Op voorstel van minister vice-president Renaat LANDUYT:
De Vlaamse regering keurt principieel het besluit goed
tot overdracht van de algemene rechtsopvolging van de
Vlaamse Openbare Instelling (VOI) Toerisme Vlaanderen
naar het intern verzelfstandigd agentschap (IVA) Toerisme
Vlaanderen. Met deze beslissing worden de rechten, de
verplichtingen en de goederen van de VOI Toerisme
Vlaanderen overgedragen aan het agentschap Toerisme
Vlaanderen. De personeelsleden van de VOI worden met
behoud van graad, rechten en plichten overgedragen aan
Toerisme Vlaanderen. Daarnaast worden ook de
personeelsleden van het departement Economie,
Werkgelegenheid, Binnenlandse Aangelegenheden en Landbouw
van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, die zorgen
voor het secretariaat van de Vlaamse Raad voor het
Toerisme, toegewezen aan het nieuwe agentschap Toerisme
Vlaanderen. Deze beslissing kadert binnen het project
Beter Bestuurlijk Beleid (BBB) en wordt nog voor advies
voorgelegd aan de Raad van State.
Op voorstel van Vlaams minister Marleen VANDERPOORTEN:
Na advies van Raad van State beslist de Vlaamse regering
definitief om het artikel 31 van het decreet inzake de
flexibilisering van het hoger onderwijs in Vlaanderen en
inzake de dringende hogeronderwijsmaatregelen ten aanzien
van sommige instellingen van hoger onderwijs vroeger in
werking te laten treden. Artikel 31 bepaalt onder meer
dat een student een creditbewijs behaalt voor elk
opleidingsonderdeel waarvoor hij geslaagd is. Hij slaagt
voor een opleidingsonderdeel wanneer hij ten minste 10 op
20 behaalt. De toekenning van het creditbewijs impliceert
dat een student over dat onderdeel geen examen meer moet
afleggen en dat het toegekende examencijfer meegenomen
wordt in de deliberaties. In het huidige
beoordelingssysteem moet een student 12 op 20 behalen om
examens over te dragen naar de deliberatie van een
volgend academiejaar. Artikel 31 zal pas ingaan vanaf het
academiejaar 2004-2005.
* * *
Na onderhandelingen met de representatieve
vakorganisaties en de inrichtende machten keurt de
Vlaamse regering definitief het besluit inzake het
experimentele Brusselse curriculum in het voltijds
secundair onderwijs goed. Het besluit beoogt het opzetten
van een experiment voor drie schooljaren in het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest waaraan onderwijsinstellingen op
vrijwillige basis kunnen deelnemen. Hierbij kunnen zij
pedagogisch-didactische initiatieven nemen via
structureel-organisatorische maatregelen voor het eerste
leerjaar van de A-stroom en het tweede leerjaar van de
eerste graad. Dit initiatief heeft als doel de
taalachterstand van het Nederlands maximaal weg te werken
om de slaagkansen te bevorderen en de aanwezige
taalvariëteit optimaal te benutten binnen het leerproces.
Ook de deelname van de leerling aan het experiment is
vrijwillig.
* * *
Na advies van de Raad van State hecht de Vlaamse regering
haar definitieve goedkeuring aan een besluit betreffende
de keuze voor en de vrijstelling van het volgen van een
cursus in een van de erkende godsdiensten of een cursus
niet-confessionele zedenleer in het officieel lager en
secundair onderwijs. Het besluit bevat een model tot
verklaring door de ouders van de keuze in kwestie en een
model van aanvraag tot vrijstelling. Het stelt ook de
uitvoeringsmodaliteiten van de vrijstellingsprocedure
vast.
