Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 4

Den Haag


- Directie Verenigde Naties en Internationale Financiële Instellingen

Afdeling Politieke en Juridische Zaken

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag


Datum


- 12 juli 2004

Behandeld


- DVF-PJ


Kenmerk


- DVF-PJ/093/04

Telefoon


- +31 70 348 4206


Blad


- 1/13

Fax


- +31 70 348 4817


Bijlage(n)


- - - DVF-PJ@minbuza.nl


Betreft


- Richtlijnen voor de Koninkrijksdelegatie naar

de 59e zitting van de Algemene Vergadering

van de Verenigde Naties- te New York

Met zijn brief van 30 september 2003 (kenmerk: 03-BuZa-55) verzocht de voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken uw Kamer in een zodanig stadium te informeren over de richtlijnen aan de Koninkrijksdelegatie naar de 59e Algemene Vergadering van de Verenigde Naties dat daarover nog voor de aanvang van de komende AVVN met de Kamer zou kunnen worden overlegd- .

Graag geven wij hierbij gevolg aan dat verzoek- .

Algemeen
De richtlijnen zijn in een andere vorm gegoten dan voorheen. Dit heeft de volgende achtergrond.

Het al vele jaren toegepaste sjabloon voor de richtlijnen blijkt niet goed meer in deze tijd te passen. Bij het opstellen van de richtlijnen deed zich een voortdurende strijd voor tussen het tijdig aanleveren van de informatie aan de Kamer enerzijds en het up to date brengen en houden van de te verstrekken informatie anderzijds. Dit leidde er toe dat het tijdschema voor het aanleveren van de informatie aan de Kamer een aantal keren niet of slechts ternauwernood werd gehaald. De informatie in de richtlijnen bleek op een groot aantal onderwerpen al weer verouderd op het moment dat deze diende te worden gebruikt. Daarmee werd het document voor de delegatie steeds minder een nuttig instrument.

Ook speelt mee dat thans - in vergelijking met het tijdsgewricht waarin de richtlijnen ontstonden - de Kamer met brieven voortdurend op de hoogte wordt gehouden van de meest belangrijke internationale ontwikkelingen en de visie van de regering daarop. Daardoor is de Kamer - veel meer dan in het verleden - nagenoeg permanent op de hoogte van de standpunten van de Nederlandse regering ten aanzien van de verschillende onderwerpen en oefent zij - door frequent overleg met de regering - haar invloed daar op uit. Het spreekt voor zich dat de lijnen van het bij die gelegenheden uiteengezet beleid leidraad zijn voor de delegatie bij de behandeling van de verschillende onderwerpen te New York.

Daarom is gekozen voor een opzet waarin vooral aandacht wordt gegeven aan een beperkt aantal prioriteiten dat Nederland zich stelt: én als EU-voorzitter, én als Koninkrijksdelegatie. Deze worden hierna opgesomd en toegelicht.

Wellicht valt de afwezigheid op van bepaalde onderwerpen die in de internationale politiek hoog op de interesselijst staan, bijvoorbeeld terrorisme en Irak. U dient echter te bedenken dat veel van deze onderwerpen niet op de agenda van de AVVN staan, omdat zij worden besproken in de Veiligheidsraad. Artikel 12 van het Handvest bepaalt dat de Algemene Vergadering zich dient te onthouden van bespreking van geschillen en situaties die bij de VR in behandeling zijn.

Algemene Vergadering en Europese Unie
De Nederlandse deelname aan de 59e zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN) zal dit jaar in belangrijke mate in het teken staan van het Nederlandse voorzitterschap van de Europese Unie in het tweede halfjaar- 1.

