevens
uit de reserveringssystemen van de luchtvaartmaatschappijen aan de
douaneautoriteiten van de Verenigde Staten (VS). Het overleg spitst
zich toe op twee belangrijke aandachtspunten.
De luchtvaartmaatschappijen moeten zo snel mogelijk overstappen van
een `pull' naar een `push' methode voor de verstrekking van gegevens
aan de VS. De `pushmethode' houdt in dat luchtvaartmaatschappijen zelf
de noodzakelijke gegevens verstrekken aan de VS in tegenstelling tot
de `pullmethode' waarbij de VS toegang hebben tot reserveringssystemen
van de maatschappijen om zo de benodigde gegevens te verzamelen. De
Artikel 29-werkgroep overlegt met de luchtvaartmaatschappijen op welke
wijze deze overstap zo snel mogelijk kan plaatsvinden.
Daarnaast wordt er overlegd over de informatievoorziening aan de
passagiers. Passagiers moeten juist, specifiek, vooraf en actief
geïnformeerd worden over de verstrekking van gegevens aan de VS. De
Europese privacytoezichthouders hebben voorstellen gedaan voor een
uniform en passend systeem van informatievoorziening.
De Artikel 29-werkgroep heeft recent een opinie aangenomen waarin de
bovenstaande standpunten nader uitgewerkt zijn.
Eerdere berichten hierover:
* Regeling doorgifte passagiersgegevens naar VS niet afdoende
5 februari 2004
* Europese Commissie doet voorstel inzake doorgifte van
passagiersgegevens aan VS
22 december 2003
* Privacytoezichthouders pleiten voor verdrag over doorgifte
passagiersgegevens
13 oktober 2003
* Kritisch advies Artikel-29 werkgroep aan Europese Commissie over
doorgifte van passagiersgegevens
24 juni 2003
* Kritiek toezichthouders op verstrekking passagiersgegevens aan VS
nog niet weggenomen
21 mei 2003
* Verstrekking passagiersgegevens door luchtvaartmaatschappijen aan
VS
27 februari 2003
Doorgifte van persoonsgegevens
De Wet bescherming persoonsgegevens (WBP), die sinds 1 september 2001
van kracht is, bevat regels over de doorgifte van persoonsgegevens
naar landen buiten de Europese Unie. Hoofdregel is dat
persoonsgegevens alleen mogen worden doorgegeven naar derde landen met
een passend beschermingsniveau. Buiten die gevallen is doorgifte
alleen toegestaan op basis van een wettelijke uitzondering of met
vergunning van de Minister van Justitie. De afgifte van een vergunning
vindt plaats nadat het CBP daarover advies heeft uitgebracht. Meer
informatie over dit onderwerp is te vinden in de brochure Derde
landen. De doorgifte van persoonsgegevens naar landen buiten de
Europese Unie.
Over de Artikel 29-werkgroep
De werkgroep ontleent haar naam aan artikel 29 van de Europese
Privacyrichtlijn 95/46/EG. Alle toezichthoudende autoriteiten op het
gebied van bescherming van persoonsgegevens van de Europese Unie nemen
deel aan deze werkgroep, die een belangrijke rol speelt in de
totstandkoming van Europees beleid. De werkzaamheden van de werkgroep
leveren een bijdrage aan de ontwikkeling van Europese normen en
gemeenschappelijke interpretaties en in een aantal gevallen ook aan de
privacybewustwording op internationaal niveau. Kijk voor meer
informatie over de Artikel 29-werkgroep op:
http://europa.eu.int/comm/internal_market/privacy/workingroup_en.htm
Over het CBP
Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) houdt -onder de Wet
bescherming persoonsgegevens (WBP)- toezicht op de naleving van wetten
die het gebruik van persoonsgegevens regelen. Bij het CBP moet het
gebruik van persoonsgegevens worden gemeld, tenzij hiervoor een
vrijstelling geldt.
Het CBP adviseert de regering en organisaties over de bescherming van
persoonsgegevens en onderwerpen die daarmee samenhangen. Het CBP
toetst gedragscodes en bemiddelt in geschillen tussen burgers en
gebruikers van persoonsgegevens. Op eigen initiatief of op verzoek van
een belanghebbende kan het CBP onderzoeken of de manier waarop
persoonsgegevens in een bepaalde situatie zijn gebruikt, in
overeenstemming is met de wet en daaraan zonodig gevolgen verbinden.
Voor in gebreke blijven bij de melding kan een boete worden opgelegd.
Bij overtreding van de wet of daarop gebaseerde regelingen kan het CBP
overgaan tot bestuursdwang of een dwangsom opleggen.