* * *
Na onderhandelingen met de representatieve
vakorganisaties en de inrichtende machten en na advies
van de Raad van State beslist de Vlaamse regering
definitief tot wijziging van het besluit betreffende de
bekwaamheidsbewijzen, de weddenschalen en de
bezoldigingsregeling in het gewoon kleuter-, lager en
basisonderwijs. De wijziging houdt een harmonisering op
grond van al bestaande wetgeving in en beoogt een
harmonisering met het buitengewoon basisonderwijs. Er
worden ook specifieke bepalingen omtrent internaten en
tehuizen in opgenomen.
* * *
Na advies van de Raad van State wijzigt de Vlaamse
regering definitief het besluit van 11 februari 2000. Dit
besluit betreft de volledige terbeschikkingstelling
wegens persoonlijke aangelegenheden voorafgaand aan het
rustpensioen voor personeelsleden van het onderwijs en
van de psycho-medische-sociale centra. Met de huidige
wijziging wordt de bestaande overgangsmaatregel
uitgebreid van personeelsleden die geboren zijn na 31
augustus 1947 en voor 1 september 1952 naar
personeelsleden die geboren zijn na 31 augustus 1947 en
voor 1 september 1954. De doelgroep die kan genieten van
het bonusstelsel wordt zo uitgebreid met twee
'leeftijdsjaren', met name voor de personeelsleden die de
leeftijd van 50 zullen hebben bereikt voor 1 september
2004 in plaats van voor 1 september 2002. Deze maatregel
heeft voor de betrokken personeelsleden concrete
uitwerking ten vroegste vanaf het ogenblik dat zij de
leeftijd van 55 jaar hebben bereikt. Dit is dus ten
vroegste vanaf 1 september 2007.
* * *
De Vlaamse regering beslist principieel tot wijziging van
twee koninklijke besluiten houdende de
bezoldigingsregeling van het onderwijzend,
wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van
het Ministerie van Openbaar Onderwijs en van het
administratief, het meesters-, vak- en dienstpersoneel
van de rijksinrichtingen voor kleuter-, lager,
buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en
normaalonderwijs. De aanpassing is nodig om het personeel
bedoeld in de decreten Huizen van het Nederlands, Vlaams
Centrum voor onderwijsgebonden sport en het
Participatiedecreet ook te laten genieten van dezelfde
bezoldigingsregeling. De wijzigingsbesluiten worden nog
voor advies voorgelegd aan de Raad van State.
* * *
De Vlaamse regering keurt de
overgangsbeheersovereenkomsten met de Regionale
Technologische Centra (RTC) goed. Deze overeenkomsten
overspannen de periode tot einde 2004 en geven uitvoering
aan het decreet betreffende de RTC. Tijdens deze periode
kunnen de noodzakelijke procedurele stappen gezet worden
tot aanstelling van een RTC-coördinator en tot opstelling
van definitieve beheersovereenkomsten die rekening houden
met de nieuwe manier van financiering en aansturing.
* * *
De Vlaamse regering bekrachtigt principieel de
reglementen van de instellingen voor hoger onderwijs met
betrekking tot de afwijkende algemene of bijzondere
toelatingsvoorwaarden tot een bachelorsopleiding. De
reglementen geven aan onder welke voorwaarden kandidaat-
studenten die niet voldoen aan de algemene toelatings-
voorwaarden voor een bachelorsopleiding toch kunnen
worden toegelaten. De hogescholen hebben hun voorstellen
voor het merendeel afgestemd op het niveau van de
associatie. Al de universiteiten en de meeste hogescholen
voorzien in een specifieke regeling voor 'vluchtelingen,
ontheemden en personen die nog niet officieel erkend zijn
als vluchteling'.
Op voorstel van Vlaams minister Dirk VAN MECHELEN en van
Vlaams minister Marino KEULEN:
Omdat in de praktijk bleek dat het heffingsdecreet een
aantal problemen had, in het bijzonder met betrekking tot
de leegstand, is dit decreet op 5 mei 2004 gewijzigd.