De Europese Unie zal aan deze AVVN voor het eerst deelnemen als een uitgebreide Unie met 25 lidstaten. Daarmee is de rol van de Unie in de Verenigde Naties nog belangrijker geworden. Met 25 leden vertegenwoordigt de EU dertien procent van de VN-lidstaten, en ongeveer eenderde van de wereldeconomie. De EU is daarmee in veel opzichten een drijvende kracht in de VN. De Unie vormt voor veel andere VN-lidstaten een oriëntatiepunt, met name voor andere landen van de westerse groep, maar ook voor de kandidaatleden (incl. Turkije) en de landen die deze status hopen te verkrijgen, en veelvuldig ook voor Latijns-Amerika en de landen in het Caraïbisch gebied. Dit houdt in dat binnen de VN geen geloofwaardige meerderheid meer gevormd kan worden zonder de EU. Weliswaar kunnen resoluties zonder steun van de EU een meerderheid krijgen, maar het gewenste politieke gewicht en prestige genieten zij dan niet. Dat geeft de EU mogelijkheden en verantwoordelijkheden. De Unie is vastbesloten deze mogelijkheden met enthousiasme en grotere cohesie te benutten en de eigen uitbreiding en versterking ten dienste te stellen van een versterkte VN.

Dat alles gaat natuurlijk alleen op als de EU als eenheid optreedt. Zodra individuele lidstaten op punten waarop de EU gezamenlijk poogt op te treden eigen agenda's gaan volgen met derden is het met de positie van de EU in onderhandelingen snel gedaan. Belangrijk uitgangspunt voor het Nederlandse voorzitterschap zal dan ook zijn de standpunten van EU lidstaten te harmoniseren en uit te dragen. Een al te hoog nationaal beleidsprofiel past daar niet goed bij, ofschoon er wel degelijk ruimte moet blijven voor het uitdragen van Nederlandse c.q. Koninkrijksstandpunten op specifieke punten.

EU-voorzitterschap en prioriteitenstelling
Onder Iers voorzitterschap, maar in nauw overleg met Nederland, heeft de EU zich dit voorjaar als gebruikelijk gebogen over het opstellen van een priorities paper- 2. Waar in het verleden dit document meer het karakter had van een positions paper, waarin min of meer over ieder onderwerp een EU-standpunt werd weergegeven, hebben de lidstaten van de EU zich dit jaar willen beperken tot een document dat zich richt op concrete kwesties op de agenda van de AVVN, waarbij concrete te behalen resultaten kunnen worden geïdentificeerd. De oudere EU-documenten bleken te omvangrijk om effectief te worden gebruikt. Nederland heeft er daarom met andere lidstaten voor gepleit dat van algemeen geformuleerde beleidsuitgangspunten werd afgezien. De bestaande wens van de EU en andere westerse landen de effectiviteit van de AVVN te bevorderen vergt dat ook de EU zelf zijn prioriteiten ten aanzien van de in de AVVN behandelde onderwerpen scherper moet stellen.

Uitgangspunten van het EU Priorities Paper
Het EU priorities paper is in eerste aanleg gebaseerd op het diepgaande politieke engagement van de Unie met de Verenigde Naties, met de handhaving en ontwikkeling van het internationale recht en met effectief multilateralisme als uitgangspunt van haar buitenlands beleid. Deze betrokkenheid is duidelijk bevestigd in de Conclusies van de Algemene Raad van 12 December 2003. Zij ligt ook ten grondslag aan het document van de Europese Commissie "De EU en de VN: de keuze voor multilateralisme"- 3, en zij vormt een kernelement van de Europese Veiligheidsstrategie.

Gedurende de 59ste zitting van de AVVN zal de EU haar samenwerking met de VN verder ontwikkelen en uitbouwen en zich met VN en regionale partners inzetten op de terreinen van conflictpreventie, crisisbeheersing, vredeshandhaving, vredesopbouw, gerechtigheid en rechtstaat, terrorismebestrijding, non-proliferatie van massavernietigingswapens, milieu en duurzame ontwikkeling, HIV/AIDS en seksuele en reproductieve gezondheidszorg, humanitaire hulp, en mensenrechten. De Unie zal algemene toetreding tot het Rome Statuut van het Internationale Strafhof blijven bevorderen. Zij zal zich ook blijven richten op een effectiever systeem van collectieve veiligheid in lijn met het VN-Handvest. De Unie zal zich ook intensief bezighouden met het vinden van antwoorden op de uitkomst van de werkzaamheden van het High-Level Panel on Threats, Challenges and Change- 4.