Voor de betrokken burgers worden grotere waarborgen en
verhaalmogelijkheden decretaal ingebouwd. De uitvoerings-
besluiten moeten hieraan nog worden aangepast. De Vlaamse
regering keurt daarom, na advies van de Raad van State,
definitief het wijzigingsbesluit goed over de heffing ter
bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen
en/of woningen.
Op voorstel van Vlaams minister Gilbert BOSSUYT:
De Vlaamse regering stemt in met een ontwerp van
koninklijk besluit dat beoogt de veiligheid bij het
reizigersverkeer per spoor te verbeteren, door de
controleoperaties voor wat betreft de vervoersbewijzen
van treinreizigers ook mogelijk te maken op het perron.
* * *
Na advies van de Raad van State hecht de Vlaamse regering
haar definitieve goedkeuring aan het besluit dat de
aardgas- en elektriciteitsnetbeheerder verplicht tot het
inzamelen en rapporteren van gebruikgegevens van alle op
hun net aangesloten eindafnemers.
* * *
Na advies van de Raad van State keurt de Vlaamse regering
definitief het besluit goed inzake het brevet van
bootman. Een bootman assisteert de kapitein en/of loods
bij het aan- en afmeren van schepen aan
havenaanlegplaatsen. Tot op heden was het statuut van
bootman niet geregeld. Omdat bootlieden gespecialiseerde
veiligheidstaken uitvoeren, is een erkenning van het
beroep via een gereglementeerd brevet nodig. Het huidige
besluit maakt het mogelijk een uniforme regeling uit te
werken voor alle gedecentraliseerd bestuurde havens en
kanalen met betrekking tot de schorsing, de intrekking en
de geldigheidsduur van het brevet van bootman.
Op voorstel van Vlaams minister Adelheid BYTTEBIER:
Na advies van de Raad van State zet de Vlaamse regering
het licht definitief op groen voor de wijziging van het
besluit dat de rechtspleging vaststelt voor erkenning en
sluiting van serviceflatgebouwen, woningcomplexen met
dienstverlening en rusthuizen. Aanleiding voor deze
wijziging was het recente faillissement van een aantal
rusthuizen en de daarmee gepaard gaande onmenselijke
behandeling van de bewoners. Elke eventuele beslissing
tot snelle stopzetting van de exploitatie en ontruiming
van de voorziening of een deel ervan, moet voortaan het
voorwerp uitmaken van een voorafgaand overleg tussen de
door de rechtbank aangestelde verantwoordelijke, de
burgemeester en de voorzitter van de raad voor
maatschappelijk welzijn van de betrokken gemeente, de
bevoegde minister en de administratie Gezin en
Maatschappelijk Welzijn.
Op voorstel van Vlaams minister Patricia CEYSENS:
Op 29 augustus 2003 besliste de Vlaamse regering over de
wijze waarop de overgedragen bevoegdheid 'invoer en
uitvoer van wapens' binnen Vlaanderen moet worden
uitgeoefend. In deze beslissing werd echter niet tegemoet
gekomen aan de vraag om meer personeel te voorzien binnen
de administratie Buitenland Beleid. Hieromtrent werden
onderhandelingen gestart met de federale regering. Op 14
april 2004 werd overeengekomen dat twee personeelsleden
van de federale overheid zullen worden overgeheveld naar
de Vlaamse overheid. Het gaat om een personeelslid van
niveau A (ingenieur) en een personeelslid van niveau D.
De overheveling van deze personeelsleden is gepland voor
1 september 2004. Tot dan kan de Vlaamse overheid een
beroep doen op de federale overheidsdienst Economie,
dienst vergunningen voor de technische en administratieve
opvolging van de wapenexport. De Vlaamse regering keurt
nu het koninklijk besluit goed tot overdracht van deze
personeelsleden van de federale overheidsdienst Economie,
KMO, Middenstand en Energie naar de Vlaamse overheid.
Verder hecht ze haar goedkeuring aan de financiering van
de overheveling van twee statutaire personeelsleden, een
van niveau A en een van niveau D. Deze budgettaire kost
wordt aangerekend op het provisionele krediet in het
kader van de uitvoering van het Lambermontakkoord.