De Europese Unie erkent de noodzaak tot versterking van de VN-instituties en bevestigd nog eens de toezeggingen vervat in sectie VIII, paragraaf 30 van de Millennium verklaring.- 5

De Europese Unie zal zich inspannen voor een betere beoordeling van mensenrechtensituaties en een beter gebruik van de bestaande mechanismen op het terrein van mensenrechten, alsmede de aangewezen follow-up. In dat kader zal de Unie aandringen op een regelmatige dialoog tussen de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten en andere belanghebbenden. Zij zal tevens steun blijven geven aan de vraag naar voldoende middelen uit het reguliere VN-budget voor het bureau van de Hoge Commissaris.

De Unie zal intensief deelnemen aan internationale VN-conferenties die gedurende de 59e Algemene Vergadering zullen worden belegd, in het bijzonder de Tienjaarlijkse herzieningsconferentie van het Barbados Actieprogramma te Mauritius, de Wereldconferentie over Disaster Reduction,en de voorbereiding voor de Tweede Bijeenkomst van de Wereldtop over de Informatie Maatschappij (WSIS) evenals de commissies van de ECOSOC, met name de Dertiende Zitting van de Commissie voor Duurzame Ontwikkeling.

Op basis van bovengenoemde uitgangspunten komt de Unie tot de navolgende prioriteiten.


· Topconferentie in 2005

Voorafgaand aan de 60e AVVN in 2005 zal er een topconferentie plaatsvinden over de uitvoering van de Millenniumverklaring. De voorbereiding van de top zal een belangrijk onderdeel uitmaken van de werkzaamheden van het Nederlandse EU-voorzitterschap tijdens de AVVN. De Unie zal zich moeten beraden over de gewenste benadering en de gewenste coalities binnen de VN op basis van het rapport van de SGVN aan de 59e AVVN inzake de aanbevelingen van het High Level Panel. Dit rapport wordt eerst begin 2005 verwacht. Daarnaast zal de SGVN zijn rapport over de implementatie van de Millenniumverklaring al vroeg in 2005 (maart/april) uitbrengen.

De deelname van de Unie aan de voorbereidingen op deze belangrijke gebeurtenis zal worden gestuurd door de noodzaak van een alomvattende appreciatie van de voortgang bij de uitvoering van de Millenniumverklaring en het bereiken van de Millennium ontwikkelingsdoelstellingen (Millennium Development Goals), en bij de geïntegreerde en gecoördineerde uitvoering van de uitkomsten van de belangrijkste VN-conferenties en VN-toppen. De Unie zal een geconsolideerd rapport presenteren over de eigen EU-bijdrage aan het bereiken van de MDG's. De uitdaging zal bestaan uit het op evenwichtige en geïntegreerde wijze aan bod te laten komen van de verschillende onderwerpen. Daarbij mag de bijzondere aandacht voor de MDG's er niet toe leiden dat het 'erfgoed' van andere toppen, zoals Kairo, Kopenhagen en Beijing, wordt vergeten.

De bespreking en behandeling van economische sociale en daaraan grenzende onderwerpen tijdens de 59e AVVN zal worden beïnvloed door de voorbereidingen voor deze top, en de EU zal zich in haar handelen mede daardoor laten leiden.


· Revitalisering van de AVVN

De Unie zal blijven bijdragen aan het in het afgelopen jaar geschapen momentum ten aanzien van de hervorming van het VN-systeem en de revitalisering van de Algemene Vergadering, met inbegrip van de uitvoering van de overeengekomen herziene agenda en stroomlijning van het werk van de Commissies. Een van de oogmerken is dat de AVVN weer het centrale forum wordt voor beraadslaging over grote wereldvraagstukken, in plaats van het voortdurend organiseren van speciale grote wereldconferenties, of het prolifereren van 'open debatten' in de Veiligheidsraad. Dit streven impliceert ook dat de EU-lidstaten zich ook zelf beperkingen opleggen ten aanzien van eigen initiatieven en dat zij eventuele ideeën terzake deugdelijk afstemmen met de EU als geheel.


· Ontwapening en non-proliferatie

De Unie zal actief en betrokken optreden ten aanzien van resoluties die zich richten op de problematiek van de massavernietigingswapens (WMD). Zij gaat daarbij uit van haar Strategy on the Non-Proliferation of Weapons of Mass Destruction, waarin een multilaterale benadering van ontwapening en non-proliferatie centraal staat.

De Unie zal ook de mogelijkheid onderzoeken van het kweken van een band tussen de Haagse gedragscode over de verspreiding van ballistische raketten en de Verenigde Naties.

De Unie zal zich tenslotte actief blijven inzetten voor pogingen het werk van de Eerste Commissie relevanter te maken en de werkmethoden daarvan te verbeteren. De Eerste Commissie dient een gebalanceerde agenda te hebben met zowel ruimte voor zowel langlopende ontwapening en non-proliferatie dossiers alsook voor nieuwe initiatieven die adequaat in kunnen spelen op de meest actuele problemen en dreigingen. Nederland zal zich samen met partners erop moeten bezinnen of de door hen jaarlijks ingediende resoluties wellicht beter in een iets lagere frequentie kunnen worden ingediend.

Het is de bedoeling dat deze doelstellingen hun weerslag zullen vinden in een gemeenschappelijk antwoord op de door de VS ingediende resolutie A/Res/58/41 met als titel: 'Improving the effectiveness of the methods of work of the first committee'.


· Driejaarlijkse alomvattende beleidsherziening van VN-ontwikkelingsactiviteiten en -operaties (TCPR)

De Unie zal zich blijven inzetten voor een (driejaarlijkse) alomvattende resolutie die zich richt op de evaluatie van de operationele activiteiten van de VN op het gebied van ontwikkeling, op het bevorderen van vereenvoudiging en harmonisering en op effectiever gebruik van programmagelden op landenniveau. Zij zal ook trachten zeker te stellen dat de VN-ontwikkelingsactiviteiten kloppen met de Millennium Development Goals en dat deze activiteiten een op mensenrechten gegronde aanpak kiezen.

De afgelopen jaren is de samenwerking tussen de VN-organisaties verbeterd, mede door de stimulerende functie van de United Nations Development Group (UNDG). De komende TCPR zal het hervormingsproces moeten consolideren en - vooral - versterken. Een nog af te ronden non paper van de EU over bovengenoemde problematiek zal als leidraad dienen voor het optreden van het Nederlandse EU-voorzitterschap in de onderhandelingen. Centraal staan aanbevelingen over betere samenwerking tussen de VN-fondsen en programma's op landenniveau, de gespecialiseerde organisaties en de Internationale Financiële Instellingen. Eveneens centraal staan betere afstemming van het VN-kader voor ontwikkelingshulp op landenniveau (UNDAF) op de Poverty Reduction Strategies (PRS), het versterken van de rol van de Resident Coördinator, betere integratie van noodhulp en reguliere ontwikkelingssamenwerking en gender mainstreaming.


· Capital Master Plan

De Unie zal zich sterk maken voor de nadere invulling van het Capital Master Plan (het plan voor de algehele renovatie van het VN-hoofdkwartier in New York). Vanwege jarenlang achterstallig onderhoud kan deze renovatie niet langer worden uitgesteld. De onderhandelingen in het najaar zullen zich vooral richten op de financiering van de benodigde lening van USD 1,2 miljard om het CMP te bekostigen. De Unie zal streven naar een financieringsmethode die fair is ten opzichte van de lidstaten in het algemeen, en in lijn met de verantwoordelijkheden van de gastlanden van VN-instellingen. De Unie verwacht van de VS een financieringsvoorstel dat recht doet aan de aanzienlijke economische en politieke voordelen die het gastland met de aanwezigheid van het VN-hoofdkwartier verkrijgt. Idealiter zou de VS (een aanzienlijk deel van) de lasten moeten dragen.


· Hervorming van het budgettaire proces

Vanwege het feit dat dit jaar voor de AVVN een zogenaamd 'personeelsjaar' is zal het budgettaire proces minder prominent op de agenda staan dan afgelopen jaar (vorig jaar was een 'budgetjaar').