Op voorstel van Vlaams minister Marino KEULEN:
De Vlaamse regering keurt de uitbetaling goed van
9.606.000 euro voor het pensioenfonds van de VRT lastens
het Vlaams Fonds voor de Lastendelging.
Op voorstel van Vlaams minister Jef TAVERNIER:
Na advies van de Raad van State keurt de Vlaamse regering
definitief het besluit goed dat de regels voor inhoud en
procedure bepaalt van een reductieprogramma voor
bestrijdingsmiddelen. Dit besluit sluit aan op artikel 4
van het decreet van 21 december 2001 ter vermindering van
het gebruik van bestrijdingsmiddelen door openbare
diensten van de Vlaamse overheid. Dit decreet verbood het
gebruik van bestrijdingsmiddelen maar voorzag tevens de
mogelijkheid om hiervan af te wijken door het indienen
van een reductieprogramma. Het huidige besluit vult deze
bepalingen verder in door het invoeren van een eenmalig
reductieprogramma en een gefaseerd reductieprogramma met
indiening van stapsgewijze actieprogramma's. Er wordt een
regeling uitgewerkt tot 2014. Daarna volgt een evaluatie.
* * *
De Vlaamse regering besliste eind maart 2003 principieel
tot wijziging van het besluit van 24 november 2000 inzake
de steun aan de investeringen en aan de installatie in de
landbouw. Het wijzigingsbesluit werd toen voor advies
voorgelegd aan de Europese Commissie en de
Interministeriële Commissie Landbouw. Het besluit werd
aangepast aan de opmerkingen van de EU-Commissie. Met dit
wijzigingsbesluit wordt de reglementering van het Vlaams
Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) inzake startsteun voor
samenwerkingsverbanden van landbouwers herzien om dubbele
subsidiëring door Vlaanderen en de Europese Unie te
vermijden. Tevens worden de bepalingen omtrent de omvang
van de steun verduidelijkt. Op 14 mei 2004 hechtte de
Vlaamse regering opnieuw haar principiële goedkeuring aan
het wijzigingsbesluit en legde ze het voor advies voor
aan de Raad van State. Na dit advies keurt de Vlaamse
regering het wijzigingsbesluit nu definitief goed.
* * *
Na advies van de Vlaamse Land- en Tuinbouwraad, de Raad
van State en de federale overheid hecht de Vlaamse
regering haar definitieve goedkeuring aan het besluit
inzake het erkennen van centra voor landbouweducatie en
het subsidiëren van landbouweducatieve activiteiten. Met
dit besluit wordt hoofdstuk V van het decreet van 3 maart
2004 uitgevoerd. Het besluit bepaalt de erkennings-
procedure van de centra voor meer duurzame landbouw en
creëert de mogelijkheid om aan ten hoogste vijf erkende
centra een subsidie toe te kennen van maximaal 100.000
euro voor het uitvoeren van hun actieplan.
* * *
Na advies van de Vlaamse Land- en Tuinbouwraad en van de
Raad van State en na overleg met de federale overheid
keurt de Vlaamse regering definitief het besluit goed
inzake het erkennen van centra voor en het subsidiëren
van sensibiliseringsacties ter bevordering van een
duurzame landbouw. Met dit besluit wordt hoofdstuk IV van
het decreet van 3 maart 2004 uitgevoerd. Het besluit
omschrijft de erkenningsprocedure voor de centra. De
opgenomen bepalingen voor de behandeling van de
projectaanvragen zijn grotendeels geënt op de procedures
en modaliteiten die momenteel gehanteerd worden bij de
jaarlijkse oproep voor demonstratieprojecten duurzame
landbouw.
De persconferenties van de Vlaamse regering kunnen worden
beluisterd op: www.vlaanderen.be/persconferenties
-----
einde
-----
---
Vlaamse overheid