De Unie zal voortbouwen op resolutie 58/271, waarin reeds een aantal maatregelen werd genomen ter vereenvoudiging van het budgettaire proces. De doelstelling is de VN nog beter toe te rusten voor het verwezenlijken van de doeleinden van de Millenniumverklaring, met name met betrekking tot het aannemen van VN-staf en de herverdeling van taken om in de toegenomen VN-werkzaamheden te voorzien.


· Risico-management

Ontegenzeggelijk is de laatste jaren de veiligheidstoestand voor humanitaire organisaties in crisissituaties complexer, en het risico voor humanitaire hulpverleners groter geworden. Toenemende aantallen slachtoffers onder humanitaire hulpverleners zijn hiervan de trieste illustratie, evenals het gericht 'targetten' van hulporganisaties van de Verenigde Naties, en zelfs het Internationale Rode Kruis. Een en ander noopt tot verbeterd risico-management, waarbij onder meer de traditionele analyse van lokale risicofactoren moet worden aangevuld met een inschatting van de nieuwe, minder locatiegebonden dreiging vanuit mondiaal opererende terrorismenetwerken. De VN is bezig een aangepast, alomvattend veiligheidsbeleid uit te werken, om dat vervolgens naar het veld te vertalen. Daarbij dient een evenwicht te worden gevonden tussen de veiligheid van VN-staf enerzijds, en anderzijds een al te rigide of mechanische interpretatie van veiligheidsrisico's, die gevolgen kan hebben voor aanwezigheid, effectiviteit en geloofwaardigheid van de VN.

Nederland en de EU hechten veel belang aan agendering van dit onderwerp en streven naar een resultaat dat 'risico-management' bóven 'risicomijding' stelt, en dat zoveel mogelijk ruimte laat voor decentrale analyse en besluitvorming. De Unie zal (met inbegrip van extra middelen) de gepaste verbeteringen in de beveiliging van de VN ondersteunen. De invulling hiervan zal afhangen van de voorstellen die een speciale VN-commissie hierover in het najaar zal presenteren. Zij zal steun geven aan de pogingen om de 'Conventie met betrekking tot de Veiligheid van VN en geassocieerd personeel' van 1994 te verbeteren.

In het verlengde van de discussie over risico-management zal onvermijdelijk, en wellicht aan de hand van concrete voorbeelden, worden gesproken over toegang tot crisisgebieden, de bescherming van burgers en de relaties tussen militairen en humanitaire hulpverleners.

Overige prioriteiten tijdens het Nederlandse voorzitterschap Naast de prioritaire doelstelling van een geslaagd EU-voorzitterschap gedurende de Algemene Vergadering van de AVVN in New York en het met verve uitvoering geven aan de door 'de vijfentwintig' overeengekomen prioriteiten heeft Nederland zich, deels ter verfijning daarvan en deels parallel daaraan, een aantal additionele prioriteiten gesteld. Deze zijn in een aantal gevallen gericht op het vervolg van reeds eerder door Nederland ontplooide initiatieven waarvan voortgang moet worden gewaarborgd. Ofschoon deze prioriteiten door de EU niet als zodanig zijn genoemd in het EU priorities paper, spreekt het voor zich dat deze onderwerpen ook andere EU-landen vaak na aan het hart liggen en dat Nederland op deze punten in nauw overleg met EU-partners en anderen zal opereren.

Deze prioriteiten worden hieronder puntsgewijs toegelicht.


· Midden-Oostenresoluties

Ook tijdens deze AVVN zal de Midden-Oostenproblematiek prominent op de agenda staan en onderwerp zijn van vele resoluties. De afgelopen jaren is het aantal resoluties met betrekking tot het Israelisch-Palestijns conflict alleen maar toegenomen. Veel teksten overlappen elkaar of zijn herhalingen. Nederland zal - mede in het licht van zijn algemene doelstelling tot revitalisering van de AVVN - streven naar stroomlijning van het aantal MO-resoluties.

De alsdan in de regio heersende omstandigheden zullen overigens sterk bepalend zijn voor het debat en de toonzetting van de resoluties.


· Transfer of Arms-resolutie

Nederland is van oudsher indiener van de Transfer of Arms-resolutie, waarin landen worden opgeroepen hun wet- en regelgeving op het gebied van export en doorvoer van wapens bij de Secretaris-Generaal bekend te maken. Idee achter deze resolutie is dat landen zonder wapenexport- en doorvoerwetgeving of landen die wetgeving terzake willen verbeteren, de door de VN-ontwapeningsafdeling (UNDDA) aangelegde database van wetgeving daarvoor kunnen raadplegen. Nederland beoogt dit jaar voor het eerst co-sponsors bij deze resolutie te betrekken. Voorwaarde hiervoor is een evenwichtige regionale spreiding van eventuele co-sponsors. Daarnaast zal Nederland zich er voor inzetten deze resolutie, net als voorheen, met unanimiteit van stemmen aangenomen te krijgen.


· Kleine en Lichte Wapens

In de Eerste Commissie van de 59e AVVN zal een besluit moeten worden genomen over het voorzitterschap van de VN-conferentie over kleine en lichte wapens in 2005. Nederland zal zoveel mogelijk steun proberen te verwerven voor een EU-kandidaat. Voortgang ten aanzien van de versterking van de controle op de tussenhandel (brokering) in kleine en lichte wapens zal voor Nederland een belangrijk punt van aandacht blijven. SGVN zal hierover tijdens de 59e zitting van de AVVN een rapport uitbrengen.

Onderdeel van de kleine en lichte wapensproblematiek vormen de Man Portable Air Defense Systems (MANPADS), wapens die met name voor de burgerluchtvaart een groot gevaar vormen. De Nederlandse regering zal speciale aandacht vragen voor de noodzaak de controle op met name deze wapens te vergroten. Verscherpte controle is van belang om te voorkomen dat zij in handen vallen van terroristische groeperingen. Nederland samen met andere EU-landen bij de opstelling van een VN resolutie over dit onderwerp betrokken zijn.


· Mensenrechten in diverse landen

Nederland hecht grote waarde aan het werk van de Derde Commissie van de AVVN op sociaal gebied en op het terrein van de rechten van de mens. De EU speelt van oudsher een voorname rol binnen deze Commissie en de regering is er dan ook veel aan gelegen als EU-voorzitter bij te dragen aan een effectief optreden van de Unie.

Nederland zal er zich voor inspannen dat ook dit jaar de Derde Commissie van de AVVN zich uitspreekt over een redelijk aantal landenresoluties. Het is op dit moment nog te vroeg om aan te geven in welke landen de mensenrechtensituatie een resolutie van deze Commissie zal rechtvaardigen. Maar, het is van belang dat landenresoluties ook in de Derde Commissie een krachtig instrument blijven waarmee de internationale gemeenschap zijn zorg kan uitspreken over ernstige mensenrechtenschendingen waar ook ter wereld.


· Eerwraak

Nederland heeft de laatste jaren een voortrekkersrol gespeeld bij het bespreekbaar maken in de AVVN van verschillende vormen van geweld tegen vrouwen. Dit jaar zal Nederland ten gevolge van het EU-voorzitterschap een iets minder hoog profiel kunnen aannemen op dit onderwerp dat nationaal als prioriteit geldt. Daarom zal de regering er voor zorgen dat de lobby voor de eerwraakresolutie dit jaar door een gelijkgezind land zal worden overgenomen. Zij zal er tevens naar streven dat een zo groot mogelijk aantal landen de resolutie mede indient.


· Natuurrampen

De nieuwe Emergency Relief Coordinator van de VN, Jan Egeland, heeft de gecoördineerde en effectieve aanpak van natuurrampen (opnieuw) tot prioriteit voor humanitaire hulpverlening bestempeld. Agendering van het onderwerp op de agenda van deze AVVN moet in het licht hiervan worden gezien. Daarnaast biedt deze agendering de mogelijkheid tot voorbereiding in de aanloop naar de 'UN-World Conference on Disaster Reduction' die begin 2005 in Kobe, Japan zal worden gehouden. De conferentie zal zich met name richten op de problematiek van disaster preparedness and disaster reduction, dat wil zeggen planning en toepassing van activiteiten ter voorkoming van rampen en ter vermindering van de gevolgen ervan. Capaciteitsopbouw en het scheppen van ownership bij de betrokken overheden en bevolkingen zijn centrale thema's.

Nederland is betrokken bij de voorbereiding van de conferentie via een werkdocument over de relaties tussen klimaatverandering, armoedebestrijding en disaster reduction.

Waar het gaat om respons op zich voordoende rampen zal Nederland zich, als voorheen, inspannen om het mandaat en de verworvenheden van de VN (met name het Office for the Co-ordination of Humanitarian Affairs/Emergency Services Branch; UNDAC en INSARAG) te bevestigen en te versterken met het oog op doelmatige hulpverlening. In dat verband is zorgvuldige afstemming binnen de EU noodzakelijk, teneinde heldere operationele samenwerking tussen VN- en EU-mechanismen te bevorderen.


· Hervorming agenda Tweede Commissie

Als onderdeel van de revitalisering van de AVVN bestaat sterke behoefte de agenda van de Tweede Commissie te stroomlijnen door samenvoeging van onderwerpen. Daardoor kunnen onnodig uitgebreide en met elkaar overlappende discussies en daaruit resulterende besluiten worden voorkomen. Met name dient verzekerd te worden dat de dwarsdoorsnijdende thema's op de juiste wijze aan bod komen. Hier hebben de MDG's en de recente toppen van Monterrey (Financing for Development) en Johannesburg (WSSD) zeker aan bijgedragen. Deze maatregelen zullen ook bijdragen tot broodnodige sanering van de agenda.

De vorig jaar ingezette pogingen tot stroomlijnen van de agenda worden dit jaar voortgezet. Hiervoor zal het non paper van de EU dat dit voorjaar aan het Bureau van de Tweede Commissie is overhandigd als leidraad dienen. De voornaamste hierin opgenomen aanbevelingen betreffen de samenvoeging van aan elkaar gerelateerde onderwerpen en een betere afstemming met de Derde Commissie en ECOSOC teneinde duplicatie te voorkomen. De rapporten voor deze Commissies moeten zoveel mogelijk samengevoegd. Ook het aantal High Level evenementen zou zo klein mogelijk moeten worden gehouden. Nederland zal pogingen ondersteunen om het algemene debat waarmee de Tweede Commissie traditioneel zijn zitting opent relevanter en actueler te maken. Tenslotte streeft het EU voorzitterschap naar zo bondig mogelijk geformuleerde resoluties.


· Financiering van ontwikkeling

Ook tijdens de 59ste AVVN zal het thema Financiering van ontwikkeling centraal staan. In 2005 zal namelijk een bijeenkomst worden gehouden over de relatie tussen de Top in 2005 over de implementatie van de Millennium Ontwikkelingsdoelstellingen (MDG's) en de financiering die daarvoor benodigd is. Daarbij zal de opvolging van de 'Monterrey Consensus', het slotdocument van de Financing for Development-conferentie van 2002, centraal staan.

Daarbij gaat het om de geïntegreerde wijze waarop de verschillende middelen die bij ontwikkeling een rol spelen zoals internationale handel, binnenlands gegenereerde middelen, buitenlandse investeringen, internationale hulp en externe schulden met elkaar in verband staan. Tevens is uitgangspunt dat het armoedevraagstuk alleen door een gezamenlijke en coherente aanpak met actieve betrokkenheid van alle actoren (overheden, VN/IFI's, bedrijfsleven, NGO's en civil society) doeltreffend kan worden opgelost. Omdat langzamerhand duidelijk wordt dat de tot op heden gegenereerde middelen niet toereikend zullen zijn om de Millenniumdoelstellingen te halen, wordt gezocht naar alternatieven, zoals een Britse voorstel voor een International Finance Facility, alsmede voorstellen voor internationale belastingen, mondiale loterij en uitgifte van trekkingsrechten voor ontwikkeling. De meeste aandacht gaat uit naar de International Finance Facility vanwege de uitgebreide campagne hiervoor door het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. Het IFF zal giften en mogelijk zachte leningen beschikbaar stellen voor ontwikkelingslanden, te financieren door uit te geven obligaties, die worden gedekt door langlopende toezeggingen van donoren. Nederland ziet veel haken en ogen aan dit voorstel en het ligt niet in de rede dat Nederland deelneemt aan een eventueel IFF. Het zou beter zijn indien de additionele middelen zouden worden gegenereerd doordat alle donorlanden zich commiteren om ­ eventueel stapsgewijs - te voldoen aan de VN-norm om 0,7% van hun BNP aan ODA uit te geven. De eventuele IFF mag niet dienen als excuus voor donoren om hun donorinspanning niet verder te verhogen. De voordelen van het IFF zouden tevens deels eenvoudiger kunnen worden bereikt door hogere bijdragen aan bestaande multilaterale banken en fondsen. Duplicatie met bestaande instellingen dient zoveel mogelijk te worden voorkomen, vooral omdat het opzetten van een nieuwe financiële instelling een grootschalige en kostbare investering zou betekenen. De IFF verschuift tenslotte het probleem, de aanzienlijke terugbetaling van de leningen en de rente door donoren, naar de periode na 2015, terwijl dan ook ontwikkelingshulp nodig zal blijven.

Sinds de Monterrey-conferentie is ODA aanzienlijk toegenomen. De Unie heeft in de vergroting van ontwikkelingshulp een aanzienlijke rol gespeeld aangezien in het kader van Monterrey de zogeheten Barcelona-doelstellingen zijn vastgesteld, door middel waarvan EU-landen tijdpaden richting 0,7 hebben afgesproken. Zoals bekend voldoen diverse EU-landen reeds aan de 0,7 norm.


· High Level Meeting over tien jaar ICPD tijdens de AVVN

De International Conference on Population and Development (ICPD), gehouden in 1994 te Caïro, bracht een omslag teweeg in het denken over de relaties tussen duurzame ontwikkeling, bevolkingsbeleid en mensenrechten. Voordien was bevolkingsbeleid sterk gericht op demografische streefcijfers en geboortebeperking en lag de nadruk op family planning. In Caïro werden seksuele en reproductieve gezondheid en reproductieve rechten gedefinieerd. Uitgangspunt vormen voortaan de vraag en behoefte van mensen; centraal staat hun individuele keuzevrijheid. Speciale aandacht verdienen in dit kader vrouwen en jongeren.

Het thema seksuele en reproductieve gezondheid en -rechten vormt één van de beleidsprioriteiten van het Koninkrijk op het gebied van ontwikkelingssamenwerking. In het huidige politieke klimaat staan de verworvenheden van de ICPD in toenemende mate onder druk. Het is derhalve van groot belang dat de VN-lidstaten tijdens de High Level Meeting hun financiële en beleidsmatige steun aan de ICPD tonen.- - - - -


- De Minister De Minister van Buitenlandse Zaken, voor Ontwikkelingssamenwerking,

Dr. B.R. Bot A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven


- 1Over de accenten die de regering in het algemeen tijdens het Nederlands voorzitterschap wil leggen werd de Kamer ingelicht met brief DIE-264/04 van 28 mei jl.


- 2European Union Priorities for the 59th Session of the United Nations General Assembly. Dit paper - thans in bespreking - zal in juli 2004 worden vastgesteld en daarna aan de Kamer worden toegezonden.


- 3 The EU and the UN: the choice for multilateralism, september 2003.


- 4Zie brieven aan de Kamer van 1 juni 2004 (Kamerstuk 24832 nr.5), 11 december 2003 (Kamerstuk BuZa 0304 nr.17), 7 november 2003 (Kamerstuk 29 200 V, nr.13) en 10 oktober 2003 (Kamerstuk 29 200 V, nr.11).


- 5 Genoemde paragraaf verwijst onder meer naar de toezegging van de internationale gemeenschap in de Millenniumverklaring van 8 september 2000 (VN-document A/RES/55/2) 'to intensify our efforts to achieve a comprehensive reform of the Security Council in all its aspects'.

===